Sociaal ondernemen in de Arabische wereld, leer het van de ervaringsdeskundigen. Aflevering 3 (slot): Maximilian Abouleish-Boes

Allen werden voor gek verklaard omdat ze onmogelijke dromen zouden najagen en niet naar snelle oplossingen of succes zochten. Nu hun werk vruchten blijkt af te werpen, loont het de moeite van hen te horen wat er komt kijken bij idealistische ondernemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hun aanpak is verschillend maar over enkele zaken zijn ze het eens: de regio is lang niet zo droog en onvruchtbaar – en dus geschikter voor landbouw – als veelal gedacht. Daarnaast biedt de hoogopgeleide bevolking veel kansen. Ten slotte hechten de drie veel belang aan de relatie met lokale gemeenschappen. Het betrekken van plaatselijke boeren, ondernemers en consumenten is de beste garantie om een werkelijk duurzame impact te hebben.

In drie portretjes stellen we ze aan je voor: Joslin Kehdy, oprichter en directeur van het Libanese Recycle Lebanon,  beet het spits af. Daarna was het de beurt aan Bashar Humeid, oprichter van Meezan.cc en medeoprichter van Yanboot.com. We sluiten het drieluik nu af met Maximilian Abouleish-Boes.

Maximilian werd geboren in Duitsland. Als student kwam hij in 2010 bij toeval terecht bij SEKEM, een onderneming die zich toelegt op duurzame ontwikkeling en in Egypte werd opgericht. Hij mocht onderzoek doen voor zijn Masters’ opleiding. Hij viel als een blok voor SEKEM, was zelfs een tijd getrouwd met de kleindochter van oprichter Ibrahim Abouleish, en is niet meer weg gegaan.

SEKEM werd in 1977 opgericht door Dr. Ibrahim Abouleish. De Egyptenaar had tussen zijn twintigste en veertigste in Europa gewoond. Tijdens een bezoek aan zijn vaderland zag hij hoe de traditionele landbouwmethodes in Egypte waren verdwenen. Duizenden jaren was de landbouwcultuur gebaseerd geweest op seizoensoverstromingen van de Nijl. Sinds de aanleg van de Aswandam, in het zuiden van Egypte, waren er geen overstromingen meer, en daarom ook geen vruchtbare slib-afzettingen. Boeren gingen massaal over op chemicaliën en landbouwgif.

De Aswan-dam, gezien vanuit de ruimte. Foto Public Domain/Wikimedia

Bij het zien van de uitputting van het land door de nieuwe landbouwmethodes kreeg Ibrahim Abouleish een idee om het weer duurzaam te ontwikkelen. Op een stuk woestijnland 60 km ten noorden van Cairo ging hij aan het werk om het woestijnland nieuw leven in te blazen met behulp van biodynamische landbouwmethoden.

Maximilian maakt inmiddels deel uit van het SEKEM-managementteam. Tijdens het bezoek aan Wageningen spreekt hij gepassioneerd over het bedrijf. De visie van de SEKEM-grondlegger op landbouw is volgens hem cruciaal geweest voor het succes. “Ibrahim voorzag dat de uitvoering van zijn idee wel 200 jaar zou duren en dat schrok hem helemaal niet af. Sterker nog, die visie was een inspiratie voor vele anderen, zowel Egyptenaren als bezoekende Europeanen.”

“Met hun eerste lening investeerde hij in een tractor en in een piano, dat zegt toch alles.”

Kenmerkend voor die visie is dat Abouleish consequent koos voor een holistische ontwikkeling van het bedrijf, waarin het economische, maatschappelijke, culturele en ecologische leven allemaal een plek hebben. Maximilian: “Met hun eerste lening investeerde hij in een tractor en in een piano, dat zegt toch alles.”

De SEKEM-gemeenschap is in de loop der tijd organisch uitgebouwd. Na 45 jaar wonen en werken er meer dan 2000 mensen. Er wordt winst gemaakt en waarde gecreëerd vanuit vijf bedrijven: ze produceren voedsel, textiel, medicijnen, in variatie om weerbaar te zijn, en er wordt geëxporteerd naar het buitenland. In de gemeenschap krijgen 2500 kinderen onderwijs. SEKEM startte bovendien in 2012 de Heliopolis Universiteit, de eerste universiteit in de regio met holistische duurzame ontwikkeling als hoofddoel. Daarnaast is SEKEM in de westelijke woestijn in Egypte aan een tweede gemeenschap begonnen, een replica van het moederlandbouwbedrijf en de moedergemeenschap.

