Orde brengen in de chaos van het Midden-Oosten – 7 leestips
Aleppo gevallen, Palmyra door IS heroverd. Dagelijks bomaanslagen, een humanitaire ramp in Jemen. In Libië, ooit het rijkste land van Afrika, kunnen burgers hun salaris niet meer opnemen bij de bank. Sinds de opstanden van 2010-11 lijkt het Midden-Oosten één grote chaos. Toch zit er meer structuur in dan je denkt. Zeven leestips om de stukjes van een complexe puzzel te leggen.
Ik houd van verbanden leggen en bruggen slaan. Om ontwikkelingen in een context te plaatsen en nieuwe perspectieven te geven. Voor de colleges From revolution to climate of change aan studenten had ik zelf de behoefte recente ontwikkelingen in een frisse context te plaatsen, en verbanden te kunnen blijven zien en leggen. Ik wilde het ‘nieuwe Midden-Oosten’ met andere ogen bekijken. Hierbij mijn leestips voor de feestdagen (de volgorde is willekeurig).
- 1. Chams Eddine Zaougui, Dictators, een Arabische geschiedenis. (Polis, 2016)
- Op een originele wijze schetst de Belgische arabist Zaougui de moderne geschiedenis van de Arabische wereld vanaf de twintigste eeuw. Hij combineert sociaal-politieke en economische geschiedenis met sociologische processen en cultuur, en maakt zo de collectieve mentaliteit inzichtelijk. Zaougui toont de hypocrisie van westerse staatshoofden die decennialang alleen eigen belangen dienden, en zet uiteen hoe Europa’s reputatie nog meer schade oploopt door weg te kijken van de horror in Syrië. ‘Zo vastberaden als Rusland en Iran waren om Assad te steunen, zo werkeloos keken westerse landen toe.’
De verfrissende kijk op tijdperken in de regio (Grondlegger – Verraders – Martelaren – Revolutionairen – Hypocrieten – Extremisten) maakt het boek sprankelend. Je begrijpt het Midden-Oosten beter, en tegelijkertijd voel je haarfijn aan waarom ‘de beste dag na het verdwijnen van een slechte keizer de eerste is’, zoals de Romeinse geschiedschrijver Tacitus noteerde. Ik ben verkocht.
- 2. Hans Luiten en Sven de Graaf, Begrijp jij het Midden-Oosten nog? (Amsterdam University Press, 2016)
- Ook Nederlandstalig is de publicatie van geschiedenisdocenten Luiten en De Graaf – de laatste was leerling van de eerste tijdens de Iraakse invasie van Koeweit in 1990. Ik hoorde positieve geluiden over het boek, wat mijn nieuwsgierigheid wekte. Het boek is een hink-stap-sprong door de tijd, van het begin van het Ottomaanse rijk tot heden. Het feitenrelaas wordt gelardeerd met persoonlijke ervaringen, waarin materieel erfgoed centraal staat – weinig inspirerend, maar te verklaren doordat Luiten ook reisleider is.
Leuk is de anekdote over ingenieurs van de Duitse keizer die voor de Eerste Wereldoorlog met hun ‘Kompagnie’ neerstreken in Kobani om een treinstation aan te leggen. Toen Atatürk in 1923 zijn republiek uitriep, leidde dit twee jaar later tot een mislukte Koerdische opstand. Duizenden Koerden vluchtten de grens over, naar het ‘Franse’ Syrië. Zo verbasterden deze Koerden ‘Kompagnie’ tot Kobani. Voor mij ontbreken citaten van levende wezens. Een gemiste kans voor een geschiedenisdocent om zijn vakgebied tot leven te wekken.
- 3. M. E. McMillan, From the First World War to the Arab Spring. What’s really going on in the Middle East?(Palgrave Macmillan, 2016)
- Liever dan dit Engelse werk: het maakt zijn pretentie – uitgebreid onderzoeken hoe het web aan oorlogen en proxy-oorlogen in de regio tot stand is gekomen – meer dan waar. Het boek is feitelijk en accuraat. De opmaak is dodelijk saai, maar al lezende word je meegesleept in de tijdgeest.
Aan het begin van de hoofdstukken schetst McMillan de kern: ‘De natiestaat was een Europees idee’. Of ze stelt vragen die de lezer aan het denken zetten: ‘Geschiedenis wordt geschreven door de winnaars. Ze winnen niet alleen de oorlog op het slagveld, maar ook de oorlog van de narratieven die volgen. Hun visie op de geschiedenis wordt dé visie op de geschiedenis.’ Een goed geschreven boek dat op een eenvoudige wijze de lezer laat kennismaken met de belangrijkste gebeurtenissen vanuit verschillende perspectieven.
- 4. Paul Danahar, The new Middle East. The world after the Arab Spring. (Bloomsbury, 2016)
- Een ander fijn Engelstalig boek is dat van voormalige BBC-bureauchef voor het Midden-Oosten, Paul Danahar. Het fijne is dat de schrijver vaardig is in het analyseren èn in verhalen vertellen, waardoor gebeurtenissen tot leven komen. Danahar zet de toon door de Arabische revolutionairen te vergelijken met het verzet tegen de apartheid in Zuid-Afrika. Een verschil is dat er voor de revolutionairen geen wereldwijde campagne was om meer vrijheid in de Arabische wereld te steunen en te beschermen.
