Supporters van het nationale voetbalelftal van Koeweit, tijdens een wedstrijd in december 2017.

Koeweits ‘liberale’ identiteit, uniek in de Golf

De Golfregio roept associaties op met despotische vorsten en verregaande onvrijheid. Koeweit voldoet niet aan dit beeld. De kleine oliestaat heeft op het gebied van politieke rechten en burgerlijke vrijheden een unieke positie in de regio. Het land kent een semidemocratisch politiek landschap, een diverse, inheemse bevolking en een relatief open samenleving. Ook na het overlijden, eind september, van sjeik Sabah al-Ahmad al-Sabah, de emir van Koeweit, wil de regerende familie Al-Sabah deze kenmerken bewaren. Dat heeft gevolgen voor de positie van Koeweit op het internationale toneel.

Zal de nieuwe emir, sjeik Nawaf al-Ahmad al-Sabah, de onafhankelijke en neutrale positie van het land doorzetten of breekt hij met deze traditie en schuift het land misschien meer op naar grootmacht Saoedi-Arabië? Een voortzetting van de koers is waarschijnlijk omdat de Koeweitse identiteit en zijn buitenlands beleid met elkaar zijn verweven.

Hoe is die Koeweitse identiteit tot stand gekomen? De familie Al-Sabah, het machtigste instituut in Koeweit, regeert het land al vanaf het midden van de achttiende eeuw. Ze besteeg de troon niet door verovering en conflict, maar door bemiddeling en doordat oude prominenten nieuwe benoemden (coöptatie).

In de vroege stadia van zijn geschiedenis bestond er in Koeweit al een politieke relatie tussen volk en heerser (de emir). De bevolking stelde de leider aan en in ruil voor zijn regeringsinspanningen kreeg hij financiële steun. Er was dus sprake van een sociaal contract tussen heerser en volk, maar deze gold voornamelijk voor Al-Sabah en de handelsfamilies. Aangezien de koninklijke familie financieel zwaar leunde op de rijke kooplieden, kregen zij in ruil meer invloed en zeggenschap in het land.

Aan het begin van de twintigste eeuw was Koeweit een Brits protectoraat. De Britten wilden dat de emir steviger in het zadel kwam te zitten, ten koste van de invloedrijke handelsfamilies. Dat zou de positie van de Britten zelf verstevigen. De kooplieden lieten zich hun zeggenschap niet zomaar afpakken en kwamen in opstand, wat leidde tot de ‘Majlis crisis’ in 1938. Een beweging van kooplieden vormde destijds een wetgevend parlement (majlis) met gekozen leden, dat onder andere een grondwet moest opstellen. De emir ontbond deze majlis spoedig, maar vanwege de rijkdom van de kooplieden en de steun vanuit de bevolking voor deze democratische beweging, moest de familie Al-Sabah steeds meer rekening houden met oppositie binnen de Koeweitse samenleving.

Emir Ahmad Al-Jaber Al-Sabah zet met een draai aan een zilveren wiel de allereerste verscheping van Koeweitse olie in gang. Het is 30 juni 1946.

Om hun positie te waarborgen ging de regerende familie met andere groepen in Koeweit samenwerken, in ruil voor politieke zeggenschap, bijvoorbeeld met de sjiitische minderheid en bedoeïenen. Dit leidde tot een relatief heterogeen politiek landschap, wat beperkingen oplegde aan de Al-Sabah familie, aangezien zij nu met verschillende groepen rekening moest houden. Deze traditie van politieke participatie werd later geformaliseerd met de afkondiging van de grondwet in 1962 en de eerste parlementaire verkiezingen in 1963.  Hoewel de oprichting van een parlement ook was bedoeld om Koeweits imago op het internationale toneel te verbeteren, was de creatie van dit instituut ook een poging om de macht van de rijke handelsfamilies in Koeweit te breken.