Zicht op SEKEM

Maximilian had het als Duitser soms moeilijk met de onbekende cultuur van Egypte. “Het kan heel frustrerend zijn als mensen in een ander land niet hetzelfde belangrijk vinden als jij. Ik moest echt leren om dat los te laten. Maar nu geniet ik ervan hoe het er in Egypte aan toegaat, in het moment leven, het belang van relaties. En ik zie dat ik dingen heb bij te dragen vanuit mijn cultuur.”

Maximilian is inmiddels de Sustainable Development Lead voor het SEKEM-initiatief, dat het economische, maatschappelijke, culturele en ecologische leven integreert om urgente maatschappelijke problemen aan te pakken. De huidige prioriteiten zijn ontwikkeling van ecosystemen, mitigatie van klimaatverandering en biodiversiteit.

Een lange termijnvisie blijft voor hem fundamenteel. “Na het overlijden van Ibrahim in 2017 kwamen we bij elkaar en besloten dat we nog steeds voor de lange termijn moeten plannen: Waar willen we dat Egypte is over 40 jaar? En wat betekent dat voor onze rol? Zo hebben we een strategie ontwikkeld voor de komende tien jaar.” Onlangs is een grote stap gezet door te bepalen dat SEKEM geen familiebedrijf meer is maar eigendom van een trustfonds.

In de context van een wereldwijd streven naar verduurzaming van voedselproductie, en een roep om rechtvaardiger economische modellen, zou Maximilian graag zien dat producenten en consumenten samen in gesprek gaan. “Ze zouden elkaar in de ogen moeten kijken, onderzoeken welke behoefte er is en de waarde van iets bepalen. Die traditionele marktplaats bestaat niet meer, maar wij proberen bij SEKEM iets te ontwikkelen dat daarop aansluit en een microkosmos van de maatschappij vormt waarin alle verschillende elementen samenkomen. Als de systemen wereldwijd instorten zoals nu al in Libanon gebeurt, dan zouden de tweeduizend boeren en producenten die in onze microkosmos samenwerken overeind blijven.’

Op 31 augustus en 1 september spraken Joslin, Bashar en Maximilian tijdens een masterclass en een publieksevent op de universiteit in Wageningen. De opname van het publieksevent is terug te zien op ons YouTube kanaal.

De bijeenkomsten waren georganiseerd door het Grote Midden Oosten Platform in samenwerking met Vriendenkring SEKEM en StartHub Wageningen, en met steun van de Iona Stichting.

De bijeenkomsten sloten aan op het Green MENA Network project van het Grote Midden Oosten Platform, waarin duurzame initiatieven in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) in kaart worden gebracht. Het project heeft als doel mensen en organisaties in Nederland te motiveren om in het Midden-Oosten samenwerkingsverbanden aan te gaan die gebaseerd zijn op duurzaamheid en zorg voor milieu en samenleving. Meer informatie op deze webpagina of via info@hetgrotemiddenoostenplatform.nl.

Sociaal ondernemen in de Arabische wereld, leer het van de ervaringsdeskundigen. Aflevering 2: Bashar Humeid

Allen werden voor gek verklaard omdat ze onmogelijke dromen zouden najagen en niet naar snelle oplossingen of succes zochten. Nu hun werk vruchten blijkt af te werpen, loont het de moeite van hen te horen wat er komt kijken bij idealistische ondernemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hun aanpak is verschillend maar over enkele zaken zijn ze het eens: de regio is lang niet zo droog en onvruchtbaar – en dus geschikter voor landbouw – als veelal gedacht. Daarnaast biedt de hoogopgeleide bevolking veel kansen. Ten slotte hechten de drie veel belang aan de relatie met lokale gemeenschappen. Het betrekken van plaatselijke boeren, ondernemers en consumenten is de beste garantie om een werkelijk duurzame impact te hebben.

In drie portretjes stellen we ze aan je voor: Joslin Kehdy, oprichter en directeur van het Libanese Recycle Lebanon, beet een paar dagen geleden het spits af. Nu is het de beurt aan Bashar Humeid, oprichter van Meezan.cc en medeoprichter van Yanboot.com.

Meezan is een non-profit onderneming die low-tech methoden ontwikkelt op het gebied van bouw, landbouw en energie-en waterbesparing voor Jordanië en het Midden-Oosten. Yanboot is het toonaangevende merk in Jordanië als het gaat om biologische landbouw en voedselproductie.