Inzichtelijk is de rol die hij toekent aan het leger in de protesten. Ziet het leger zichzelf als een instrument van de staat, dan zal het het regime laten vallen om het volk te beschermen, zoals in Egypte en Tunesië. Heeft het geen sterke band met de staat of met het regime, dan zal het ineenstorten, zoals in Libië. Is het leger niet alleen een instrument van het regime, maar heeft het ook de staat helpen opbouwen, dan zal het het volk doden om de staat te beschermen. Het volk moet dan niet alleen het regime omvergooien, het moet ook vechten om de staat te overwinnen, omdat ze een en hetzelfde zijn. Dat is het geval in Syrië. Een mooie combinatie van eigen verhalen, aangevuld met kennis van deskundigen, maakt het boek waardevol.
5. Robert F. Worth, A rage for order. The Middle East in turmoil from Tahrir square to ISIS. (Picador, 2016)
Een absolute meesterverteller is New York Times-correspondent Robert F. Worth. Als geen ander is hij in staat om met behulp van twee hoofdpersonages opstanden en context in kaart te brengen. In het hoofdstuk over Syrië verhaalt hij over de vriendschap tussen de alawitische Alia en de soennitische Noura. Hij schildert hun intimiteit, die ongemakkelijker wordt naarmate de opstanden aanhouden. Worth weet aan de hand van alledaagse levens het grotere geheel van de conflicten in Jemen, Egypte, Tunesië en Libië prachtig te schetsen: voor en na de revoluties.
In het geval van Libië focust hij wat eenzijdig op verhalen over wraak, en laat hij na om te duiden hoe de tegenstellingen tussen het gemarginaliseerde oosten en het westen een stempel drukken op de collectieve mentaliteit. Daarnaast ontbreekt een belangrijk element: hoe in 2013 de rivaliteit tussen onvolwassen politieke machtsblokken verscherpten door de Politieke Isolatiewet. Deze moest oudgedienden onder Qaddafi ervan weerhouden een ambt uit te oefenen in het post-Qaddafi tijdperk. De rapen waren echt gaar toen de voorstanders een tekst erdoorheen kregen die twee andere partijen uitsloot: voormalig Qaddafi-getrouwen die zich op enig moment bij de oppositie hadden gevoegd, en de islamistische oppositie, die zich in 2008 met het regime had verzoend. De koning van de narratieve journalistiek. Page turner.
- 6. Judit Neurink, De vrouwen van het kalifaat. Slavinnen, moeders en jihadbruiden. (Uitgeverij Jurgen Maas, 2015)
- Voor wie een inhaalslag wil maken in kennis over de Islamitische Staat (IS), en zich wil verdiepen in het kalifaat en de vrouwen die daar leven en gevangen worden gehouden, is dit boek van Neurink een aanrader. Zij tekent indringende verhalen op van yezidi-vrouwen die gevangen zaten als seksslaaf. Westerse dames, maar ook dames uit de regio. Mooi is hoe Neurink de rechten en plichten duidt die IS in haar propaganda aan vrouwen toekent, en die vervolgens aan de realiteit toetst. Erg constructief is het laatste hoofdstuk, waarin Neurink optekent wat er midden 2015 aan projecten wordt geïnitieerd in Iraaks Koerdistan om de slachtoffers van IS bij te staan. Het geeft de lezer moed, en is mooi te lezen. Een hoofdstuk dat uitbreiding verdient. Het is wel een boek dat door alle gruwelervaringen nogal indruk maakt, dus doseren.
-
- 7. Christoph Reuter, Die Schwarze Macht. Der Islamische Staat und die Strategen des Terrors. Deutsche Verlags-Anstalt, 2015)
- Wie een meer dan geweldig boek wil lezen over alle ins en outs van IS, het ontstaan van de organisatie, de ontwikkeling en interne structuur, die mag dit werk van Reuter niet missen. Reuter is islamwetenschapper en spreekt vloeiend Arabisch, en dat lees je terug in de gedetailleerdheid, in het doorvragen in de gesprekken, in de nauwkeurigheid van de informatie en de diepgang van het onderzoek. Ja, diepgang, want dit gedegen boek is voor mij het hoogtepunt van de literatuur over IS.
Waar de eerder genoemde boeken IS in vogelvlucht beschrijven, gaat Reuter veel verder. Hij fileert niet alleen hoe we de propaganda van IS moeten doorprikken, maar ontbloot ook haarfijn Assads strategie om jihadisten te ontzien in zijn strijd, en om partijen valselijk te beschuldigen van aanslagen die het regime heeft begaan. Dat alles om de wereld te tonen dat hij de good guy is in de strijd tegen terreur. Reuter laat zien hoe groot de inmenging van Iran is: trainingen aan het Syrische leger in het plaatsen van autobommen, alsook de vaardigheid rekwisieten te kiezen die bij een geloofwaardige plaats des misdrijfs horen. Absolute Duitse Gründlichkeit.
Op mijn laatste college besprak ik met mijn studenten de vele aanslagen van de afgelopen tijd. Welke rode draad konden ze daarin ontdekken? Na wat aanvullende uitleg, riep een student spontaan uit: ‘Het is logisch wat u zegt, mevrouw.’ Voor mij is het een compliment wanneer er bij iemand weer een puzzelstukje op zijn plaats valt.
Deel dit bericht via
Recente reacties