De Eerste Wereldoorlog die na 1918 doorging, en wel in het Midden-Oosten

Een groep rebellen, die via Irak Syrië is binnengekomen, rijdt met grote vaart in konvooi vanuit de stad Deir Ez-Zor door de woestijn in de richting van de beroemde archeologische stad Palmyra ten noordoosten van Damascus. Doel is om de daar gestationeerde troepen aan te vallen, die de pompinstallatie T3 van de Haditha-Tripoli oliepijplijn bewaken. Na een paar uur rijden in het donker, wordt het konvooi door gevechtsvliegtuigen beschoten.

Een getuige beschrijft dit als volgt: “Het was duidelijk waar het vuur vandaan kwam. Ik keek uit het raam van de auto en ik zag een recht spoor van explosies en opstuivend stof op onze auto afkomen. Ik keek naar de hemel en zag twee vliegtuigen. “Naar links, naar links“, schreeuwde ik, en de chauffeur gooide het stuur om zodat we tien meter naast de weg tot stilstand kwamen. We sprongen zo snel we konden uit de wagen en probeerden dekking te zoeken. Ik keek naar het andere voertuig dat voor ons reed en rende ernaartoe. De wagen was geraakt. Ik zag dat een deur openging en onze commandant kroop kreunend en geholpen door een paar anderen uit de auto. Hij was gewond door het mitrailleurvuur. Ik liep naar hem toe terwijl hij naast de auto op de grond werd gelegd. Bloed gutste uit zijn hoofd over zijn gezicht en zijn kleding”. De overlevenden van deze luchtaanval trekken zich terug. De commandant van de groep ondergaat in Deir Ez-Zor een noodoperatie. De verwondingen aan zijn hoofd en rug zijn echter zo ernstig dat hij naar het beter uitgeruste ziekenhuis in Aleppo wordt gebracht.

Deze scène speelde zich niet af in 2015 of 2016. En het gaat ook niet om een Syrische rebellengroep in de oorlog die nog steeds aan de gang is. Dit is een gebeurtenis uit 1941. De gewonde commandant is Fawzi Al-Qawuqji, een oude rot in het verzet tegen de koloniale legers in het Midden-Oosten. Een strijd die voor de in 1941 zwaargewonde Al-Qawuqji nog niet voorbij zou zijn. De Fransen hadden hem al 1927 bij verstek ter dood veroordeeld, voor de Engelsen was hij een “sluwe opstandelingenleider”, die diende geliquideerd te worden. Om Al-Qawuqji niet in de handen van de Fransen of Engelsen te laten vallen, lieten zijn Duitse contacten hem op 3 juli 1941 vanuit Aleppo via Athene naar Berlijn vliegen. In Berlijn werd hij nogmaals geopereerd. De chirurgen haalden 19 kogels en een aantal stukken autometaal uit zijn lichaam. Een kogel in zijn hoofd moesten de artsen laten zitten om zijn hersenen niet te beschadigen, waardoor hij gedurende de rest van zijn leven meestal hoofdpijn had.

Fawzi Al-Qawuqji als commandant van de Arabische legers in Palestina, 1948

“Lawrence van Arabië”: een randfiguur

Afgelopen november werd in Europa de wapenstilstand van 1918 en daarmee het einde van de Eerste Wereldoorlog precies honderd jaar geleden herdacht. Veelal vergeten is dat deze oorlog in het Midden-Oosten gewoon doorging en pas een aantal jaar na de Tweede Wereldoorlog eindigde. En ook dat klopt niet helemaal. De overstap van steenkool op olie in de West-Europese industrieën en de daardoor tijdens de Eerste Wereldoorlog in gang gezette run op de olievelden van het Midden-Oosten heeft zijn uitwerkingen op alle conflicten van vandaag de dag. Als oorlogsbuit van de Fransen en Engelsen werd met de koloniale opdeling van het Osmaanse Rijk in het Verdrag van Versailles van 1919 een tijdperk ingeluid dat naadloos aanknoopte bij de veroveringen van de tijd daarvoor. De beslissingen over de toekomst van het Midden-Oosten werden genomen door mensen als Mark Sykes, Georges Picot, Lord Balfour, Henri Gouraud, John Bagot Glubb, Alec Kirkbride en Percy Cox. Deze namen zijn in Europa hooguit bij geïnteresseerden in de geschiedenis van het Midden-Oosten een begrip. In steden als Beiroet, Damascus, Bagdad, Ramallah en Amman weerklinken deze namen nog iedere dag, net als de namen van de Arabische strijders die zich verzetten tegen de bezettende koloniale machten: Yusuf Al-Amza, Sa‘id Al-As, Sultan Al-Atrash, Abd Al-Qadir Al-Hussaini, Izz Al-Din Al-Qassam, Adib Shishkali, Ramadan Shallash, Ibrahim Hananu en Fawzi Al-Qawuqji. De in het Westen legendarische “Lawrence van Arabië” – bij een breder publiek hoofdzakelijk bekend door de gelijknamige en met zeven Oscars bekroonde film uit 1962 – is in deze geopolitieke context alleen een randfiguur. Alleen door Europees exotisme en de romantisering van de westerse held in het barbaarse wilde oosten kreeg hij bekendheid, feitelijk was hij geen besluitvormer.

Individuele lotgevallen in het politieke verhaal over de strijd tegen het kolonialisme

Het verhaal van Fawzi Al-Qawuqji is dat van een individu en behoort niet tot de geschiedenis van een specifiek land. De biografie van Al-Qawuqji wordt door de mensen in het Midden-Oosten vooral gezien in samenhang met het grotere politieke verhaal van de strijd van de Arabieren tegen de Britse en Franse heerschappij. Tegelijkertijd is het niet alleen een verhaal van heroïsch verzet tegen kolonialistische legers, maar ook dat van groot verlies en zware nederlagen. Verhalen zoals die van Yusuf Al-Amza of Fawzi Al-Qawuqji worden in het Midden-Oosten nog dagelijks gebruikt in talkshows, opiniestukken, populaire boeken, soapseries of toneelstukken om de koloniale tijd te verwerken. Veel mensen hebben grootvaders of overgrootvaders die in strijd tegen de koloniale machten om het leven kwamen op plaatsen die ook vandaag de dag in een compleet nieuwe context uit de nieuwsberichten bekend zijn, zoals Abu Ghraib, Fallujah, Bagdad, Mosul en Kirkuk in Irak, Homs, Hama, Aleppo, Damascus, in Syrië of Ramallah, Jeruzalem en Gaza in Palestina. De rebellen van toen streden voor Arabische onafhankelijkheid. Een zelfbeschikkingsrecht dat ook vandaag de dag niet gegarandeerd is door de continue inmenging van het Westen. In 2018 waren er genoeg berichten over de bombardementen van het Syrische regime op de rebellenenclave Ghouta bij Damascus en over de strategie van uithongering van de burgerbevolking daar; dezelfde tactieken werden in hetzelfde Ghouta al in 1926 door het Franse leger toegepast.

Waarom koloniale archieven gebruiken om kolonialisme te bekritiseren?