Bashar heeft een Duitse moeder, maar is geboren en getogen in Jordanië. Hij werkt nu aan zijn PhD over de relatie tussen hernieuwbare energie en politieke controle aan de Technische Universiteit van Darmstadt in Duitsland. Hij was met zijn Tesla vanuit Duitsland naar Wageningen gekomen om zijn ervaringen over ondernemerschap te delen met Nederlandse belangstellenden.

“Mijn opa was schoenmaker in Nablus, Palestina”, vertelt hij. “Mijn vader studeerde [nadat de familie in 1967 naar Jordanië gevlucht was voor de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever, red] voedingswetenschappen en werd voedselinspecteur. Maar in zijn hart was hij ondernemer. Zoals veel Palestijnen in Jordanië begon hij allerlei bedrijven. De laatste was een succes, een kaasfabriek. Hij experimenteerde eindeloos met schapenmelk en ontwikkelde de schapenkaas Farida, geproduceerd door een honderdtal kleine schapenboeren.”

De manier waarop zijn vader een bedrijf opbouwde is steeds meer een voorbeeld geworden voor Bashar. “Hij had geen kapitaal, alleen spaargeld, en leende wat van een paar vrienden. Hij slaagde erin zijn bedrijf  organisch te laten groeien. Hij noemt zich geen sociaal ondernemer, maar de manier waarop hij werkt is wel degelijk sociaal en duurzaam.”

De schapenkaas Farida, van Bashar Humeids vader.

Bashar kwam tot het besef dat het traditionele bedrijf van zijn vader heel veel impact had, simpelweg omdat het was ingebed in de lokale gemeenschap. Zonder ondersteuning van de VN, of als NGO, was het bedrijf sociaal en duurzaam. Het was voor hem een openbaring: “Die labels voegen op zich helemaal niets toe. De markt is van zichzelf sociaal, zonder al die overheidsinterventies.”

Bashar en zijn vader begonnen een bedrijf in biologische groente en fruit toen Jordaniërs nog nauwelijks geïnteresseerd waren in biologisch voedsel. Als hem gevraagd wordt hoe hij dan toch een dergelijk bedrijf kon ontwikkelen, zet hij uiteen dat in Jordanië veel kanker voorkomt, en er een groeiend besef is van een onder meer voedselgerelateerd probleem. We hebben publiek betrokken bij ons landbouwbedrijf, mensen uitgenodigd er te komen kijken en te eten. Zo hebben we stap voor stap een community opgebouwd. Het duurde zes jaar voordat we break-even waren, en dat kwam voor een deel omdat we vertrouwen moesten winnen.”

Inmiddels beschouwt hij het Midden-Oosten en Noord-Afrika als een gebied met enorm potentieel. dankzij het klimaat en een bevolking waarbij het ondernemerschap en de handelsgeest ingebakken zit. Bashar ontdekte dat de ‘markt’ als concept wortels heeft in de Arabische wereld, met dank aan de vele Arabische handelaren en ondernemers die de wereld over trokken, naar China, India en andere verre landen. “Dankzij deze Arabische handelaren hebben we nu gewassen als sinaasappels, mango’s, katoen. De kennis en techniek daarover kwamen in vroeger eeuwen van Oost naar West, en van Zuid naar Noord, anders dan nu,” aldus Bashar. Hij vindt het belangrijk dat we ons daarvan in het Westen bewust zijn.

Het feit dat boeren het in deze tijd zo moeilijk hebben wijt hij voor een deel aan internationale banken en overheden die iedereen aanmoedigden leningen af te sluiten. Hij heeft moeite met top-down oplossingen vanuit overheden of academici (waartoe hij zichzelf ook rekent). “Ik heb uit ervaring geleerd dat kennis van onderaf komt. Het is een verkeerde aanname dat wij academici meer weten over milieu en ontwikkeling dan boeren en lokale gemeenschappen. Of meer dan gewone kleine ondernemers.”

Daarom pleit hij ervoor dat startende ondernemers uit het buitenland ter plekke onderzoeken welke problemen de lokale bevolking heeft. “Probeer zoveel mogelijk te vergeten wat je op school en de universiteit hebt geleerd,” zegt hij stellig. “Ontwikkel geen businessmodel dat geen rekening houdt met de prioriteiten van lokale gemeenschappen. Vaar ook niet blind op de agenda’s van internationale donoren en NGO’s: Ook al hebben die de beste bedoelingen, ze corrumperen de bevolking met valse oplossingen. Echte oplossingen komen uit de markt en de gemeenschappen zelf.” Hij wijst in dit verband naar het schapenkaasbedrijf van zijn vader.

