Yalla, yalla, yalla… dansen op de Qasioen, nog één keer
Schiphol, begin maart 2011: wij melden ons aan bij de incheckbalie voor onze vlucht naar Amman, het beginpunt van een rondreis door Syrië, Libanon en Jordanië. Drie grondstewardessen verwelkomen ons. Donker haar, donkerbruine ogen, het is duidelijk dat ze afkomstig zijn uit de regio.
“Wanneer komt u terug?’ vraagt een van hen Een intrigerende vraag. De toon reikt verder dan gastvrije interesse, We horen er iets ondefinieerbaars in, iets dwingends, kijken elkaar onzeker aan en raadplegen onze reispapieren: “Dinsdag 22 maart. Hoezo?”
“O, dan bent u in ieder geval op tijd terug, ’’ luidt het bondige antwoord. De lange rij achter ons biedt geen tijd daar nog op in te gaan.
Enigszins verwonderd laten we de gewenste labels op onze bagage aanbrengen en lopen door naar de gate.
***
Damascus, zaterdag 5 maart 2011. Op ons programma staat voor het eind van de dag een bezoek aan de Qasioen, de kale berg waartegen de Syrische hoofdstad opkruipt. We willen er genieten van het warme avondzonlicht op deze geweldig sfeervolle Arabische metropool.
Mohammed, onze gids, pikt ons rond vier uur op bij het hotel, midden in de stad. In zijn 4WD, net ontdaan van een dikke laag stof, rijdt hij in een sloom tempo door straten, steegjes, boulevards, de berg op. Het is de inleiding van wat een ontspannen namiddag belooft te worden.
Op een van de uitkijkpunten treffen we cafeetjes aan, eethuizen, voetballende jochies, verliefde stellen en opvallend mooi door leeftijd getekende ouderen. Kortom: een en al aangename levendigheid. Maar er wacht ons nog een verrassing. Vanuit een van de lager gelegen haarspeldbochten horen we motorgepruttel, vergezeld van een zwarte rookpluim: daar komt een gammel busje aangereden, waaruit de voor deze landen zo kenmerkende weemoedige muziek schalt.
Het doet een beetje inbreuk op onze vredige stemming, maar we krijgen er een hoop vrolijkheid voor terug. Het voertuig komt tot stilstand en uit alle openingen vallen jongelui naar buiten. Een gettoblaster: nog meer muziek waarop hartstochtelijk gedanst en gezongen wordt. Een aandoenlijk schouwspel, en we worden al spoedig uitgenodigd aan te klampen in de dansrij. De jongens en meiden genieten, en wij genieten met hen mee: yallah, yallah, yallah!
Wie had kunnen denken dat er tien dagen later in Damascus de eerste grote demonstratie tegen het regime zou worden gehouden: de eerste opmaat tot een ontluisterende burgeroorlog? Hoe vaak zouden deze jongeren nog in hun busje de Qasioen op zijn gereden om er uiting te geven aan hun zorgeloosheid? Wat zou er van hen zijn geworden? En wat wist de grondstewardess, enkele dagen eerder op Schiphol?
Ter introductie…..
Marianne Kuijpers en Mart Lerou zijn beiden 66 jaar en hebben een gedeelde passie voor avontuurlijke reizen naar het onbekende. “Sinds onze spontane ontmoeting in 2001 zijn we vele windrichtingen ingeschoten,” zeggen ze. “Ons doel is om andere mensen te ontmoeten in hun eigen habitat, hun culturen te proeven, te zien, te horen en te ruiken.”
Wat het Midden-Oosten betreft, hebben Marianne en Mart in een tent in de Witte Woestijn in Egypte geslapen, thee gedronken bij een gezin in Syrië én een chique high tea in het Emirates Palace in Abu Dhabi genoten, pootje gebaad in de Dode Zee, gewinkeld in een moderne souk in Beiroet, en Damascus en Aleppo bezocht, vlak voordat de burgeroorlog er uitbrak. En ze zijn nog lang niet uitgereisd: hun volgende trip voert hen naar onder meer Iran.
Mart heeft daarnaast een passie voor fotografie. “Van mijn ouders mocht ik, als ik tot mijn achttiende niet gerookt had, een muziekinstrument uitkiezen,’’ vertelt hij. “Eenmaal zover koos ik voor een ander instrument: namelijk een fototoestel. Want ik was toen al verslingerd aan fotografie. Ik werd verrast met een Asahi Pentax, een van de eerste spiegelreflexcamera’s. Aanvankelijk fotografeerde ik in zwart/wit. Van oudsher heb ik een belangstelling voor grafische lijnen en structuren.”
Gedurende diverse reizen bleef hij gepassioneerd fotograferen: landschappen, portretten, architectuur, details, steeds met dezelfde kritische blik. Zijn fotografie bekende op zeker moment kleur. “Door mijn komaf en opleiding heeft architectuurfotografie nadrukkelijk mijn voorkeur,’’ vertelt hij. “Maar frappant genoeg is een van mijn allermooiste foto’s er een van drie mannen gehuld in mooi strijklicht.” Zie bijgaande foto uit Aleppo, maart 2011.
“Mijn vader, van wie ik een passie voor vorm, lijn en kleur heb geërfd, zei altijd: Je kunt wel kijken maar zie je het ook?”Op gezette tijden zal op de site van het Grote Midden Oosten Platform te zien zijn hoezeer Mart Lerou deze aanbeveling ter harte heeft genomen, begeleid door een kort, onbevangen reisverslag. De site van Mart Lerou: www.behance.net/martlerou
Deel dit bericht via
Recente reacties