Kleurrijke portretten van Afghaanse vrouwen
De Afghaans-Nederlandse vrouwen die Frank Rozenberg fotografeerde staan mijlenver af van het stereotype van de thuiszittende boerkadraagster. De tentoonstelling Afghaanse vrouwen – Vrijheid is ware schoonheid toont hen als werkende vrouwen, die hun leven in Nederland hebben opgebouwd. Tegelijkertijd belichten de geportretteerden met hun schitterende traditionele kleding een onvermoede, kleurrijke kant van hun geboorteland.
Toen Shami Hamiedie (47) ruim twintig jaar geleden voor het eerst voet op Nederlandse bodem zette, voelde ze zich in de maling genomen. Ze keek naar de voeten van de mensen in de aankomsthal in Schiphol en stelde tot haar verbazing vast dat die mensen gewone schoenen, sneakers en sandalen droegen. Geen klompen. Klompen waren in geen velden of wegen te bekennen. Hoe zat dat?
Thuis in Afghanistan, het thuis dat ze al jaren eerder had moeten ontvluchten voor het moorddadige puritanisme van de taliban – ze kwam in buurland Pakistan terecht – had ze geleerd dat Nederland een land van tulpen, molens, koeien en klompen was.
Omgekeerd is het net zo stereotiep om te denken dat Afghanistan een land is van kale bergen, bleke dorpjes en sombere boerka’s. Die vormen maar een deel van de waarheid. Er is ook een ander Afghanistan. Shami, en veel andere landgenotes met haar, vormen het bewijs. Een bewijs dat helaas te vaak verborgen blijft.
Land van kleuren
Behalve een land van armoede en oorlog en woestijn is Afghanistan een land van kleuren en diversiteit: het robijnrode en azuurblauwe van de provincie Badakhshan, het smaragdgroene van de Pansjirvallei, de druiven van Herat, de granaatappels van Kandahar. Al die de zintuigen strelende kleuren zijn ook terug te vinden in de prachtige, complexe gewaden waarin veel Afghaanse vrouwen zich voor feestelijke gelegenheden hullen. De foto’s van de vrouwen die ze dragen zijn te zien op de tentoonstelling Afghaanse vrouwen – Vrijheid is ware schoonheid. Frank Rozenberg, ex-wethouder van de gemeente Leidschendam-Voorburg, is de fotograaf.
De tentoonstelling is tot stand gekomen in samenwerking met de Afghaanse Culturele Vereniging Leidschendam en de Stadscoalitie. De laatste is een organisatie die talent van nieuwkomers en gevestigde stads- en vakgenoten met elkaar in verbinding wil brengen. Om, ‘ver van de welzijnsgedachte van afhankelijkheid’, zoals Esseline van de Sande van de Stadscoalitie het uitdrukt, ‘ruimtes te creëren waarin van alles kan ontstaan’.
Bijzondere modeshow
Dan gaat het dus niet om wijkcentra met allerlei strikte voorwaarden, want in die benadering zijn nog steeds sporen terug te vinden van de koloniale mentaliteit, de ‘burden’ van de ‘white man’ die weet wat goed is voor de rest van de wereld, maar om bijvoorbeeld bazaars en zogeheten verhalenhuizen. Deze verhalenhuizen zijn evenementen waarin aan de hand van kunst, cultuur, persoonlijke anekdotes en culinaire geneugten zo veel mogelijk stadsbewoners met elkaar in contact worden gebracht, wat hun afkomst ook is.
En zo kon het gebeuren dat nog vóór de coronacrisis, tijdens een van deze verhalenhuizen in de Franse Kerk in Voorburg, een aantal Afghaanse vrouwen in traditionele kledij kwam opdraven en een bijzondere modeshow gaf. Daar wist de organisatie van tevoren niets van, want zoals eerder gesteld: de Stadscoalitie schrijft niks voor. Eigen initiatief staat voorop.