Moestata Kemal Ataturk (midden)

Het leven van Fawzi Al-Qawuqji is als meeslepende en onconventionele biografie vorig jaar verschenen, geschreven door Laila Parsons, professor aan het McGill Instituut voor geschiedenis en islamstudies in Quebec, Canada. “The Commander: Fawzi Al-Qawuqji and the fight for Arab Independence 1914-1948” werd in 2017 bekroond met de “Academic Award” van de Palestinian Book Awards. Het dramatische verhaal van Al-Qawuqji is een levensgeschiedenis vol dubbelzinnigheden, tegenstrijdigheden, te grote ambities en verkeerde verwachtingen maar ook verraad en verbroken beloftes – in veel opzichten een leven dat perfect geschikt is om de Arabische situatie in de eerste helft van de twintigste eeuw te illustreren. Laila Parsons maakte voor haar diepgaande onderzoek bijna uitsluitend gebruik van Arabische bronnen en niet van koloniale archieven. De archieven van de Franse en Britse machthebbers gebruikt ze alleen om gebeurtenissen op de tijdlijn te vergelijken en de ware bedoeling van de bezetters bloot te leggen. “Waarom zou ik koloniale archieven gebruiken om kolonialisme en oriëntalisme te bekritiseren en niet die van de onderdrukten zelf?” vraagt ze aan een journalist in een interview met de Middle East Eye aan het begin van dit jaar. Zo leert men over het feit dat Al-Qawuqji, terwijl hij in september 1918 met zijn troepen bivak hield aan de oevers van de Jordaan, hoorde over een groep door het Britse leger omsingelde Osmaanse soldaten. Hoewel hij eigenlijk het bevel had gekregen zich terug te trekken naar Daraa, viel hij snel aan over de rivier om de Osmaanse soldaten uit de Britse belegering te bevrijden. Onder hen was ook de Turkse generaal Mustafa Kemal, die later in de Turkse onafhankelijkheidsoorlog de Engelsen en Fransen verdreef en als president onder de naam Atatürk de grondlegger van de republiek Turkije werd.

Het belangrijkste aan de geschiedenis van de Arabieren tijdens de Eerste Wereldoorlog is niet in een Hollywood blockbuster naverteld: de meeste Arabische soldaten sloten zich niet bij de door Groot-Brittannië georganiseerde “Arabische Opstand” aan, maar bleven trouw aan het Osmaanse leger en vochten hard tegen de Britse en Franse invasie. Een deel van deze groep maakte in 1918 de keuze zich aan te sluiten bij het leger van Mustafa Kemal, dat een vierjarige oorlog voerde tegen de bezetting van Anatolië. Een ander deel maakte de keuze naar voorbeeld van hun Turkse collega’s en te vechten voor Arabische onafhankelijkheid in het gebied van Syrië, Jordanië, Irak, Palestina en Libanon. Zij weigerden de “naoorlogse” nieuwe grenzen van hun eigen land te erkennen en vochten tegen de koloniale bezetters door zich van het ene Arabische gebied naar het andere te verplaatsen alsof die grenzen niet bestonden; in Irak in 1920 en 1941, in Syrië van 1920 tot 1927 in Palestina in 1936 en 1948.Het doel was een onafhankelijke staat in de voormalige Osmaanse Arabische provincies.

Het Duitse IJzeren Kruis voor de verovering van An-Nabi Samu’il

De biografie van Fawzi Al-Qawuqji weerspiegelt het hele verhaal van het Arabische verzet tegen de koloniale bezetting van 1918 tot 1948, omdat hij daar als leider steeds zelf een hoofdrol in speelde. Geboren in 1894 in Tripoli ging hij al als klein jongetje net als alle andere kinderen uit de lagere naar de enige kosteloze school: de militaire academie in Istanbul. Zo vocht hij als jonge officier in de Eerste Wereldoorlog aan de Osmaanse kant. Zijn eerste stationering was in 1912 in Mosul, de plaats die in 1924 na het aftreden van de laatste Osmaanse sultan als kalief door de islamitische geleerde Rashid Ridha[i] werd voorgesteld als hoofdstad van het nieuwe kalifaat. Dezelfde plaats ook die de ISIS-leider Abu Bakr al-Baghdadi gebruikte om in de al-Nuri-moskee de “Islamitische Staat” uit te roepen en zichzelf tot Kalief Ibrahim te benoemen in 2014. Al-Qawuqji was getuige van de Britse inval in Irak in 1914, hij vocht daarop vier jaar lang tegen de Engelse en Australische legers, eerst in Al-Qurna in Zuid-Irak en later in de Negev-woestijn bij Beersheba in Palestina in 1916 waar hij bekend werd door zijn gewaagde guerrillatactieken tegen de oprukkende Britten. Hij veroverde Palestijnse dorpen terug op de Britten – soms maar voor een paar uur, maar hij werd er beroemd mee. Voor het terugveroveren van het strategische plaatsje An-Nabi Samu’il, op de 890 meter hoge bergtop ten noorden van Jeruzalem, kreeg hij van de met de Osmanen verbonden Duitsers in 1917 het IJzeren Kruis uitgereikt.

Het strategische plaatsje An-Nabi Samu’il, ten noorden van Jerusalem

Londen vierde “het einde van 673 jaar moslimheerschappij in Jeruzalem”

1917 was een catastrofejaar voor de Arabieren, met de Balfour-verklaring en de verovering van Jeruzalem door de Britse generaal Edmund Allenby. In Groot-Brittannië werd dit moment op een grootse manier gevierd. Europa bevond zich op dat moment in de donkerste dagen van haar geschiedenis en het imperiale Groot-Brittannië was op een dieptepunt beland. Van juli tot oktober 1917 sneuvelden er alleen al op de acht kilometer frontlinie bij het Belgische Passendale 270.000 Britse soldaten. De Britse premier David Lloyd George had daarom een goed kerstgeschenk nodig om het Britse volk rustig te houden en de media verkondigden trots de eerste “verovering van Jeruzalem door de christenen sinds de kruistochten en het einde van 673 jaar moslimheerschappij”. Al-Qawuqji’s eenheid moest zich steeds verder terugtrekken, van An-Nabi Samu’il naar Ramallah, naar Baysan in Galilea naar Daraa, Kiswa, Damascus en uiteindelijk naar Homs. Daar werd het Al-Qawuqji in 1918 toegestaan het zich ontbindende Osmaanse leger te verlaten. Maar wat moest iemand die tot dan alleen maar soldaat was geweest doen?

