Foto Palácio do Planalto Attribution 2.0 Generic license.

Wie redt Israël van de Groot-Israël-gedachte?

Afgelopen woensdag riep de Israëlische premier Netanyahu de pers bijeen voor een ‘dramatische aankondiging’. Een uur voor de persconferentie gonsde het al van de geruchten: zou Netanyahu een samenwerking met de extreemrechtse partij Otzma Yehudit beginnen? Zou hij gaan aankondigen dat de aankomende verkiezingen zijn laatste worden? Vlak vóór de – op het laatste moment uitgestelde – persbriefing lekte de inhoud alsnog uit: het betrof hier een radicale verkiezingsbelofte: bij verkiezingswinst gaat Netanyahu de Jordaanvallei annexeren.

Los van het feit dat het hier een flagrante schending van het internationaal recht betreft, is de belofte van Netanyahu om drie redenen weinig nieuwswaardig: allereerst is de Jordaanvallei de facto allang geannexeerd. Bewegingsvrijheid is voor de Palestijnse inwoners iets waar ze slechts van kunnen dromen. Ten tweede: in april deed Netanyahu exact dezelfde verkiezingsbelofte. De derde reden is zo simpel dat je hem bijna zou vergeten: aanstaande dinsdag vinden nieuwe verkiezingen voor de Knesset plaats. Reden te meer om alle politieke uitlatingen met een flinke korrel zout te nemen.

De Jordaanvallei. Foto Udi Steinwell Pikiwiki Israel Attribution 2.5 Generic

Toch zijn de uitspraken van de langstzittende premier van Israël ooit, illustratief voor de huidige politieke situatie in Israël, waar de tweestatenoplossing alláng niet meer als serieuze optie wordt overwogen. Om de ideologische strijd hieromtrent beter te begrijpen, zetten we een stap terug in de tijd. Dat doen we dit keer vanuit Israëlisch perspectief. Dat de bezettingspolitiek in strijd is met de Geneefse Conventies en resoluties van de VN Veiligheidsraad staat buiten kijf.

De Israëlische politiek ten aanzien van de beide oevers van de Jordaan kenmerkt zich al vóór de stichting van de staat Israël door een oerdilemma: willen we een Joods Israël of een Groot Israël?
Vladimir Ze’ev Jabotinsky mag de geestelijk vader van “Groot Israël” genoemd worden. Zijn visie – revisionistisch zionisme – beziet de wereld als inherent vijandig ten aanzien van het jodendom. De pessimistische ideologie kreeg prominentie door het juist “voorspellen” van de teleurstellende uitvoering van de Balfourverklaring (de Britse belofte uit 1917 voor een Joods thuisland in Palestina) en zelfs de ultieme catastrofe van de Holocaust.

Ze'ev Jabotinsky

Opvallend is dat Jabotinksy zich in zijn toekomstbeeld van een Groot Israël niet baseert op de Bijbel. Hij ontleent zijn visie aan (een nogal discutabele interpretatie van) internationale verdragen, die zionisten het recht zouden geven zich te vestigen aan beide oevers van de Jordaan. Jabotinsky zag in dat dit tot problemen met de Arabische bevolking zou kunnen leiden en karakteriseede de strijd vooral als een demografische: ‘We lopen een marathon tegen de Arabieren. Degene wiens bevolking het snelst groeit, wint.’

Ook David Ben-Gurion en zijn socialistische medestanders onderkennen het probleem van een demografische strijd. Voor hen is dat echter reden om te opteren voor een Joods Israël. Revisionistische zionisten onderschatten het demografisch “probleem”, met als meest zwarte scenario een Israël dat misschien wel groot is, maar waarin de joodse bevolking een minderheid vormt.
De Zesdaagse Oorlog, waarin Israël zowel Oost-Jeruzalem als de Gazastrook, de Sinaï, Westelijke Jordaanoever en Golanhoogten bezet, brengt de linkse regering dan ook ernstig in verlegenheid: terugtrekking uit de bezette gebieden brengt mogelijk gevaar met zich mee, annexatie betekent het einde van Israël als puur Joodse staat.
Het idee dat terugtrekking gevaar met zich meebrengt, vindt vooral gehoor aan de rechterzijde van de politiek. Volgens aanhangers van het seculier revisionisme – vanaf 1973 verenigd in de partij Likud – zijn de bezette gebieden een vereiste voor het beschermen van het hartland van Israël, een slechts enkele tientallen kilometers bede laaglandvlakte die anders van alle kanten overrompeld zou kunnen worden. Dat dit tot gevolg heeft dat miljoenen Palestijnen onder militaire bezetting blijven leven, is een noodzakelijk kwaad.

Volgens aanhangers van het seculier revisionisme – vanaf 1973 verenigd in de partij Likud – zijn de bezette gebieden een vereiste voor het beschermen van het hartland van Israël.