De grondslag van het parlement is de constitutie, nog steeds de meest liberale in de Golfregio. De grondwet bepaalt dat Koeweit een gekozen wetgevende raad moet hebben, het parlement. De macht van het Koeweitse parlement is niet helemaal te vergelijken met die van de Nederlandse volksvertegenwoordiging. Zo kan het niet zelf veranderingen doorvoeren, maar alleen handelingen tegenhouden van het kabinet, dat door de emir is aangesteld. Daarnaast zijn politieke partijen niet toegestaan. Toch houden de meeste parlementsleden rekening met hun tribale achterban, aangezien zij meestal naar voren worden geschoven door hun eigen stam. Hoewel de meeste macht dus nog steeds in handen ligt van de emir, die het parlement tevens kan ontbinden, neemt Koeweit op het gebied van politieke rechten en burgerlijke vrijheden een unieke positie in binnen de Golfregio.

De voorgeschiedenis van openheid en politieke participatie leerde het Al-Sabah-regime dat in tijden van onenigheid met de oppositie, een zachte aanpak van onderhandelingen beter was dan de harde hand die elders in de regio gebruikelijk was. Met name sinds Koeweits onafhankelijkheid van de Britten in 1961 ontstond er een samenleving waarin verschillende groepen hun stem konden laten horen onder bescherming van de liberale grondwet.

Tijdens mijn verblijf in Koeweit als stagiair bij de Nederlandse ambassade viel mij op hoeveel verschillende groepen vertegenwoordigd waren in het parlement: soennieten en sjiieten, mannen en (in mindere mate) vrouwen, liberalen en islamisten. Die burgerparticipatie zie je niet alleen in het parlement maar ook in informele instituties, zoals de zogeheten diwaniya’s. Dat zijn bijeenkomsten van mannen uit verschillende lagen van de samenleving die visies op de politiek kunnen uitwisselen.

Als stagiair van de Nederlandse Ambassade in Koeweit vergezelde ik ambassadeur Frans Potuyt in een gesprek met Z.Exc. Nasser Abdullah Al-Hain, Assistent-Minister van Buitenlandse Zaken voor Internationale Organisaties. Bron foto: MOFA Kuwait.

De grondwet en het parlement hebben het politieke landschap in Koeweit gevormd, waardoor het regerende koningshuis moeilijk tot een absolute monarchie kan vervallen. Deze verhouding van de samenleving en het parlement tot de familie Al-Sabah is uniek in de Golfregio en werkt door op het buitenlands beleid van Koeweit. Dit is bijvoorbeeld te zien in de nasleep van de Arabische opstanden in 2011.

Na die opstanden manifesteerde Saoedi-Arabië zich als de vooraanstaande grootmacht die zich tegen elke vorm van opstand in de Golfregio verzette. De traditionele monarchieën in de Golf vonden de demonstraties bedreigend. Egypte liet immers zien dat de opstanden konden leiden tot een omverwerping van het regime. Saoedi-Arabië, en ook de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), stelden daarom verschillende initiatieven voor waarbij de GCC, een samenwerkingsverband tussen de Golfstaten, een sterkere alliantie zou worden.

Eén van deze voorstellen heette het ‘Internal Security Pact’. Via deze overeenkomst konden de monarchieën hun eigen bevolking aanpakken als zij zaken in andere Golfstaten, bijvoorbeeld interne zaken van Bahrein of het buitenlands beleid van de VAE, bekritiseerden. Saoedi-Arabië hoopte zo opstanden in de regio de kop in te drukken, de eenheid te bewaren en daarmee het voortbestaan van de monarchieën veilig te stellen.