De kleurenpracht, en de trots waarmee die traditionele kledij werd tentoongespreid, maakten diepe indruk op Frank Rozenberg, wiens idee van de Afghaanse cultuur onmiddellijk een metamorfose onderging: ‘Ook ik had bij Afghanistan een kleurloos beeld van stof en rots. Nu zag ik in hoezeer dat bijstelling behoefde. Ik begreep dat deze cultuur en deze vrouwen het verdienen om in een heel ander daglicht te worden geplaatst.’
Kleuter als chaperon
Al snel kwam bij Rozenberg het idee op van een fototentoonstelling. Waarbij hij echter wel zo vrij was een voorwaarde te stellen. ‘Ik wilde de vrouwen ook fotograferen in hun dagelijkse, Europese kleding. Want de dames wonen hier, draaien mee in onze maatschappij, en mogen trots zijn op wat ze hier hebben bereikt. Daarnaast mogen ze tonen waar ze vandaan komen. Die twee aspecten wilde ik in volstrekte gelijkwaardigheid naast elkaar zetten, zodat er een compleet beeld zou ontstaan.’
De foto’s vertellen dus in een oogopslag een verhaal. Een verhaal dat nog iets wordt uitgediept in een begeleidend boekje. Daarin vertellen de vrouwen over zichzelf, op basis van vraaggesprekken die Esseline van de Sande met ze voerde. Zo lezen we hoe de eerder genoemde Shami Hamiedie terugkeerde naar Afghanistan om haar zieke moeder te bezoeken. Op last van de taliban, die toen, vlak voor 9/11, nog net aan de macht waren, mocht zij echter niet reizen zonder een mannelijke begeleider. Diens leeftijd deed er niet toe. Zelfs een kleuter mocht een vrouw chaperonneren in het Afghanistan van de taliban, zolang het maar een mannelijke kleuter was.
Waar haalde Shami zo’n begeleider in de gauwigheid vandaan? Ze besloot het hoofd van haar dochtertje kaal te scheren en haar jongenskleren aan te doen. ‘Zeg maar zo weinig mogelijk, en als je iets zegt, probeer dan als een jongen te klinken’, hield ze haar kind voor. De truc lukte. Het haar van Shami’s volwassen dochter is inmiddels aangegroeid.
Fietsen in de regen
En dan is er het verhaal van Soraya, die hier vrouwen zag fietsen, soms met een kind voor- en een kind achterop. Dat was nieuw voor haar, want in Afghanistan is de tweewieler aan mannen voorbehouden. Toch had ze, toen ze jong was, leren fietsen op het ouwe beestje van haar broer. Dus toen ze de Nederlandse vrouwen zag, dacht ze: dat wil en kan ik ook. Maar dan moest het niet regenen, daar had ze geen trek in. Probleem was dat het maar bleef regenen in dit land. Dus kocht ze regenkleding en laarzen en stapte toch op de fiets.
‘Ik genoot’, zo zegt ze in het boekje. ‘Ik voelde me groot en sterk en bevrijd. De regen werd mijn zon.’
Waarom deze tentoonstelling in Leidschendam-Voorburg? Is dat toeval? Misschien niet helemaal. De Stadscoalitie werkt landelijk maar is ook hier actief omdat, aldus Esseline van de Sande, ‘er in deze kleine stad veel diversiteit is, die echter niet op een goede manier haar weg weet te vinden. Het is allemaal heel Nederlands georiënteerd. Aan de andere kant heeft de plaats een historische achtergrond van tolerantie en vooruitstrevendheid. In de buitenplaats Hofwijck woonden in de zeventiende eeuw Constantijn Huygens en zijn zoon Christiaan. Bij hen kwamen Descartes en Spinoza, die van Portugees-Joodse komaf en was en wiens voorvaderen naar het noorden waren gevlucht, over de vloer. De buitenplaats is nu museum Huygens’ Hofwijck. Ik ben ervan overtuigd dat er iets van dat kosmopolitische verleden in de stenen van deze stad zit opgeslagen.’
Ex-wethouder en fotograaf Frank Rozenberg vult aan: ‘Dit is een tamelijk welvarende plaats waar men Den Haag als de grote broer ziet, en waar verder niet al te veel reuring is. Tegelijkertijd wonen hier zo’n vijfhonderd Afghanen, en dat is best veel. Ook is er hier een Afghaanse vereniging actief, die, anders dan sommige andere Afghaanse verenigingen, alleen de nadruk legt op cultuur, en niet op religie of etniciteit.’
