De teloorgang van de beroemdste straat van Istanbul
In de hoogtijdagen van de straat liepen hier op zaterdag en zondag minstens 1 miljoen Turken en toeristen. Drie miljoen volgens Wikipedia, maar dat lijkt me overdreven. Het bekendste symbool van de veel gefotografeerde straat zijn de ouderwetse rode trammetjes uit de Ottomaanse tijd.
De populariteit van de straat, tevens de slagader van het drukste uitgaansgebied in Istanbul, Taksim, is afgelopen jaren fors afgenomen. Internationale hotels, zoals het Franse Mama Shelter, de betere restaurants, zoals The House Cafe, bars, galeries, en mooie winkels als Paşabahçe voor luxe glaswerk, hebben hun deuren gesloten. Veel van het nachtleven en de jeugdcultuur verplaatste zich naar de studentenwijken Beşiktaş en Kadıköy. Die beleven een enorme opbloei van hipster bars, koffietentjes, restaurantjes, en tatooshops.
De populariteit van Istiklal is ook ingezakt door de toestroom van Arabische toeristen, die hier vaak komen voor haartransplantaties en neuscorrecties. Veel Turken houden niet van Arabieren. Ze vinden hen arrogant en ongemanierd.
De nu al vijf maanden durende werkzaamheden over de hele lengte van de straat doen het imago van de Istiklal ook weinig goed. Je wordt er depressief van.
Extra irritant zijn de overstromingen na elke forse regenbui. Vorige week was het weer raak. De straat veranderde in een rivier na een voorjaarsbuitje. Het gemopper over dit steeds weer terugkerende ongemak en het op talloze plaatsen opengebroken wegdek domineerden social media. Foto’s van de huidige ellende en kiekjes van hoe het vroeger was, werden massaal gedeeld en geliked. Columnisten schreven de frustratie van zich af.
De overstromingen van de Istiklal en talloze andere straten en wegen in de stad zijn te wijten aan een gebrek aan capaciteit van het rioolstelsel en het feit dat veel afvoerpijpen van dakgoten niet zijn aangesloten op rioolbuizen maar direct lozen op de trottoirs.
Om de bewoners enigszins gerust te stellen, gaf de gemeente afgelopen week uitleg over de werkzaamheden en publiceerde beelden van de Istiklal na de renovatie. Dat leidde tot nog meer verontwaardiging. Wat blijkt? In de plannen van de gemeente wordt de straat zo steriel dat er van de oude charme niets overblijft. Het belooft de laatste akte te worden in dit treurspel met de optimistische titel ‘Omgekeerde Verpaupering’.
Voor de leegloop, verloedering en teloorgang van de straat zijn drie hoofdoorzaken:
1) Het toerisme is ingezakt. Er worden vooral minder stedentrips geboekt. Cruiseschepen leggen hier niet meer aan. Dit jaar zijn er al 58% minder Duitse toeristen, normaal de grootste groep. Ook uit andere EU-landen is de teruggang dramatisch. Spanje en Griekenland doen goede zaken nu Turkije uit de gratie is.
2) De afschaffing van de huurbescherming en de in 2014 ingevoerde regel dat huurders die 10 jaar of langer in een pand zitten er zonder reden uitgezet mogen worden. Daarmee gaf de gemeente eigenaren de vrije hand om de huren fors op te schroeven. Kleine zelfstandige ondernemers, die zoveel kleur gaven aan de straat, draaien te weinig omzet om de exorbitante huurverhogingen op te hoesten.
Zo heeft de oude boekhandel Robinson Crusoe naast het Nederlandse Consulaat zijn deuren gesloten. Dat geldt ook voor het ouderwetse winkeltje Kelebek van de joodse familie Avramoğlu, met zijn houten plafond en lambrizering, eigendom van de belendende franciscaner Maria Draperis-kerk. Drie generaties van de familie Avramoğlu verkochten hier bijna 80 jaar korsetten en ander corrigerend ondergoed voor vrouwen. De legendarische patisserie Inci verdween. Net als mijn favoriete snoepwinkel Istiklal Kuruyemiş, waar ze ook nootjes en allerlei soorten Turks fruit verkochten. Omlaag getrokken rolluiken, volgespoten met grafitti, naast internationale brands zoals Starbucks, Zara, McDonald’s en Nike domineren nu het straatbeeld.