Bashar is heel kritisch over de oplossingen die op mondiale schaal worden aangedragen voor grote milieuvraagstukken. Hij is ervan overtuigd dat decentralisatie van beleidsontwikkeling een oplossing is voor veel problemen, of het nou gaat om de energietransitie of om een socialere markt. “Zoals de natuur decentraal is. Onze natuur heeft geen centraal controlesysteem nodig, en dat moeten we nu ook niet gaan creëren. De natuur creëert haar eigen weerbare en duurzame oplossingen voor problemen.”

Hij heeft dan ook grote bezwaren tegen bepaalde initiatieven die klimaatverandering moeten vertragen: “Nucleaire energie wordt nu ineens opgevoerd als duurzame oplossing, en moet centraal geregeld. Emissierechten die een markt zonder waarde vormen, ook weer centraal geregeld. Deze ‘oplossingen’ komen niet voort uit gemeenschappen. Het is belangrijk om je altijd af te vragen waar de oplossingen bedacht zijn en wiens probleem ze oplossen.”

De hele masterclass van Bashar Humeid is te zien op zijn youtube kanaal. Daarin legt hij ook uit hoe hij aankijkt tegen ontwikkelingen in de mondiale duurzaamheidsbeweging.

Sociaal ondernemen in de Arabische wereld, leer het van de ervaringsdeskundigen. Aflevering 1: Joslin Kehdy

Allen werden voor gek verklaard omdat ze onmogelijke dromen zouden najagen en niet naar snelle oplossingen of succes zochten. Nu hun werk vruchten blijkt af te werpen, loont het de moeite van hen te horen wat er komt kijken bij idealistische ondernemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hun aanpak is verschillend maar over enkele zaken zijn ze het eens: de regio is lang niet zo droog en onvruchtbaar – en dus geschikter voor landbouw – als veelal gedacht. Daarnaast biedt de hoogopgeleide bevolking veel kansen. Ten slotte hechten de drie veel belang aan de relatie met lokale gemeenschappen. Het betrekken van plaatselijke boeren, ondernemers en consumenten is de beste garantie om een werkelijk duurzame impact te hebben.

In drie portretjes stellen we ze aan je voor: Joslin Kehdy, oprichter en directeur van het Libanese Recycle Lebanon, bijt het spits af.

Joslin Faith Kehdy is de oprichter en directeur van Recycle Lebanon. Ze woont zonder netaansluiting in het dorpje Baskinta in de bergen van Libanon. Daarvóór zat ze jarenlang in de hoofdstad Beirut, op Hawaï en in Londen. Ze werkte hard, en genoot van het goede leven.

In 2015 gebeurde er iets dat haar op een heel ander spoor zette. In Libanon ontbrandde een vuilniscrisis die de hele bevolking in rep in roer bracht. Duidelijk werd hoezeer Libanon een falende staat is, en hoe noodlottig alle publieke sectoren van corruptie zijn doortrokken.

Joslin legt het uit aan haar Nederlandse publiek: “De overheidssectoren zijn allemaal onderling verbonden. En dus houdt het vuilnisprobleem verband met problemen op het gebied waterbeheer, met de manier waarop landbouw is georganiseerd, met behoeftes van de bevolking, en ga zo maar door.”

Oplossingen voor de problemen in het land moeten volgens haar daarom zo veelomvattend mogelijk zijn, en niet vanuit kokers of op onderdeeltjes worden uitgedacht. En: “Als we onze maatschappij willen veranderen, moeten we onszelf veranderen, ons weer met ons hart verbinden met de aarde en met de mensen om ons heen.”

Joslin begon zich af te vragen wat er nodig was om de gebroken systemen te vervangen. “Hoe brengen we waarden als ‘liefde’ en ‘zorg’ terug in een maatschappij die mensen geleerd heeft om elkaar te beschadigen en leeg te trekken?” Het was deze vraag die Joslin in 2015 motiveerde om Recycle Lebanon op te richten, met als ondertitel ‘re-psycle our lineair mindset towards circular action’.

“De Mediterrane regio heeft een rijke cultuur van ambachten en natuurlijke producten, daar kan je op voortbouwen.”