’Van werken word ik energiek’
Om meteen maar een ander stereotype aan barrels te slaan: de meeste Afghanen in Leidschendam wonen weliswaar in een wijk met sociale woningbouw, zoals gebruikelijk bij veel groepen migranten, maar dit betekent niet dat ze een bescheiden maatschappelijke positie innemen. De meeste van de pakweg vijftigduizend Afghanen in Nederland doen het goed. Het CBS concludeerde al in 2004 dat er geen grote problemen zijn rond de integratie van Afghanen.
De vrouwen wier portretten nu in een Voorburgse foto-atelier hangen vormen geen uitzondering: ze zijn zwemlerares, docent Engels, verpleegkundige, volleybaltrainer. En hun kinderen mondhygiëniste, grafisch ontwerper, vliegtuigtechnicus, cloud-engineer, manager en zelfs Hollywoodactrice.
Shami Hamidie is misschien wel een van de succesvolste ondernemers van Voorburg. Ze runt een lunchroom in het kantorencentrum SQM, heeft een avondwinkel, en werkt in de zorg. Haar man helpt haar wel, maar of ze veel aan slaap toe komt? ‘Ach, een uurtje of vijf is genoeg’, zegt ze. ‘Van werken word ik alleen maar energieker.’
Stuk voor stuk verklaren de geportretteerde vrouwen het naar hun zin te hebben in Nederland, al was de begintijd meestal niet makkelijk. De vrijheid die ze in Nederland hebben, die roemen ze, stuk voor stuk. Vandaar de titel van de tentoonstelling: Vrijheid is ware schoonheid.
Zelfvertrouwen
‘Wanneer Nederlanders denken aan islamitische vrouwen, dan zien ze of slachtoffers, of heldinnen,’ zegt Esseline van de Sande. Bedoelt ze beklagenswaardige boerkadraagsters of vrouwen die op een kruispunt in Teheran hun hoofddoek heroïsch afrukken, met alle risico’s van dien, en niemand daartussen? Ze knikt. Er wordt een brede tussengroep genegeerd: De Vrouwen Die Zich Er Doorheen Slaan, met hun eigen leven, hun trots, en met wie ‘iedereen’ zich zou moeten kunnen identificeren.
De tentoonstelling betekent ook voor de vrouwen zelf veel. Niet alleen voor de moeders, ook voor de dochters, van wie er drie meededen en zich ook lieten portretteren. Zij zien hun moeders een keer met andere ogen, in die traditionele gewaden, en ervaren dat als een persoonlijke verrijking, soms zelfs als boost voor hun eigen zelfvertrouwen. Neem Yasmeen Kakar, die een tijdlang zonder haar ouders in Afghanistan verbleef. ‘Door te poseren voor de tentoonstellingen en wat over mijzelf te vertellen leer ook ik mijzelf te presenteren, rechtop te lopen,’ zegt ze in het boekje. ‘Je houding is belangrijk. We zijn weken bezig geweest om de kleding bij elkaar te zoeken. Het maakt me trots.’
En Shami Hamidie: ‘De dag dat ik poseerde voor de tentoonstelling was mijn mooiste dag in Nederland. Waarom? Niet eens alleen vanwege mijzelf. Maar ook vanwege het besef dat we onszelf hiermee wakker kunnen schudden. Ook wij hebben recht op een beetje spotlights. Zoals een van onze grootmoeders, die de tentoonstelling opende, een lintje doorknipte, na afloop zei: ‘In dertig jaar tijd heb ik nog nooit zoiets in Nederland gedaan’.’
Afghaanse vrouwen – Vrijheid is ware schoonheid, Foto Atelier BW5, Zwartepad 5, Voorburg
Tot en met 18 juni
Vrijdag en zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur, zondag van 13.00 tot 16.00 uur. Toegang gratis.
Deel dit bericht via
Recente reacties