In 1920 sloot Al-Qawuqji zich met tegenzin bij het leger van koning Faisal aan in Syrië. Faisal, die de kant van de Britten had gekozen tegen het Osmaanse Rijk, voelde zich door de westerse mogendheden en de besluiten van Versailles verraden en was dringend op zoek naar goed opgeleide officieren als Al-Qawuqji. De Amerikaanse regering had een commissie in het leven geroepen die de gewenste toekomst van de Arabieren met betrekking tot de besloten verdeling van het Osmaanse Rijk en het mandaatsysteem van de Volkenbond zou onderzoeken. De Britten en de Fransen legden de resultaten van de zogenaamde King-Crane commissie, die de lokale publieke opinie onderzocht in Palestina, Syrië, Libanon en Anatolië echter naast zich neer en Franse troepen gingen in Libanon aan land. Verzet daartegen was zinloos. Om niet als geslagen honden af te druipen en de eer van de Arabieren hoog te houden versperde de Syrische opperbevelhebber Yusuf Al-Amza de Fransen de weg. Zijn kleine Arabische legertje was niet tegen het toen al gemechaniseerde koloniale leger opgewassen en Yusuf Al-Amza en zijn soldaten sneuvelden bij de slag van Maysalun in juli 1920 al na een paar uur. Toen de Franse heerschappij over Syrië een feit was, besloot Al-Qawuqji zich bij het Franse leger aan te sluiten en uiteindelijk als officier in een garnizoen in Hama te dienen. Maar het dienen in het leger van de buitenlandse bezetters van Syrië drukte zwaar op zijn geweten?. In het najaar van 1925, in het midden van de Grote Syrische opstand, muitte Al-Qawuqji tegen zijn Franse bevelhebbers en leidde een opstand tegen de Fransen in Hama. De Syrische Opstand van 1926 mislukte en werd bloedig neergeslagen door de Fransen. Voor de bij verstek ter dood veroordeelde Al-Qawuqji was dit het begin van een leven als rebellenleider.

In deel twee gaat het over de Al-Qawuqji’s grensoverschrijdende verzet tegen het Europees kolonialisme, over de Syrische revolutie van 1925-1927, de opstanden in Palestina in 1936 en in 1941 in Irak. Maar ook over de entree van de Arabische hoofdbedekking keffiyeh als anti-koloniaal symbool en waarom het tekort aan sinaasappels door de Spaanse burgeroorlog in 1936 tot een tijdelijke wapenstilstand in Palestina leidde.

[i] Debating the Caliphate: Islam and Nation in the Work of Rashid Rida and Abul Kalam Azad; John Willis, The International History Review; Vol. 32, No. 4 (December 2010), pp. 711-732

Wat kan Europees beleid voor jongeren in het Midden-Oosten betekenen?

Hayat Essakkati, die Maroc4Invest oprichtte, combineert ervaring in internationale economische programma’s met ondernemerschap in Noord-Afrika. Ze beschreef hoe 60% van de jonge Marokkanen hun land willen verlaten als ze konden. Hetzelfde geldt voor andere landen in de MENA-regio.

Rami Adwan is de vertegenwoordiger van het land voor NIMD in Jordanië. In zijn rol werkt Adwan samen met de regering, het parlement en politieke partijen in Jordanië om de institutionele ontwikkeling van een pluralistisch politiek systeem te bevorderen. Jongeren in Jordanië zijn volledig losgekoppeld van formele politieke structuren.

Gilbert Doumit is een Libanese strategieadviseur, een leiderschapsadviseur en een sociaal ondernemer. Hij beschrijft de vijf prioriteiten voor jongeren als toegang tot goed onderwijs, gezondheid, werk, het politieke toneel en de veiligheid.

Het Grote Midden Oosten Platform organiseerde in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Meerpartijen Democratie (NIMD) en met de steun van D66 Internationaal deze expertmeeting ‘Toegang tot kansen – MENA Jeugd en EU-beleid‘ omdat jongeren centraal staan in veel van de uitdagingen waarmee de Arabische samenlevingen worden geconfronteerd. De jeugd is belangrijk als het gaat om Europese zorgen over migratie naar Europa, en over gewelddadig extremisme. Tegelijkertijd kunnen jongeren de oplossing zijn voor deze uitdagingen, als zij door hun regeringen en samenlevingen in staat worden gesteld een rol te spelen. Want daar gaat het vaak mis: jongeren in de MENA hebben nauwelijks toegang tot werk en sociale en politieke participatie.

Uitdagingen

60% van de MENA bevolking is jonger dan 30 jaar en de jeugdwerkloosheid is de hoogste ter wereld, in sommige landen meer dan 30%. Tegen 2030 moeten Arabische landen 94 miljoen nieuwe banen creëren, ongeveer 5 miljoen per jaar, alleen maar om te voorkomen dat de werkloosheid stijgt. De arbeidsparticipatie is 35%, vergeleken met 52% in de rest van de wereld. Nog onthutsender is het aantal jongeren dat “underemployed” is: zij hebben een te kleine baan om een fatsoenlijk inkomen te verdienen of een baan die zwaar onder hun niveau ligt. Naast de jeugdwerkeloosheid, vraagt ook het onderwijs een stevige verandering, zodat het gaat aansluiten bij de veranderende wereld van werk.

Uitdagingen waarmee jongeren worden geconfronteerd, zijn echter niet alleen economisch. Arabische jongeren leven in een politiek, educatief en sociaal systeem dat hen niet toestaat actief als burgers deel te nemen. Als gevolg van deze politieke en sociaaleconomische situatie, voelen jonge mensen in het Midden-Oosten zich machteloos en gefrustreerd. De enorme omvang van deze generatie betekent dat het cruciaal is om jongeren te betrekken bij de veranderingen die nodig zijn.

6 op de 10 mensen tussen 15 – 24 jaar oud willen de regio verlaten voor Europa of de VS. Politieke en sociale instabiliteit, een gebroken gezondheidszorg en structurele werkloosheid drijven hen weg of laten hen zonder hoop op een betere toekomst in hun thuisland.

Oplossingen

Jongeren in de MENA-regio kunnen echter ook oplossingen bieden voor veel van de uitdagingen waar de regio voor staat, als ze daar de mogelijkheden en een platform voor krijgen. De experts identificeerden vijf prioritaire gebieden voor jongeren die moeten worden aangepakt. Jongeren in de MENA-regio hebben betere toegang nodig tot:

  • Kwaliteitsonderwijs
  • Gezondheidszorg
  • Werk
  • De politieke
  • Veiligheid.

Om deze prioriteiten op een duurzame manier aan te pakken, identificeren de deskundigen deze specifieke methoden waarmee de EU de jeugd kan ondersteunen:

  • Programma’s om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, door middel van beroepsopleiding, in scholen en universiteiten, en door middel van informele onderwijsprojecten;
  • Programma’s voor beroepsopleiding en (sociaal) ondernemerschap, waarbij jongeren worden gestimuleerd om af te stappen van traditionele en overheidsbanen en zich te bewegen naar sectoren zoals grafisch ontwerp, IT, sociale media, bouw, offshoring, toerisme, media, loodgieterij, timmerwerk, eten en drinken;
  • Strategieën voor samenwerking van de publieke en private sector, bijvoorbeeld door ontwikkeling van beroepsopleidingsprogramma’s voor bedrijven;
  • Gebruik de pool van getalenteerde Europese jongeren die bereid zijn om samen te werken met MENA-jongeren voor de MENA-regio;
  • Het groeiende aantal horizontale platforms dat door jongeren in de regio is opgericht, erkennen en ondersteunen. Deze platforms helpen de jeugd zijn burgerschap te verwoorden en nieuwe sociale contracten te vormen.

Hayat Essakkati, Rami Adwan en Gilbert Doumit

Essakkati, Doumit en Adwan hadden ook twee dringende vragen voor de Europese beleidsmakers: wie zijn jullie partners in de MENA-regio en wat is jullie langetermijnvisie?