3) Gebrek aan veiligheid en politieke onrust. De gezelligheid is weg. Er hangt een onbehaaglijke sfeer. Vorig jaar sloegen terroristen in Istanbul niet minder dan zes keer toe. Daarbij verloren 150 mensen het leven. In maart vorig jaar probeerde een zelfmoordterrorist ook in deze winkelstraat zoveel mogelijk mensen de dood in te sleuren. Drie Israëlische en een Iraanse toerist kwamen om. En dan was er nog de militaire staatsgreep in de zomer, met zeker 270 doden.
Istiklal is traditioneel de plek voor demonstraties en politieke protesten. Denk aan de tienduizenden die er liepen uit solidariteit met de Geziprotesten in de zomer van 2013. De gay pride parades. De vrouwen die voor hun rechten en tegen geweld tegen vrouwen demonstreren. Protesten tegen het schenden van de mensenrechten, het opsluiten van Koerdische parlementsleden, burgemeesters, journalisten, en het sluiten van kranten en andere media.
Bij protesten tegen de regering treedt de oproerpolitie meestal massaal en met buitensporig geweld op, met veel traangas en waterkanonnen. De tolerantie voor anti-regeringsprotesten is in Turkije minimaal.
Nederlands erfgoed
Istiklal Caddesi is ook de straat waar enkele sporen van het Nederlandse erfgoed te vinden zijn uit de tijd de straat nog Grande Rue de Péra en Istanbul nog Constantinopel heette, en reizigers de stad, juist om deze wijk met zijn Europese uitstraling, het ‘Parijs van het Oosten’ noemden.
Waar de Friese exotische danseres Mata Hari flaneerde, de protestantse staatsman dr. Abraham Kuyper in de Nederlandse ambassade werd bijgepraat over de geschiedenis van het Ottomaanse Rijk en de laatste roddels over de sultan en paleisintriges toen hij van 15 mei tot 15 juni 1907 in Istanbul/Constantinopel verbleef tijdens zijn reis ‘Om de oude Wereldzee’ (Middellandse Zee).
De straat waar Willem-Alexander en Máxima in 2012 op witte Gazelle stadsfietsen reden tijdens de viering van 400 jaar vriendschappelijke betrekkingen tussen Nederland en Turkije. Wat een heksentoer was dat, tussen alle opdringerige fotografen, cameramensen en het verbaasde winkelend publiek.
Ander Nederlands erfgoed aan deze straat is het Turhol Han gebouw, op nog geen honderd meter van het Palais de Hollande, waarin het Nederlandse consulaat is gevestigd. In dit Turkije-Holland handelsgebouw had de Nederlandse pionier en handelaar Frans van ’t Hooft uit Leiden sinds 1910 zijn kantoor en pakhuis. Hij zou later de eerste vertegenwoordiger van de KLM in Istanbul worden en was van 1957 tot 1959 vice-consul.
Even verderop staat het eerste art-nouveau gebouw van Istanbul, dat de Italiaanse architect Raimondo D’Aronco in 1901 bouwde in opdracht van sultan Abdülhamit II voor diens Nederlandse hoofd-kleermaker en modeontwerper Johannes Botter.
De Ralph Lauren avant la lettre noemde zich hier John en ontwierp sinds 1894 herenkleding voor de sultan en voor de Europees georiënteerde elite van de stad, geïnspireerd door wat er in die tijd in Londen mode was. Ook voor Mustafa Kemal Atatürk, de vader des vaderlands en de eerste president van Turkije, ontwierp Botter kleding.
