Turkse democratie slachtoffer van machtsstrijd

Een giftig mengsel van extreme polarisatie, wantrouwen en complottheorieën verziekt Turkije. De woekercellen van deze complexe aandoening vermenigvuldigen zich onbeheerst en brengen het weefsel van de samenleving zware schade toe. Zelfs voetbalstadions zijn aangetast.

Toen ik een paar weken geleden het Recep Tayyip Erdoğan stadion van Kasımpaşa bezocht voor de stadsderby tegen Beşiktaş scandeerden de supporters van Beşiktaş de tegen premier Erdoğan gerichte leuze ‘Her yer Taksim, her yer direniş’ (Overal is Taksim, overal is verzet). De fans van Kasımpaşa reageerden daarop met de slogan ‘Her yer Tayyip, her yer Erdoğan’ (overal is Tayyip, overal is Erdoğan).

In deze arme, conservatief-religieuze arbeiderswijk werd de premier geboren, groeide hij op en voetbalde hij als semi-prof. Maar zelfs in zijn eigen wijk en in het naar hem vernoemde stadion wordt opgeroepen tot verzet tegen hem en zijn regering. Kijkers naar betaalzender Lig TV merken daar overigens niets van. De beelden worden met een vertraging van een minuut uitgezonden, zodat de zender het geluid kan wegdraaien zodra er weer politieke leuzen worden geschreeuwd.

Heel zijn leven is Erdoğan een fanatiek supporter van Fenerbahçe. Zijn partij verlaagde in 2011 de maximumstraf voor omkoperij in de sport van 12 jaar naar 3 jaar. Die wetswijziging was vooral bedoeld om de voorzitter van Fenerbahçe een zware straf te besparen. Tot grote woede van Erdoğan toont de harde kern van supporters geen dankbaarheid. Sinds de oproerpolitie de Gezi-protesten in juni met grof geweld en ten koste van vijf doden neersloeg, scanderen zij in elke wedstrijd leuzen tegen de premier.

Omvangrijk corruptieschandaal
De afgelopen weken is daar een nieuwe slogan bijgekomen. Erdoğan en zijn AKP partij worden ook voor ‘dieven’ uitgemaakt. Reden is een onlangs aan het licht gekomen, omvangrijk corruptieschandaal. In een poging de supporters op andere gedachten te brengen, nodigde de premier in zijn kantoor in het Dolmabahçe paleis voetbalanalist Ridvan Dilmen en een bestuurslid van Fenerbahçe uit voor een onderhoud van twee uur. De voormalige Fenerbahçe-spits zei braaf dat politiek en sport gescheiden moeten blijven, en: ‘Ik veroordeel de slogans tegen onze premier’. Voor alle duidelijkheid voegde hij er nog aan toe: ‘Je vindt hem misschien niet aardig en je stemt mogelijkerwijs niet op hem, maar mijnheer de premier is een betere Fenerbahçe-fan dan wie ook. Dit verdient hij niet’.

Het zal allemaal niet baten. Die pleidooien om kritiek achterwege te laten. De groeiende zelfcensuur in veel media. Het intimideren en ontslaan van onafhankelijke opiniemakers en het creëren van angst. Allemaal futiele pogingen om de geest weer terug in de fles te krijgen. De geest van verontwaardiging en verzet tegen de arrogantie van de macht, tegen het steeds autoritairder optreden van Erdoğan wil niet meer terug. De protesten van hoog opgeleide jongeren uit de middenklasse voor het behoud van het Gezi-park in Istanbul en tegen de regering waren een wake-up call voor de premier, maar crisismanagement bleek niet zijn sterkste punt. ‘Aanval is de beste verdediging’ was zijn credo. Hij begon wild om zich heen te slaan, schold alle activisten uit voor çapulcu (plunderaars) en herhaalde keer op keer zijn complottheorie dat de çapulcu, in samenwerking met een obscure ‘rente lobby’, buitenlandse media, en de Lufthansa, de Turkse economie probeerden te verzwakken en zijn regering omver te werpen.

Dezelfde tactiek gebruikt hij nu weer nadat tientallen mensen zijn gearresteerd op verdenking van het betalen van steekpenningen en het illegaal verhandelen van goud met Iran. De verdachten hebben allemaal banden met de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Het gaat om zonen van drie ministers (inmiddels ontslagen), om de burgemeester van een deelgemeente in Istanbul, om ondernemers en om Süleyman Aslan, general manager van de staatsbank Halkbank. Bij de laatste werd thuis 4,5 miljoen dollar aan bankbiljetten in schoendozen gevonden. Niet bepaald een moderne manier van met geld omgaan voor een bankier. De zoon van de minister van Binnenlandse Zaken had zoveel met buitenlandse bankbiljetten gevulde schoendozen dat hij een telmachine nodig had om het allemaal bij te houden. Zijn vader brandmerkte het onderzoek naar corruptie als ‘chantage’.