De EU en verschillende Europese regeringen moeten in hun beleid voor de MENA-regio zorgvuldig overwegen met wie ze samenwerken. Het werken met autocraten die de jonge meerderheid van de bevolking niet vertegenwoordigen, zal de impact van de programma’s op het bevorderen van werkgelegenheid en burgerschap stevig verminderen.

Doumit is zeer duidelijk over twee dingen: EU-beleid en -programma’s moeten op een meer geïntegreerde en holistische manier worden ontwikkeld, in plaats van de vele afzonderlijke ‘silo’s’ die momenteel afzonderlijke en kortetermijnprogramma’s ontwikkelen. En de regio heeft behoefte aan meer holistische langetermijnstrategieën waarbij alle partijen worden betrokken (dus ook jongeren) en die uitgaan van de waarden waar we in Europa ook vanuit gaan: vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid.

Schijn van wederopbouw in Syrië bedriegt (#HearMeToo)

Het Binnenhof kleurde vorige week oranje. Ter ere van de wereldwijde VN-campagne Orange The World, die internationaal aandacht vraagt voor geweld tegen meisjes en vrouwen. In de sociale media gebeurt dit via de hastag #HearMeToo.

Geweld tegen vrouwen is een wereldwijd en bekend probleem. Minder bekend is hoezeer vrouwen en meisjes in Syrië lijden onder ernstige vormen van geweld. In aansluiting op de campagne Orange The World voeren tweehonderdvijftig Syrische vrouwen actie, in heel Syrië én op internationaal niveau. #Spreekmetluidestem is de hashtag van het landelijke netwerk ‘Anna Hiya’ (‘Ik ben Zij’).

De Syrische activisten, onder wie een woordvoerster van Anna Hiya, schetsten afgelopen week in Den Haag een alarmerend beeld van hun vaderland. Een land dat in wederopbouw zou moeten zijn, waar de opstand is neergeslagen, waar president Assad weer stevig in het zadel zit en IS grotendeels is verdreven.

Toegenomen rechteloosheid

Naast de 6,4 miljoen Syriërs die wisten te vluchten, zijn er 4,4 miljoen ontheemden, die in het land rondzwerven. Omdat het land onveilig is, omdat hun huizen zijn verwoest of omdat ze om andere redenen niet naar hun stad kunnen terugkeren. Bijvoorbeeld naar Raqqa, het voormalig bolwerk van IS. Niet alleen vanwege de totale destructie, of vanwege de landmijnen — wellicht nog het meest vanwege de allesoverheersende geur van ontbindende lijken onder het puin, naar verluidt vele duizenden. Er heeft zich nog niemand gemeld om deze lichamen te bergen. De burgers van Raqqa kunnen niet terugkeren naar de stad die hun de adem beneemt en hen herinnert aan buren, naasten en familie die overal kunnen liggen. Laat staan dat ze aan wederopbouw kunnen denken.

Dit zijn beelden van een humanitaire ramp, die tot in detail en luid en duidelijk wordt verwoord door een deel van het Syrische volk, dat er alles aan probeert te doen om zichzelf hoorbaar te maken: #HearMeToo. Vrouwen, inmiddels in de meerderheid in het land waar zoveel soldaten en rebellen zijn gedood, schetsen een beeld van toegenomen rechteloosheid. Aan het hoofd van 80 procent van de Syrische huishoudens staat een vrouw. Dat maakt hun positie zwakker dan ooit tevoren, ook omdat ze makkelijk te gebruiken zijn in het machtsspel van de overheid, die alle oppositie in de kiem wil smoren. Bedreigingen, verkrachtingen en verdwijningen zijn aan de orde van de dag. Verkrachting is een politiek wapen tegen vrouwen geworden, stellen de Verenigde Naties in een recent rapport. Meer dan 220.000 mensen zitten gevangen in Assads gevangenissen. Ook daar zijn vrouwen in de meerderheid, waardoor het regime hun families kan chanteren.

Luide Syrische stem

Dit is slechts een greep uit de verhalen die ons voorstellingsvermogen te boven gaan. Stélden we ze ons maar voor. Wilden we ze maar zien. Maar we kijken weg. IS is uitgeschakeld, aan de heerschappij van Assad valt niet meer te tornen en de westerse coalitie, geleid door een Amerikaanse president die alleen in termen van handelsbelang denkt, wil simpelweg de portemonnee niet trekken voor wederopbouw en betere vluchtelingenopvang. Maar kunnen we de ogen sluiten voor een probleem dat het Westen zelf heeft verergerd? Willen we een onbeschermd volk aan zijn lot overlaten?

Het spook van Syrië zal ons blijven achtervolgen. Onze buren kloppen op de deur, nieuwe migraties en burgerdoden staan ons te wachten. Bovendien klinkt de luide Syrische stem in onze oren. Het Westen kan veel meer doen, stelt zij.

Solidariteit en steun

In het land zelf pleiten de Syrische vrouwen voor wetgeving die vrouwen beschermt tegen seksuele uitbuiting, kindhuwelijken en huiselijk geweld. Hun belangrijkste boodschap is dat een politieke overgangsregeling alleen mogelijk is als alle (vrouwelijke) gevangenen worden vrijgelaten. De Syriërs zullen geen vredesproces vertrouwen als niet ook wordt gesproken over de vrijlating van deze enorme aantallen gevangenen. Iedereen heeft een of meer familieleden die zijn verdwenen of gevangen genomen.

De Syrische vrouwen wijzen al jaren op het belang van VN-resolutie 1325, die vrouwen gelijkwaardig en integraal deel laat uitmaken van het politieke vredesproces. Het zijn deze vrouwen die een andere toekomst voor Syrië mogelijk maken. In Nederland, Brussel en Parijs roepen zij op tot solidariteit en steun. Ondersteun de netwerken van Syrische vrouwen en andere maatschappelijke initiatieven die al jaren van binnenuit werken aan een rechtvaardig, geweldloos en vrij Syrië. Syrië gaat ons allemaal aan, zeker zolang onze buren naast een vernietigd heden en verleden, ook geen toekomst hebben.

De dood van Khashoggi (deel 2): ‘De wereld is een akelige plek’ – zegt Trump

Op maandag 6 november 2017, de dag van de arrestatie van de Saoedische prinsen en zakenlieden en hun opsluiting in het Ritz Carlton in Riyad, liet ook President Trump van zich horen. Hij beschuldigde de arrestanten ervan Saoedi-Arabië jarenlang ‘uitgemolken’ te hebben. Diezelfde dag liet ook twitteraar Mujtahid [zie deel 1 van dit artikel] in meerdere tweets van zich horen. Zo richtte hij zich direct tot de Amerikaanse president. Hij beweerde in zijn tweets dat Mohammed bin Salman de Amerikaanse president persoonlijk zou hebben omgekocht. Dat zou gebeurd zijn bij Trumps bezoek aan de Saoedische hoofdstad Riyad in mei 2017. Een indirect aan Trump gerelateerd schip zou toen in de haven van het Saoedische Jeddah hebben gelegen. Aan boord van het schip werd een miljard dollar in cash gebracht. Een persoonlijk cadeau van Mohammed bin Salman aan Trump, zo tweette de eerder goed geïnformeerd gebleken Mujtahid, Hij gaf voor dit bericht geen bronnen.