Het naar deze sterrencouturier vernoemde huis, ook wel Casa Botter genoemd, is het mooiste art nouveau gebouw in de stad. De gevel is versierd met rozen, bloemmotieven aan de balkons, en Medusa-hoofden aan beide flanken van het adembenemende herenhuis. Beneden was de luxe showroom waar hij naast herenkleding ook accessoires, toilet- en reisartikelen verkocht. Op de andere verdiepingen waren zijn atelier en het woongedeelte waar hij met zijn vrouw en vijf kinderen woonde.
Helaas is het gebouw totaal verwaarloosd en staat het al tientallen jaren leeg. Volgens de geruchtenmolen staat het op de nominatie gerenoveerd te worden om er een boetiekhotel van te maken, maar om een of andere reden wordt er maar niet mee begonnen. Zo staat het kroonjuweel van de art nouveau-architectuur in Istanbul dichtgetimmerd te verkrotten.
De sporen van de Nederlandse aanwezigheid in Istanbul zijn juist hier te vinden, omdat deze wijk de woonplaats was van de niet-moslimse buitenlanders sinds de verovering van Constantinopel door de Osmaanse Turken in 1453. Grieken, Joden, Armeniërs, Italianen, Britten, Russen, Fransen, Nederlanders en andere Europeanen streken hier neer. Daarom bouwden de christelijke landen in deze wijk, meestal aan de Istiklal-straat, ook hun ambassades, die in 1923 na de verplaatsing van de hoofdstad naar Ankara in rang werden verlaagd naar consulaat.
Kerken en synagogen
Aangezien dit al eeuwen de wijk is waar christenen en joden wonen, tref je hier ook veel kerken en synagogen aan. De grootste kerk is de Italiaanse St. Antonius van Padua kerk, waar de latere paus Johannes de 23e tien jaar preekte voor hij in 1958 paus werd. Hij kreeg de eretitel ‘vriend van de Turken’, omdat hij zo van Turkije hield en goed Turks sprak.
De straat is ook vaak het toneel geweest van demonstraties en politieke protesten. Sinds 1995 komen elke zaterdag moeders bijeen voor een sit-in demonstratie om de overheid te vragen naar het lot van hun geliefden die in de jaren ’90 zonder enig spoor verdwenen. Vaak ontvoerd, gemarteld en vermoord. Deze ‘zaterdagmoeders’ blijven het winkelend publiek en de toeristen herinneren aan een van de zwartste bladzijden uit de recente geschiedenis van Turkije.
In september 1955 leek de straat meer op een oorlogszone. Tanks en militairen patrouilleerden er en herstelden orde en gezag nadat tienduizenden nationalisten op georganiseerde wijze en op massale schaal, negen uur lang, winkels, huizen, scholen, restaurants, en andere gebouwen van Grieken en andere niet-moslimse minderheden plunderden, vernielden en in brand staken. De politie stond erbij en keek er goedkeurend naar. Zeker tien Grieken werden vermoord tijdens deze Turkse versie van de Kristallnacht. In sommige zijstraten van de Istiklal, en in de wijken Tarlabasi en Fener zijn nog huizen van Grieken te zien met littekens van die haatexplosie.
De pogrom leidde tot een uittocht van zeker 15.000 Grieken. Een leegloop die sindsdien niet meer is opgehouden. Het aantal Grieken in de stad is ineengeschrompeld van 65.000 in 1955 tot amper 2.500 nu.
De etnische zuivering van dit deel van de stad wordt nu voltooid als gevolg van het neoliberale beleid van de gemeente. Inzetten op ‘omgekeerde verpaupering’ betekent vrij spel voor de meest kapitaalkrachtigen en het verdwijnen van de kleine winkeliers en ambachtslieden die meestal deel uitmaakten van de niet-moslimse minderheden. Het gevolg: een verschraling van het winkelaanbod en het verdwijnen van de etnische en religieuze diversiteit in ook dit deel van de stad. Meer kleding- en schoenenzaken, en fastfood tenten van Turkse en internationale ketens, en minder zelfstandige familiewinkels als Kelebek.
Recente reacties