De rechterflank is zich ervan bewust dat de demografische verhoudingen in Groot Israël een probleem vormen voor de Joodse identiteit van het land. Desalniettemin poogt Likud in te zetten op een Israël dat niet alleen Groot is, maar óók Joods is. Het is niet voor niets dat Netanyahu woensdag de behoefte voelde te vermelden dat er ‘geen enkele Palestijn’ geannexeerd wordt. Dat dit geheel in strijd is met de werkelijkheid (volgens de ngo B’Tselem wonen er in de Jordaanvallei zo’n 65 duizend Palestijnen) doet niet eens ter zake. De Israëlische politiek is de afgelopen – pakweg – vijftien jaar dermate ver naar rechts opgeschoven dat spreken over annexatie allang geen taboe meer is.
De peilingen in aanloop naar de verkiezingen van dinsdag schetsen een eenzijdig beeld: vrijwel niemand onderschrijft meer de visie van een Joods Israël boven een Groot Israël: de oude Arbeiderspartij van Ben-Gurion en de Democratische Unie van Ehud Barak (voormalig leider van de Arbeiderspartij) komen samen niet verder dan 12 á 13 zetels van de 120. Illustratief is de enige kritiek die het “redelijke alternatief” voor Likud, de iets gematigder partij partij Kahol-Lavan van oud-generaal Benny Gantz, op het plan van Netanyahu had: hij zou het idee van hen hebben gepikt.
Kahol-Lavan en Likud gaan in diezelfde peilingen nek-aan-nek. De verkiezingen dreigen wederom op een patstelling uit te lopen. Likud probeert een regering te vormen die – voor zover mogelijk – nóg rechtser is dan de vorige, maar heeft voor een meerderheid eigenlijk zowel de ultraorthodoxe partijen als Yisrael Beitenu van zijn voormalig kompaan maar thans grootste rivaal Avigdor Lieberman nodig. Fundamentele meningsverschillen over dienstplicht voor ultraorthodoxe joden (Lieberman wilde dit per se, de joods-orthodoxe partijen juist niet) zorgden ervoor dat de vorige formatie klapte.
Voor Kahol-Lavan is de situatie mogelijk nóg ingewikkelder. Voor een coalitie over “links” ontkomt de partij niet aan samenwerking met zowel de Arabische Verenigde Lijst als tenminste één joods-orthodoxe partij. Een praktisch onmogelijke opgave, zo lijkt het. Wat rest is een regering van nationale eenheid, waarin Likud en Kahol-Lavan samen een regering vormen. En hoewel president Rivlin hier omwille van de continuïteit wellicht op aan zal dringen, lijkt ook dit geen voor de hand liggende optie.

Verkiezingsposters in Israël, links Kahol Lavan, rechts Likud. Foto Rakoon

Netanyahu is de afgelopen tien jaar verdergegaan met het vergroten van de “facts on the ground”: tussen 2009 en 2016 werden 2 077 gebouwen verwoest in de Jordaanvallei alleen al; de bouw van illegale nederzettingen in bezet gebied werd nauwelijks gehinderd. Tel hier het de verdeel-en-heerspolitiek ten aanzien van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, de “gedroomde” samenwerking van Netanyahu met (extreem)rechtse partijen als Yamina en Otzma Yehudit en de nimmer aflatende steun vanuit het Witte Huis bij op en je weet: de tweestatenoplossing is dood en begraven.
Het enige instrument dat de internationale gemeenschap in handen heeft om de verslechterende leefomstandigheden in de Westelijke Jordaanoever enigszins een halt toe te roepen, is de democratie. Een Israël dat Groot (ergo: véél niet-joodse inwoners) maar toch Joods wil zijn, kán immers niet gestoeld zijn op democratische waarden. Daarmee ondermijnt het alle principes van vooraanstaande zionisten als Herzl, Ben-Gurion en zelfs Jabotinsky.
Erwin van Veen van Instituut Clingendael pleitte eerder dit jaar in een policy brief voor het ten uitvoer brengen van artikelen in het EU-Israël associatieverdrag, waarin democratie en mensenrechten prominent figureren. Ook in de Amerikaanse publieke opinie wordt de onvoorwaardelijke steun aan Israël steeds meer ter discussie gesteld, met name na de weigering van Israël om de Congresleden Ilhan Omar en Rashida Tlaib het land binnen te laten. Het zou het begin kunnen zijn van een beweging die Israël structureel op haar verantwoordelijkheid wijst. Niet om de “enige democratie in het Midden-Oosten” een hak te zetten, maar juist om haar te redden.

Quinten van de Wijdeven volgt de Research Master Middle Eastern Studies aan de Universiteit Leiden. Zijn onderzoek richt zich vooral op de veranderende rol van Israël in de regio.

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.