Het jacht zou zwaar bewaakt zijn en de naam, herkomst en plaats van bestemming waren in nevelen gehuld.  ‘Niet eens de havenautoriteiten mochten het jacht naderen’, aldus Mujtahid. ‘Als het waar is dat Trump zich door Bin Salman heeft laten omkopen, zal dat enorme juridische en politieke gevolgen hebben’, concludeerde het internetplatform The Middle East Eye dat de tweet een dag later besprak. De Financial Times wijdde er ook een artikel aan maar heeft het stuk weer van het internet verwijderd. Daarna werd over dit thema niets meer vernomen. Dat kan veranderen. Verschillende Amerikaanse Senatoren hebben de afgelopen weken gezegd dat er een onderzoek moet komen naar de financiële verknopingen van de Trumps, inclusief schoonzoon Kushner, met Saoedi-Arabië. Door de recente nieuwe  machtsverhoudingen in het Amerikaanse congres is dit ook mogelijk geworden.

Misschien haalt de lastige en meestal goed geïnformeerde twitteraar Mujtahid dan alsnog zijn gelijk.

Tillerson verhindert oorlog met Qatar en wordt ontslagen

Dat Trump niet erg luistert naar ervaren adviseurs, maar vanuit zijn intuïtie en gevoel als zakenman handelt, is langzamerhand bekend. Een laatste voorbeeld is hoe hij een rapport negeerde van de Amerikaanse geheime dienst CIA, die MBS persoonlijk voor de moord op Khashoggi verantwoordelijk stelde.

In juni 2017 schreef de The American Conservative het artikel ‘Tillerson and Mattis Cleaning Up Kushner’s Middle East Mess’, verwijzend naar de zogenaamde vredesmissie in het Midden-Oosten die geleid wordt door Trumps schoonzoon Jared Kushner. Volgens het Amerikaanse kritische internetplatform The Intercept wilden Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) , in juni 2017, aan het begin van de crisis met Qatar,  dit laatste land met militair geweld veroveren en doorstoten naar de hoofdstad Doha.

Maar het sjeikdom Qatar  een belangrijk regionaal Amerikaans militair hoofdkwartier waar  tienduizend militairen en de Al-Udeid luchtmachtbasis gevestigd zijn. Het was een belangrijke uitvalsbasis van de Amerikanen voor operaties tegen terreurgroep ISIS in Irak en Syrië. Reden genoeg voor toenmalig minister van buitenlandse Zaken Rex Tillerson om een aanval op Qatar  te willen verhinderen. Een daad, die alweer volgens The Intercept,  waarschijnlijk leidde tot zijn ontslag: Tillersons veto zorgde voor een woedende Mohammed bin Zayed (MbZ) van Qatar’s vijand, de VAE. Bin Zayed was al in 1996, toen als chef-staf van het leger van de Emiraten, betrokken bij een mislukte couppoging in Qatar.

Kroonprins Mohammed bin Zayed van de Verenigde Arabische Emiraten, met een stukje skyline van Dubai op de achtergrond.

Terwijl Tillerson probeerde de gemoederen tot bedaren te brengen, verwelkomde Trump de blokkade van Qatar en twitterde hij beschuldigingen aan het adres van het land als ‘hoofdsponsor van het internationale terrorisme’. Volgens The American Conservative was de speech waarin Trump Qatar beschuldigde van het financieren van terreur ‘at a very high level’ voor een deel zelfs geschreven door de ambassadeur van de VAE, Yousef al-Oteiba. Deze ambassadeur is een bekende figuur in Washington en stond, zo wist de journalistieke site Politico, dagelijks in telefoon- en emailcontact met Kushner.

Tillerson stak zijn frustratie niet onder stoelen of banken. Tillerson en de Amerikaanse minister van Defensie James Mattis maakten duidelijk waar zij voor stonden. James Mattis ondertekende zes dagen na Trumps anti-Qatartweets met de minister van defensie Khalid al-Attiyah een deal voor de verkoop van 36 F-15 gevechtsvliegtuigen aan Qatar.

Zeker nadat Tillerson hij Trump in Juli 2017 een ‘moron’, een debiel, genoemd had, moest de kop van de minister rollen,. The Washington Post, The New York Times en The Intercept zijn eenstemmig in hun oordeel dat het geen toeval is dat Tillerson werd ontslagen precies een week voordat Mohammed bin Salman zijn reis naar Amerika begon als officiële troonopvolger van Saoedi-Arabië . Dat was vlak nadat de Qatar goedgezinde kroonprins Mohammed bin Nayef aan de kant was geschoven.

Bij de aankomst van MbS in de VS straalde zijn gezicht op het titelblad van een bijna honderd  pagina’s  dik,  rijk geïllustreerd magazine met de naam The New Kingdom in de krantenkiosken.  The Middle East Eye vond uit wie de uitgever was: de American Media Inc (AMI), hetzelfde bedrijf dat ook het uiterst Trump-gezinde blad National Enquirer uitgeeft.

De mislukkingen van MbS

In maart 2018 maakte Mohammed bin Salman een rondreis van drie weken in de VS om zijn plan Vision 2030 voor Saoedi-Arabië te promoten. Hij ontmoette er Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook, Microsoft-CEO Satya Narayana Nadella, Google-medeoprichter Sergey Brin, Magic Leap-CEO Rony Abovitz, Virgin Groupoprichter Richard Branson, Apple-CEO Tim Cook, Amazon-oprichter Jeff Bezos en nog vele anderen. De reis kreeg ruime aandacht van de media. Er bestaat daar nog steeds een vreemde fascinatie en sympathie voor het idee van ‘de hervormende autocraat’, de goede en sterke dictator die volgens verschillende westerse media een land ‘uit een achterlijk verleden naar een moderne toekomst’ kan leiden. In de loop van de daarop volgende  maanden heeft MbS in de Arabische regio de naam ‘Prins Chaos’ verworven. In buurland Koeweit wordt hij door sommigen spottend ‘Little Saddam’ genoemd.

De lijst die aanleiding gaf voor dergelijke niet complimenteuze kwalificaties is lang: de diplomatieke crisis met Canada, de handelsblokkade van Qatar, de gevangenneming en het gedwongen aftreden van de in Saoedi-Arabië geboren Libanese premier Saad Hariri (omdat Hariri ook de Franse nationaliteit heeft, bemiddelde de Franse president  Macron persoonlijk voor zijn vrijlating), de door MbS, nog als minister van defensie samen met Mohammed bin Zayed van de VAE begonnen oorlog in Jemen en de mislukte verkoop van aandelen van oliebedrijf Saudi Aramco in New York en Londen om een dreigend begrotingstekort van het land te voorkomen. Het zijn mislukkingen die van hem niet de ideale betrouwbare partner voor de VS en de rest van het Westen maken. Maar hij komt ermee weg doordat de macht bij hem als kroonprins en potentieel erfgenaam van de macht geconcentreerd is. Daarmee schakelde hij ook alles wat naast hem in het koninkrijk nog enige invloed had vrijwel uit. Het probleem is dan ook dat hij, in tegenstelling tot zijn voorgangers, als individu door geen enkele structuur, institutie of door andere leden van het koninklijk huis kan worden tegengehouden.