Elke Golfstaat tekende dit pact in 2012, behalve Koeweit. Ondanks druk van de emir en Saoedi-Arabië, wees het Koeweitse parlement de overeenkomst af. Het pact kreeg forse kritiek vanuit de eigen samenleving vanwege de draconische implicaties. De familie Al-Sabah accepteerde de keuze van het parlement. Als de emir het pact wel had aanvaard, ging dit in tegen de lange traditie van onderhandeling en compromis met de diverse Koeweitse bevolking. Deze intensievere samenwerking met onderdrukkende staten in de GCC zou de Koeweitse samenleving en zijn traditie van openheid aantasten.

Het ‘Internal Security Pact’ zou ook de sjiitische minderheid, ongeveer dertig procent van de Koeweitse bevolking, waarmee het regime van oudsher een nauwe samenwerking mee heeft, afschrikken. De heersers van GCC-lidstaten zoals Saoedi-Arabië en Bahrein zien de sjiieten als een grote bedreiging, en het tekenen van de overeenkomst met deze landen zou ook de sjiieten in Koeweit kunnen benadelen.

Binnen de grenzen van Koeweit is er ruimte voor verschillende maatschappelijke en politieke groepen: soennieten en sjiieten, liberalen en islamisten. Een aantal van die groepen is in diverse landen in de Golfregio niet erg geliefd. Om de binnenlandse stabiliteit te behouden moet Koeweit balanceren tussen de belangen van al deze groepen, die deel uitmaken van de Koeweitse identiteit, terwijl regionale machten deze groepen juist proberen te polariseren. Koeweit probeert daarom waar mogelijk neutraal te blijven in de regio en te bemiddelen in conflicten omdat rust in de regio ook gunstig is voor de binnenlandse situatie.

Onder emir Sabah al-Ahmad al-Sabah is Koeweit vaak op zoek geweest naar mogelijkheden tot toenadering tussen Iran en de Golfstaten. Hoewel Koeweit op kleine schaal deelnam aan de door Saoedi-Arabië geleidde interventie in Jemen, heeft het vertegenwoordigers van de Jemenitische regering en de Houthi-rebellen aan de onderhandelingstafel gekregen.

Emir Sabah al-Ahmad al-Sabah op bezoek in Iran, juni 2014. Rechts de Iraanse geestelijk leider ayatollah Ali Khamenei, links president Hassan Rouhani. Foto khamenei.ir

Daarnaast toonde Koeweit, anders dan Saoedi-Arabië, de VAE en Bahrein, zich niet verheugd over Trumps opzegging van de nucleaire deal met Iran. De kleine oliestaat beweerde dat een dergelijke deal met Teheran juist bijdroeg aan veiligheid en stabiliteit in de regio. Verder is Koeweit tegen de boycot van Qatar, die verschillende Golfstaten en enkele andere Arabische landen in 2017 oplegden. Al-Sabah deed zelfs pogingen om de crisis te beëindigen door middel van een diplomatieke oplossing, helaas zonder direct resultaat.

Dat Koeweit op het gebied van burgerlijke vrijheden en politieke rechten graag een van de meest vrije landen in de regio wil blijven, weerspiegelt zich dus in Koeweits houding op het regionale en internationale toneel. Het land zal daarom hoogstwaarschijnlijk ook onder de nieuwe emir Nawaf al-Ahmad al-Jaber al-Sabah zijn onafhankelijke positie van neutraliteit doorzetten en pleiten voor vreedzame oplossingen van conflicten tussen de GCC-lidstaten. Dit draagt bij aan stabiliteit in de Golfregio en daarmee ook binnen de Koeweitse landgrenzen.

Mink Lambers is masterstudent Midden-Oostenstudies aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Na zijn verblijf op de ambassade in Koeweit deed Mink voor zijn masterscriptie onderzoek naar Koeweits buitenlands beleid. Specifiek onderzocht hij de toenadering van het emiraat tot Turkije vanaf 2011.

Meer lezen?

Ja, ook in Koeweit is Tinder een ding

  • 16 apr 2019
  • Brigitte van de Pas

‘Zie ik eruit als een bank?’

  • 28 okt 2019
  • Brigitte van de Pas

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.