Hoewel men haar voor gek verklaarde was Joslin vastberaden om op holistische wijze (“want alles hangt met elkaar samen”) het systeem te veranderen. Ze ging daarbij stap voor stap te werk. Haar eerste initiatief was Dive into Action’, een project rond stranden schoonmaken als manier om in gesprek te gaan met jongeren over plastic en verpakkingen van alles wat er te koop is. Ze begon ook te netwerken over deze thema’s, internationaal.

Daarna startte ze de EcoSouk, zogenaamd de eerste zero-waste shop in het Midden-Oosten, “wat natuurlijk onzin is, want in onze regio werden vroeger nooit verpakkingen gebruikt, dus was alles zero-waste. Het ging mij erom duidelijk te maken dat de plasticindustrie mensen heeft laten vergeten hoe het altijd was.”

Met ‘Terrapods’ in haar dorp Baskinta volgde ook nog een gecombineerde plek voor een arts residency, ecodesign en agroecology, “een speeltuin voor nieuwsgierigheid.”

De basis van alle initiatieven werd Regenerate Hub: een platform voor circulaire economie om natuurlijke oplossingen te versterken. Het woord ‘Hub’ staat zowel voor het Engelse ‘knooppunt’, als voor de Arabische betekenis van het woord Hubb, ‘Liefde’. “Want zonder liefde gaan we dit niet overleven”, aldus Joslin.

Screenshot van Regenerate Hub

Het digitale platform maakt zichtbaar welke initiatieven en bedrijven er zijn op het gebied van verweven thema’s als lucht, water, vervuiling, energie, recycling, grond. Aan de hand van ingenieuze filters kunnen er nog veel meer verbanden worden gelegd tussen thema’s en bedrijven. De data zijn beschikbaar voor iedereen die alternatieve systemen ontwikkelt of dat wil doen – voor activisten, ondernemers, industrie, NGOs en politici.

Aanvankelijk werkte Joslin welbewust zonder financiële ondersteuning om haar ideeën onafhankelijk te ontwikkelen. Toen de proefprojecten waren uitgevoerd was ze zover om geld aan te nemen van de Japanse ambassade en van de UNDP, het ontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties. Zo bouwt ze op een organische manier haar initiatieven uit.

In de komende tijd hoopt ze dat Terrapods echt van de grond koopt, en dat het platform Regenerate Hub wordt uitgebreid naar buurlanden en naar Noord-Afrika. Ze ziet veel mogelijkheden voor startende sociale ondernemers, ook uit het buitenland. “De Mediterrane regio heeft een rijke cultuur van ambachten en natuurlijke producten, daar kan je op voortbouwen.” Ze doelt onder meer op de millennia oude landbouwculturen, die behalve granen ook hennep, vlas, en eindeloos veel groenten en fruit voortbrachten. “Maar”, zo roept ze aankomende ondernemers in Wageningen op, “vraag je altijd af wat de impact is van wat je doet op een gemeenschap, daar moet het om gaan in je bedrijf, daarna pas over hoeveel winst je maakt.”

De bijeenkomsten werden georganiseerd door het Grote Midden Oosten Platform in samenwerking met Vriendenkring SEKEM en StartHub Wageningen, en met steun van de Iona Stichting.
De bijeenkomsten sluiten aan op het Green MENA Network project van het Grote Midden Oosten Platform, waarin duurzame initiatieven in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) in kaart worden gebracht. Het project heeft als doel mensen en organisaties in Nederland te motiveren om in het Midden-Oosten samenwerkingsverbanden aan te gaan die gebaseerd zijn op duurzaamheid en zorg voor milieu en samenleving. Meer informatie op deze webpagina of via info@hetgrotemiddenoostenplatform.nl.

 

Recensie: Grenzen tussen genres losgelaten, verbinding via waterwegen en lichamen

Sabrina Mahfouz heeft een boek afgeleverd zoals ik het nog niet vaak gelezen heb. Een mix van uiterst openhartige memoires met informatie en documentatie over de rol van water in de koloniale geschiedenis tussen het Britse Rijk en het Midden-Oosten en het belang van water in het Midden-Oosten nu. Als een professionele theatermaker – want dat is ze – springt ze van de ene scene naar de andere, van persoonlijk naar politiek, van historisch naar maatschappelijk en rijgt al die elementen associatief en lenig aan elkaar. Als lezer wordt je meegevoerd in alle verhaallijnen en spring je mee van het ene niveau naar het andere.