Hoewel Saoedi-Arabië altijd al een brute dictatuur is geweest en de rol van MbS in dat verband eigenlijk irrelevant zou moeten zijn, lijkt de  moord op Khashoggi nog lange tijd aan Mohammed bin Salman en dus  ook aan Saoedi-Arabië te zullen blijven kleven.

‘Het is erger dan een misdaad, het is een fout’.

De Saoedische minister van Buitenlandse Zaken Adel al-Jubeir noemde de moord op Khashoggi ‘a tremendous mistake’, een ongelooflijke fout. Dat  doet denken aan de uitspraak die Napoleons minister Joseph Fouché in 1804 deed over de door Napoleon georkestreerde moord  op de royalistische maar verder irrelevante Hertog van Enghien, waarover heel Europa toen geschokt was.

Fouché noemde dit later ‘erger dan een misdaad, het is een fout!’ ‘C’est pire qu’un crime, c’est une faute’. Dat was toen een wereldschandaal, maar Napoleon kwam er mee weg.

Of MbS wegkomt met de moord op Khashoggi en of hij zijn one-man-show kan voortzetten, is nog niet zeker. Hoewel de Amerikaanse geheime dienst CIA zeker weet dat MbS de opdrachtgever was, doet Trump dit bijna laconiek af met: ‘Misschien was hij het, misschien was hij het niet.’

In een verklaring op de website van het Witte Huis onderstreept Trump dat Khashoggi, de columnist voor de Washington Post, voor Saoedi-Arabië een staatsvijand was.

Een andere uitspraak van Trump: ‘Misschien moet de wereld wel verantwoordelijk worden gesteld, want de wereld is een akelige plek’.

Op dinsdag 28 november schreef vroegere CIA-chef, thans minister van Buitenlandse Zaken, Mike Pompeo, in een opiniestuk in de Wall Street Journal over de houding van de president tegenover Mohammed bin Salman: ‘We vergoeilijken de moord op Khashoggi niet, maar Saoedi-Arabië is een machtige partij voor de stabiliteit van het Midden Oosten’. Pompeo benadrukt dat Saoedi-Arabië nodig is voor de regio, en om de nog breekbare democratie van Irak veilig te stellen.

Keren de kansen? 

Op het moment van schrijven maakt MbS een reis door Arabische landen om voor zijn thuisfront te bewijzen dat hij het vertrouwen van die landen niet verloren heeft. Dat is moeilijk. In Algerije en Tunesië maar ook in Egypte ging zijn aankomst vergezeld van protesten op straat. Volgens de in Londen werkende  professor Madawi al-Rasheed is er nog een kans om te verhinderen dat MbS koning van Saoedi-Arabië wordt. Paradoxaal genoeg is dat volgens haar wanneer koning Salman komt te overlijden. Dan zijn er  nog een paar andere capabele kandidaten die als ‘overgangskoning’ zouden kunnen dienen.  Eén is de 78-jarige Khalid bin Faisal, een senior onder de prinsen, die het vertrouwen geniet van koning Salman. Hij is zoon van de overleden koning Faisal en op dit moment gouverneur van Mekka. Onlangs werd hij als persoonlijke gezant van de koning naar Turkije gestuurd om zich daar over het onderzoek naar de moord op Khashoggi te informeren. Een andere man die volgens Al-Rasheed in aanmerking komt is prins Ahmed bin Abdul Aziz, een broer van koning Salman die in 2012 minister van Binnenlandse Zaken was.

De geruchten gaan dat deze mogelijkheid de laatste maanden achter gesloten deuren in privéhuizen bediscussieerd wordt onder de senioren van de monarchie. Volgens twitteraar Mujtahid zouden veel Saoedische legereenheden in het geval van een afzetting van MbS niet bereid zijn tegen andere troepen te vechten.

Aan de andere kant van de wereld roepen de laatste dagen ook republikeinse senatoren dat de moord op Khashoggi niet zonder consequenties kan blijven. Je neerleggen bij de wereld als ‘akelige plek’ en zo de moord op een journalist excuseren, is dan evengoed een excuus voor organisaties als Al-Qaida en ISIS om door te gaan met terreurdaden.

Democratische afgevaardigden gaan ongetwijfeld in de financiële wandel van Trump en Kushner spitten. Mogelijk wordt dan ook de wereld voor hen ‘een akelige plek’.

In tegenstelling tot de dictatuur van één man, draaien de molens van een democratische rechtsstaat wat langzamer, maar als bij een diepgaand onderzoek uitkomt dat Trump zich heeft laten omkopen door Saoedi-Arabië, zullen beide van het toneel verdwijnen: Mohammed bin Salman én Trump.

De dood van Khashoggi (deel 1): Wat eraan vooraf ging

Het vermoorden, in stukken zagen en laten verdwijnen van de Saoedische journalist Jamal Ahmad Khashoggi is geen verhaal uit een film van Hitchcock  of uit de tv-serie ‘Game of Thrones’, het maakt deel uit van de buitenlandpolitiek van het Saoedische koninkrijk anno 2018. Het zicht erop wordt overigens bemoeilijkt door de verstrengeling van rivaliteiten in het Midden-Oosten waar het niet alleen om de militaire, economische en financiële belangen van staten gaat, maar evengoed om de individuele belangen van de spelers die aan de touwtjes trekken. Hoe dat precies in zijn werk gaat, is van buitenaf – maar evengoed van binnenuit –   nauwelijks te doorgronden door het haast mystieke waas van geheimzinnigheid dat de machtsstructuren van het Saoedische koningshuis omgeeft,.

De moord in het Saoedische consulaat in Istanboel op 2 oktober brengt intussen meer dan alleen de brutaliteit van dat dictatoriale koninklijke regime aan het licht. Ze laat ook het morele failliet van de politiek in het Westen zien, en het failliet van de media, die zulke dingen ongestraft laten gebeuren. Zo is opmerkelijk, dat de aandacht in veel opiniestukken in Europese media niet uitgaat naar het het verwerpelijke optreden van het Saoedische koningshuis, maar dat verwijtend wordt gewezen naar Turkije, als het land dat in de regio politiek het meest van dit schandaal zou profiteren.

Lange lijst verdwijningen

Saoedi-Arabië, ook wel het land van de 5000 prinsen genoemd, wordt sinds zijn oprichting geregeerd door middel van carrot-and-stick: loyaliteit van onderdanen en leden van de Familie al-Saoed wordt beloond, gebrek aan loyaliteit gestraft. Wie zoet-is-krijgt-lekkers, wie-stout-is-de-roe, maar dan op z’n Saoedisch. Trouwe volgelingen delen in de olierijkdom en krijgen goede posities, wie zich kritisch opstelt, loopt flinke kans op intimidatie, opsluiting, foltering of dood.

Het spoorloos laten verdwijnen van dissidenten en critici van het regime, ook als ze zich, zoals Khashoggi, in het buitenland bevinden, gebeurt niet pas sinds Mohammed bin Salman kroonprins is: het heeft een lange traditie in het land. Wel wordt het door geavanceerde opsporingsmethoden steeds geraffineerder. Het land beschikt over een cyberleger dat wereldwijd dissidenten het leven zuur tracht te maken of erger.