Ook nu weer zijn journalisten om politieke redenen hun baan kwijtgeraakt. Het meest recente slachtoffer van de heksenjacht is de conservatief-islamitische journaliste Nazlı Ilıcak (70), die 11 jaar lang welwillend over de AKP-regering heeft geschreven. Haar regeringsgezinde krant Sabah zette haar aan de kant omdat ze had gepleit voor ontslag van de ministers die worden beschuldigd van betrokkenheid bij het corruptieschandaal.

Schoenendoos symbool van verzet
De schoenendoos is het symbool geworden van protesten tegen de corruptie in regeringskringen. Boze burgers zetten in veel steden lege schoenendozen bij de ingang van kantoren van de Halkbank. Maar de tolerantie voor ludieke protestacties neemt steeds verder af. De politie arresteerde een Turkse vrouw en verhoorden haar twee uur, omdat ze tijdens een toespraak van Erdoğan een lege schoenendoos omhoog hield.

De premier was des duivels toen hij vernam dat de officier van justitie die het corruptieonderzoek coördineerde ook een van zijn zonen wilde laten oppakken. Aanklager Muammer Akkaş werd van de zaak gehaald en de politie weigerde zijn bevel tot meer arrestaties uit te voeren. Erdoğan beschuldigde Akkaş ervan een ‘militant’ te zijn. ‘Wij zijn nog niet klaar met jou,’ voegde hij er dreigend aan toe.

Tientallen politiecommissarissen en officieren van justitie zijn uit hun functie ontheven. Het gaat in de ogen van de premier, zijn ministers en de regeringsgezinde media namelijk niet om een onderzoek naar corruptie maar om een ‘poging tot moord’, een ‘soort juridische staatsgreep’ van een ‘bende binnen de staat’ tegen een democratisch gekozen regering. Daarom hadden de autoriteiten geen andere keus dan in de tegenaanval te gaan. De democratie moest worden gered. Op allerlei manieren moeten politie en justitie worden ‘gezuiverd’ van functionarissen die ‘instructies krijgen vanuit het buitenland’, aldus de premier.

Erdoğan weigert namen te noemen, maar iedereen weet over wie hij het heeft: Fethullah Gülen. Deze 72-jarige, invloedreijke islamitische prediker is volgens de AKP de grote boosdoener.

Sinds 1999 woont Gülen in zelfgekozen ballingschap in het dorpje Saylorsburg, in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Aanvankelijk ging hij naar de Verenigde Staten voor een medische behandeling, maar toen de Turkse justitie in 2000 een aanklacht tegen hem indiende omdat hij de ‘seculiere staat omver wil werpen en een islamitische staat wil opzetten’, vond hij het verstandiger om in Amerika te blijven.

Hij is een Turkse ayatollah Khomeini, zo beweren zijn tegenstanders. Net zoals de voormalige Iraanse religieuze leider in 1978 vanuit Parijs deed, probeert Gülen vanuit het buitenland zijn aanhangers te inspireren om in het vaderland een islamitische staat op te zetten. Het bewijsstuk in de rechtszaak was een videoband waarop Gülen zegt: ‘Het bestaande systeem is nog steeds aan de macht. Onze vrienden die posities hebben in de wetgevende macht en in de bureaucratie moeten alle details leren en altijd op hun hoede zijn, zodat ze het systeem kunnen veranderen en productief kunnen zijn in naam van de islam.’

Volgelingen van Gülen beweerden dat er met de band was geknoeid, maar hebben dat nooit kunnen bewijzen. De rechtbank sprak hem in 2008 vrij, maar het wantrouwen is bij de tegenstanders nooit weggenomen. Te meer niet doordat zijn geheimzinnige beweging niet open en transparant is.

Aanhangers van de charismatische Gülen noemen hem ‘Leermeester’ (Hoca Effendi). De zoon van een dorpsimam uit het dorpje Korucuk zat maar een paar jaar op de basisschool. Daarna kreeg hij Koranles van zijn vader en deed hij veel aan zelfstudie. Als tiener begon hij al zijn kennis over de Turkse volksislam te delen. Kenmerkend voor zijn interpretatie is dat ze geïnspireerd is op het soefisme, dat benadrukt dat de geboden en verboden van de Koran en de sharia slechts uiterlijke regels zijn en dat er diverse stadia van innerlijke nabijheid tot God bestaan.