De titel, ‘These Bodies of Water’, verwijst tegelijk naar het microniveau van het lichaam, dat voor zeventig procent uit water bestaat, het macroniveau van zeeën en rivieren die zo’n belangrijke rol spelen in de geschiedenis en het tussenliggende niveau van het belang van schoon drinkwater om te overleven. Mahfouz vertelt hoe ze door onderzoek erachter kwam hoe belangrijk water is (geweest) in de confrontaties tussen het Britse Rijk en het Midden-Oosten. Er wordt vaak gezegd dat alles draait om olie, maar water speelt zeker zo’n belangrijke rol. De macht over het Suezkanaal en de Rode Zee om het transport van olie en andere grondstoffen veilig te stellen, de toegang tot havens in Jemen, Koeweit en Bahrein en de pogingen om zout water zoet te maken in de Golf, het zijn allemaal belangrijke geopolitieke onderwerpen waar het Britse Rijk bij betrokken is of was.

Het Midden-Oosten, terecht beschreven als een koloniale term, en het Britse Rijk komen samen in de auteur Sabrina en in heel veel van haar vrienden, the diasporic dreamers, aan wie ze het boek heeft opgedragen. Hun ouders zijn opgegroeid in een van de kolonies van dit wereldrijk en zijn naar Londen getrokken, ook een beetje hun hoofdstad. Sabrina is tegelijk een echte Londenaar en een wereldbewoner, ze bracht haar jeugd grotendeels door in Cairo waar haar vader vandaan kwam en voelt verwantschap met Guyana, het oorspronkelijke land van haar moeder. Voortdurend moet ze zich in Londen verantwoorden voor haar lichte huid, haar Arabische achternaam en de plaatsen waar ze heeft gewoond. Rode draad in dit boek is het interview dat de ik-persoon heeft met een ‘Vetting Officer’, een ambtenaar van het Ministerie van Defensie die haar moet keuren en beoordelen of zij promotie kan maken en daardoor toegang mag krijgen tot geheime informatie. Deels is dit interview autobiografisch en deels een narratief kader waarmee we door het boek worden geleid.

Sabrina Mahfouz ©Borsht/Wikipedia

De compositie verdient sowieso extra aandacht want aan de hand van prachtige titels die allemaal verwijzen naar water, reizen we langs verschillende landen in het Midden-Oosten. We gaan aan boord in Haven 1 (Egypte) om dan langs Getijden (Jemen), Bronnen (Bahrein), Zijrivieren (Koeweit), Drooglegging (Irak), Verdamping (Palestina), Poreus (VAE) en Samenloop (Jordanië) weer aan te meren in Haven II (Engeland). Als een kapitein laveert de schrijfster ons als passagiers langs alle waterwegen, havens en wetlands die belangrijk zijn (geweest) in de koloniale verhoudingen en het leven in het Midden-Oosten nu. Ondertussen leren we hoe de Egyptische obelisk Cleopatra’s Needle langs de oever van de Theems terecht kwam, welke belangen Engeland nog steeds heeft in het Suez Kanaal, welke macht de piraten hadden in Jemen, waarom er een Britse marinebasis is in Bahrein, hoe de grondwet van de Koeweit gunstig uitpakte voor de vrouwen daar, welke gevolgen de drooglegging van de moerassen had in Irak, waarom er open riolen zijn in Gaza, welke ontziltingsprojecten er zijn in Dubai en waarom er zoveel vrouwelijke loodgieters zijn in Jordanië. En alsof dat nog niet genoeg is, leren we ook de ik-verteller steeds beter kennen. Openhartig deelt ze haar heftige levenservaringen en laat ze zien wat er kan gebeuren als een jonge Londenaar zonder beschermende familie en bijbehorend kapitaal toch een universitaire opleiding wil doen en toegang wil krijgen tot een carrière bij de overheid. Hoe ver zij in deze carrière komt, is de spanningsboog in dit boek want een en ander hangt af van het interview met de Vetting Officer.

Sabrina Mahfouz koos uiteindelijk voor de kunst (theater, performance, literatuur) als de omgeving waar ongelijke verhoudingen, onrecht en macht kunnen worden onderzocht, ter discussie gesteld en geheeld. Ze koos ook voor het body work, de inzet van het eigen lichaam om te reageren op instituties van macht en geweld. Dit leidde in 2019 tot de theatervoorstelling A History of Water in the Middle East, gespeeld in het Royal Court Theatre in Londen. Voor degenen die die voorstelling gemist hebben, is er nu dit boek. Een collage van teksten waarbij de grenzen tussen genres zijn losgelaten en de verbindingen lopen via waterwegen en lichamen, bodies of water.

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.