Nasir al-Said, de schrijver van het boek ‘Tarikh al-Saud’ (‘Geschiedenis van al Saoed’) uit 1960, waarin hij harde kritiek aan het adres van Saoedi-Arabië uitte, werd in 1979 door een door Saoedi-Arabië betaalde Palestijnse groep uit Beiroet ontvoerd. Er is nooit meer iets van hem  vernomen. Daarnaast verdwenen de afgelopen jaren drie in Europa wonende Saoedische prinsen die kritiek hadden op het koningshuis. Sultan bin Turki bin Abdulaziz, neef van Koning Fahd, werd in 2003 in Genève ontvoerd en tegen zijn zin naar zijn vaderland gebracht. Prins Turki bin Bandar verdween uit Parijs in 2015. Daarvóór postte hij twee jaar lang filmpjes op YouTube waarin hij opriep tot hervormingen, en stond hij in nauw contact met de activist en blogger Wael al-Khalaf. Rond dezelfde tijd verdween Prins Saud bin Saif al-Nasr die vaak was te vinden in luxueuze Europese hotels en casino’s. Vanaf 2014 bekritiseerde hij de Saoedische monarchie en riep hij op tot vervolging van Saoedische  ambtenaren die geholpen hadden de Egyptische president Mohammed Morsi af te zetten. In september 2015 riep een anonieme briefschrijver ertoe op om koning Salman van de troon te stoten. Saud bin Saif al-Nasr twitterde enkele dagen later dat de mensen in Saoedi-Arabië de straat op moesten gaan om te protesteren. Het is het laatste dat van hem vernomen is. Hetzelfde lot trof achttien andere Saoedi’s die in het buitenland woonden. Vermoedelijk zijn ze met privévliegtuigen naar Saoedi-Arabië ontvoerd. Een andere dissident, prins Khaled bin Farhan, vluchtte 2013 naar Duitsland. Daar zit hij nog steeds ondergedoken  uit angst om ontvoerd te worden.

Sinds de dood van Khashoggi wijzen Human Rights Watch en Amnesty International nog eens extra op het lot van vrouwelijke dissidenten zoals Samar Badawi en Nassima al-Sada in Saoedische gevangenissen.

En dan zijn er nog de executies van buitenlandse werknemers die in het land ter dood waren veroordeeld. Zo werd onlangs voor de vierde opeenvolgende keer een Indonesische arbeidsmigrant geëxecuteerd zonder dat de Indonesische overheid daar überhaupt over geïnformeerd werd.

Het Saoedische trollenleger

‘Deze  nieuwe dolgedraaide internationale terreur kan niet meer door propaganda aan het zicht worden onttrokken’, schreef de New York Times na de moord op Khashoggi. Met het woord ‘nieuw’ negeerde de krant het feit dat dit soort moorden en ontvoeringen al zeker veertig jaar aan de gang zijn. Digitale opsporingsmethoden en online propaganda nemen als hulpmiddelen voor het oefenen van die terreur daarbij steeds geraffineerder vormen aan. Intimidatie via internet, vooral via Twitter, heeft er de afgelopen weken voor gezorgd dat meerdere Saoedische twitteraars in de Verenigde Staten en Europa ondergedoken zitten. Onder wie de Saoedische vrouwenrechtenactiviste Manar al-Sharif, die 230.000 volgers op Twitter. In een livestream kondigde ze aan Twitter op te geven uit angst voor haar leven.

“The new Kingdom”, een propagandamagazine dat in de VS verscheen bij het bezoek van Mohammed bin Salman.

Twitter genoot sinds het begin van de Arabische revoluties in 2010 grote populariteit in het Midden-Oosten. Ook veel Saoedi’s hoopten dat de berichtendienst de individuele burger een stem kon geven en een democratisch instrument zou worden. In plaats daarvan werd Saoedi-Arabië een voorbeeld van hoe Twitter kan worden gebruikt om tegenstanders het zwijgen op te leggen en hoe autoritaire regimes sociale media kunnen manipuleren. Het koninkrijk beschikt over een cyberleger van bots en trollen, de ‘thubab’, wat ‘vliegen’ of ‘horzels’ betekent. Wereldwijd maakt het dissidenten het leven lastig. De horzels worden aangestuurd door een – ook bij de moord op Khashoggi betrokken– topadviseur van Mohammed Bin Salman ofwel MBS. Saud al-Qahtani werkt vanuit een boerderij-achtige nederzetting buiten Riyad. Hij is ook degene die Saoedische dissidenten op de zwarte lijst zet, hen opspoort, waarna ze online en/of fysiek worden aangevallen. Terwijl de wereld met afschuw, maar ook met verbaasde fascinatie het nieuws over de ontwikkelingen in de moord op Khashoggi volgt, kunnen de Saoedi’s zelf alleen maar hopen niet op deze lijst terecht te komen. De Canadese regering en klokkenluider Edward Snowden vanuit zijn woonplaats Moskou beschuldigen intussen het Israëlische bedrijf NSO ervan Saoedi-Arabië hierbij geholpen te hebben met behulp van de geavanceerde spionagesoftware Pegasus.

In Saoedi-Arabië zelf is discussie over de intriges en de worstelingen om de macht volslagen taboe. Zelfs over de gezondheid van prinsen mag niet openlijk gesproken worden. Een journalist van persbureau Reuters die schreef dat een belangrijk lid van de koninklijke familie getroffen was door kanker, moest meteen het land uit.

Een twitterende luis in de pels van de macht

Over de machtsverhoudingen, over de stelselmatige geheimzinnigheid en de eeuwige roddels die voorafgaan aan  officiële bekendmakingen, schrijft Madawi al-Rasheed. Ze is kleindochter van een door het Huis Al-Saoed verdreven emir van het emiraat Jabal Shammar (ook wel bekend als Haʾil). Madawi al-Rasheed  is professor in de sociale antropologie aan King’s College in London en internationaal gerenommeerd kenner van Saoedi-Arabië. In haar publicaties beschrijft ze niet alleen de verhoudingen binnen het koninkrijk maar verwijst ze ook naar de nieuwe online-dissidenten die veel gewicht in de schaal leggen bij het blootleggen van informatie  uit de binnenste kring van de met geheimzinnigheid omgeven Saoedische monarchie.

De behoefte aan echte informatie vanuit deze koninklijke kringen heeft een nieuw Twitter- fenomeen doen opstaan: de mysterieuze klokkenluider en ‘rebel-twitteraar’ Mujtahid ibn Harith ibn Hamam. Sinds 2011 wist hij meer dan twee miljoen volgers te verzamelen. Onder de naam Mujtahidd twittert hij geheime informatie over het machtsapparaat van het koninkrijk de wereld in. In westerse media wordt hij soms een Saoedische Julian Assange genoemd. Voordat er überhaupt sprake van was, voorspelde hij de afzetting van Mohammed bin Nayef als kroonprins door Koning Salman en de benoeming van Mohammed bin Salman. Dat stuitte op ongeloof. Totdat het gebeurde. Mujtahid twitterde daarna dat de commandant van de Saoedische Nationale Garde, prins Miteb bin Abdullah (zoon van de overleden Koning Abdullah), de volgende zou zijn die zou worden afgezet. Opnieuw ongeloof, Bovendien deden de trollen van de staat, de ‘thubab’, dit af als fantasie.