Verder legt de Leermeester de nadruk op het belang van studie, dialoog met christenen en joden, Turks nationalisme, en vrijemarkteconomie. Ondernemerschap, conservatief religieuze normen en waarden – het gezin is de hoeksteen van de samenleving, de vrouw is ondergeschikt aan de man – religieuze opvoeding (tegen de evolutieleer van Darwin), hard werken, discipline, liefdadigheid, zijn kenmerkend voor zijn leer, die wordt onderwezen in de talloze scholen en internaten die zijn aanhangers in zo’n honderd landen hebben opgezet. Wetenschap en techniek staan er ook in hoog aanzien. Leerlingen worden er klaargestoomd voor zo hoog mogelijke posities in de samenleving. De vele vrome ondernemers in Turkije die de beweging financieel steunen worden ‘Anatolische tijgers’ of moslimcalvinisten genoemd.

De beweging heeft grote invloed in Turkije, al is moeilijk vast te stellen hoe groot precies de aanhang is, omdat er geen lidmaatschap bestaat. Medestanders verzwijgen vaak dat ze geïnspireerd zijn door Gülen omdat ze anders op de arbeidsmarkt worden gediscrimineerd. Naar schatting 3 miljoen tot 6 miljoen Turken zouden banden hebben met wat zij zelf de Hizmet (dienstbaarheid) beweging noemen. Het dagblad Zaman, spreekbuis van de beweging, is de grootste krant van Turkije met een dagelijkse oplage van rond 1 miljoen exemplaren.

Gülen-aanhangers trokken lange tijd samen op met de AKP-regering tegen hun gezamenlijke vijand, het leger, dat alles deed om te voorkomen dat vrome moslims belangrijke posities binnen de overheid konden bekleden. Na hun overwinning op de generaals ontstonden er breuklijnen in het verstandshuwelijk. Premier Erdoğan heeft duidelijk gemaakt dat hij geen islamitische beweging duldt die zich onafhankelijk opstelt.

Vechtscheiding
De heksenjacht die Erdoğan nu heeft onteketend onder Gülen-aanhangers bij politie en justitie is de meest dramatische uiting van een vechtscheiding tussen deze twee voormalige bondgenoten. Een nieuwe ‘onafhankelijkheidsoorlog’ noemt de premier de machtsstrijd die het land verdeelt, maar de manier waarop hij en zijn aanhangers bezig zijn de ‘democratie te verdedigen’ is in de ogen van veel Turken en westerse bondgenoten totaal verkeerd. Met de propaganda over een ‘poging tot staatsgreep’ en het ‘zuiveren’ van justitie en politie lijkt de AKP-regering er alles aan te willen doen om de macht volledig naar zich toe te trekken, de aandacht af te leiden van het corruptieonderzoek en dat onderzoek te dwarsbomen. Op die manier wordt de zwakke Turkse democratie niet gered, maar is zij het slachtoffer.

In oppositiekringen wordt al hardop gedroomd over ‘het begin van het einde’ van de huidige regering. Maar vriend noch vijand weet wat straks de doorslag zal geven in het stemhokje, eind maart bij de gemeenteraadsverkiezingen en in augustus tijdens de presidentsverkiezingen: de slachtofferrol die premier Erdoğan zich heeft aangemeten of aversie van zijn autoritaire stijl en corruptie.

Voor de conservatieve achterban van de regering is corruptie niet echt een morele kwestie, aldus professor Ersin Kalaycıoğlu. De politicoloog van de Sabancı universiteit in Istanbul benadrukt dat zolang de meeste kiezers er financieel op vooruit gaan, zoals in de afgelopen periode, hun stemgedrag niet erg wordt beïnvloed door verhalen over malversaties. Iedereen weet dat er altijd corruptie was, onder welke regering dan ook. Het feit dat de AKP zichzelf altijd heeft geafficheerd als een ‘AK’ (wit, schoon; dat wil zeggen niet-corrupte) partij wordt vooral door de oppositie uitgebuit.

Mogelijk dat de uitspraken van Cemil Çiçek, de huidige voorzitter van het parlement, tevens AKP-politicus en ex-vice-premier, enige invloed hebben. Hij betreurde het dat justitie in Turkije niet onafhankelijk en onpartijdig is en noemde corruptie een ‘chronische ziekte’. ‘Het maakt sociale waarden kapot, ondergraaft de overheid en de regels, en op die manier het gevoel van rechtvaardigheid. Het heeft drie tentakels: de politiek, de bureaucratie en de zakenwereld – een duivelse driehoek.’

Het gevecht tegen corruptie is een maatschappelijke strijd. Het is niet iets tijdelijks of alleen de verantwoordelijkheid van justitie, zo voegde hij er aan toe. Çiçek riep de Turkse burgers op zich te verzetten tegen corruptie en duidelijk te maken dat ze de praktijk niet goedkeuren. Hoeveel AKP-stemmers hierdoor zullen besluiten de partij de rug toe te keren is ongewis. Voor de twijfelaars komt er nog een probleem bij: geen van de oppositiepartijen biedt op dit moment een inspirerend alternatief.

 

Marc Guillet is journalist. Hij schrijft sinds 1983 over Turkije en was van 2006 tot 2019 correspondent in Istanbul.

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.