Tweets van @Mutjahidd, de geheimzinnige Saoedische klokkenluider, over een schip met 1 miljard dollar aan boord.

Maar in november 2017 werd Miteb bin Abdullah niet alleen van zijn functie ontheven: hij werd ook gevangengezet in het Ritz Carlton Hotel in Riyad, samen met 326 zakenmannen en elf prinsen.

Naast Prins Miteb werd daar ook een andere machtige zoon van koning Abdullah gevangen gezet, prins Turki bin Abdullah, voormalig gouverneur van de Saoedische hoofdstad Riyad. En onder de gevangenen bevond zich ook miljardair en wereldwijde investeerder prins Alwaleed bin Talal. Saillant detail: ook hij was in het bezit van een substantieel pakket aandelen in Twitter.

Mujtahid kreeg dus gelijk. Met zijn correct gebleken voorspellingen over belangrijke beslissingen aan de top van de macht wekte hij dan ook de indruk over zeer goede contacten te beschikken. Over zijn ware identiteit wordt her en der gespeculeerd. De Financial Times vermoedt dat hij de in London wonende dissident Saad al-Faqih is, maar eigenlijk speelt dat geen rol. De inhoud van zijn tweets is interessant omdat hij anticipeert op wijzigingen in de koninklijke pikorde en bericht over corruptie in de regering. Daarnaast staan er smeuïge details over het privéleven van verschillende prinsen in zijn tweets. Door de bank genomen is Mujtahid kritisch over hen die aan de knoppen van de macht zitten. Maar ook over hervormers, over de  islamisten en over de ‘ulema’ – de islamgeleerden die het regime legitimeren. Hij wil de huichelaars ontmaskeren. Ware islam betekent voor hem afwijzing van onrecht, onderdrukking en corruptie. Mujtahidd: ‘Ik verspreid informatie om de huichelaars onder intellectuelen, geleerden en islamisten te ontmaskeren’. Zo wijst Mujtahid met naam en toenaam, de veelal Egyptische adviseurs aan die voor veel beslissingen verantwoordelijk zijn, vaak tot ergernis van de officiële functionarissen in  zijn land. De populariteit van Mujtahid zal niet afnemen zolang Saoedi-Arabië met ijzeren vuist wordt geregeerd door één man, Mohammed bin Salman, een man die zich omgeeft met buitenlandse adviseurs en andere ingehuurde krachten.

 Hoe MbS aan de macht kwam  

Het aan de kant zetten van voormalig kroonprins Mohammed bin Nayef en de benoeming van Mohammed bin Salman (MbS) tot kroonprins door koning Salman bin Abdoelaziz al Saoed  vond plaats in juni 2017. Dat was vijf maanden nadat Donald Trump was geïnaugureerd als president van de Verenigde Staten op 20 januari 2017.

De voorbereidingen voor die machtswisseling die de benoeming feitelijk is, en die mede afhankelijk was van Amerikaanse steun,  kwam ergens begin 2017 op gang. De Amerikanen en vooral de Amerikaanse president en zijn kleine kring van vertrouwelingen zijn nauw verbonden met de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman. Dat neemt niet weg dat Trumps voorgangers meestal eerst de buurlanden Mexico en Canada bezochten. Trumps eerste reis naar het buitenland in mei 2017 ging echter naar Saoedi-Arabië. In de Saoedische hoofdstad Riyad ontmoette hij naast Koning Salman ook de toenmalige kroonprins Mohammed bin Nayef, terwijl al vaststond dat hij er bij de koning op zou aandringen Mohammed bin Salman tot troonopvolger te benoemen.

Een van de vele lofzangen per tweet van President Trump op de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman.

De grote mentor van Mohammed bin Salman is de kroonprins en de facto heerser van de Verenigde Arabische Emiraten Mohammed bin Zayed, ook wel bekend als MbZ. Deze had in de periode tussen de verkiezingen en de inauguratie van Trump in New York meerdere ontmoetingen met leden van Trumps overgangsteam Jared Kushner (schoonzoon van Trump), Steve Bannon (Breitbart) en Michael Flynn (de latere Nationale Veiligheidsadviseur die moest aftreden). In het team zaten ook Trumps zonen Donald, Eric en dochter Ivanka, maar dit terzijde.

Mohammed bin Zayed,  bekend om zijn negatieve houding tegenover Iran en Qatar en om zijn banden met Israël, heeft in deze gesprekken gelobbyd voor MbS als troonopvolger. Hij, MbZ, ziet de Saoedische MbS als bondgenoot in de oorlog in Jemen en in het verdedigen van de politieke belangen van de relatief kleine Emiraten tegen Qatar en het machtiger wordende Iran. De Emiraten hebben Saoedi-Arabië nodig, zoals Saoedi-Arabië, groot als het land is, ook bondgenoten in de regio nodig heeft. Niet alleen Mohammed bin Zayed sprak tussen de verkiezingen en de inauguratie van Trump met leden van het overgangsteam van Trump: ook de Saudische generaal en chef van de geheime dienst Ahmed al-Assiri – een goede vriend van MbS en nu betrokken bij de dood van Khashoggi – ontmoette Michael Flynn en andere leden van het overgangsteam. Ook de chef van de ‘thubab’ het Saoedisch trollenleger, Saud Al-Qahtani was hierbij aanwezig.

De verstrengeling van de Trumps met Mohammed bin Salman is niet uniek. Ze grijpt inmiddels terug op een traditie die al bestond lang voordat Trump eraan dacht president te worden.

Amerikaanse presidenten hebben al driekwart eeuw een persoonlijke verstandhouding met het Saoedische Koningshuis. De relatie gaat terug tot de ontmoeting van President Franklin D. Roosevelt met de eerste Saoedische koning Abdul Aziz ibn Saud (vader van alle latere koningen) op het oorlogsschip de USS Quincy in het Suezkanaal op 14 februari 1945. De toen gesloten deal van’olie en veiligheid’ heeft vijf Saoedische koningen en dertien Amerikaanse presidenten lang standgehouden. Bij alle kritiek op Trump moet zeker worden vermeld dat ook president Obama in 2016 de huidige kroonprins Mohammed bin Salman in het Witte Huis ontving.

Maar wat voor de Amerikaanse presidenten tot nu toe vooral internationale politiek was, is voor Trump vooral ook een persoonlijk, zakelijk belang,  omdat hij afhankelijk is van geld uit de Golf voor investeringen in zijn vastgoed in de VS. Deze kant van zijn presidentschap is enigszins veronachtzaamd door alle aandacht die uitging naar de Rusland-connectie van deze president.

Lees in het tweede deel van dit artikel de voorlopige ontknoping van dit live koningsdrama. Lees ook waarom de moord op Khashoggi erger is dan een politieke misdaad. En hoe MbS zijn nieuwe macht mogelijk misbruikte om tegenstanders uit de weg te ruimen. En hoe een vermeend schip met een miljard dollar voor een Amerikaanse vriend vergaande consequenties kan hebben. 

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.