Kansen voor Irak: welke rol kan Nederland spelen in de democratische transitie?
Op 8 juni organiseerde het Grote Midden Oosten Platform samen met het Netherlands Institute for Multiparty Democracy (NIMD) een online bijeenkomst met een indrukwekkende line-up van sprekers die volledig draaide om Irak. De vragen die centraal stonden logen er niet om: wat kunnen we betekenen voor jonge, politiek geëngageerde Iraakse jongeren die het buitensporige geweld van de ordetroepen trotseren en tóch de straat opgaan? Hoe dragen we bij aan een vreedzame toekomst voor het land? En hoe kunnen we bijdragen aan de vorming van een nieuwe klasse politici die de belangen van de burgers vooropstelt en de dialoog aangaat, ook buiten de eigen groep? Dit artikel is gebaseerd op de inbrengen van de verschillende deskundigen.
De Iraakse jongeren die vanaf oktober 2019 met gevaar voor eigen leven de straat opgingen doen dat, pandemie of geen pandemie, nog altijd. Ze zijn het meer dan zat om knel te zitten in een systeem dat alleen de belangen van de elite dient, waarbij de sektarische leuzen je om de oren vliegen en iemand die de impasse probeert de doorbreken moet vrezen voor represailles vanuit militante groeperingen. Nurid watan, wij willen een thuisland, is niet voor niets dé leus van de opstanden.
Systeem vol barrières
Hoe zat het ook alweer? De dictatuur van Saddam Hussein kwam op 9 april 2003, niet lang na de Amerikaanse invasie, ten einde. Wat volgde was een periode van militaire bezetting, waarbij de door Saddam Hussein bevoorrechte soennieten werden gemarginaliseerd ten faveure van de sjiitische meerderheid. De grondwet uit 2005 probeerde recht te doen aan de verschillende groepen (denk daarbij ook aan Turkmenen, Assyriërs en Armeniërs), maar leidde tot een politieke impasse waarbij de meest dominante groepen elkaar constant beschuldigden van cliëntelisme, maar ondertussen zelf óók alleen voor de eigen groep zorgden. De instabiele situatie in Irak maakt het een fluitje van een cent voor Iran om haar invloed in Irak te vergroten, terwijl een deel van de soennitische onvrede op een afgrijselijke manier werd gekanaliseerd via al-Qaeda en later ISIS.
Erwin van Veen (senior onderzoeker bij Clingendael) schetst drie trends die de voornaamste obstakels vormen voor bestuurlijke vernieuwing. Allereerst is er het partijkartel waarin Koerdische, soennitische en sjiitische Irakezen de baantjes verdelen. Dat systeem leidt niet alleen tot patronage en corruptie, maar bemoeilijkt ook de intrede van nieuwe partijen. Daarnaast zijn de politie en verschillende strijdkrachten in hoge mate gepolitiseerd geraakt en hebben zij vergaande autonomie. Verschillende groeperingen, waarvan sommigen aanvankelijk tegen ISIS streden maar die nu zijn overgebleven om namens politieke machthebbers vuile, gewelddadige klusjes op te knappen, zorgen ervoor dat geweld een prominente rol blijft spelen. Tot slot is er de ingewikkelde positie van soennieten in Irak. Natuurlijk, ISIS is verslagen en het is niet zo dat die ieder moment weer op het toneel kan verschijnen. Maar de wederopbouw gaat lang niet overal even goed. Er bestaat onder Irakezen de neiging om ISIS te zien als externe factor, waarmee Van Veen maar wil zeggen dat de binnenlandse voedingsbodem voor soennitisch extremisme nauwelijks wordt onderkend. Kortom: de grondoorzaken van de opkomst van ISIS zijn nog lang niet verdwenen.
Hoop vanuit de nieuwe generatie
De jongeren in Irak (70 procent van de Irakezen is onder de 30) hebben het er maar mee te doen. Om deze jonge generatie te ondersteunen en perspectieven te helpen bieden, zouden wij als Europeanen en Nederlanders onze “veiligheids- en migratiebril” moeten loslaten en goed moeten luisteren.
Eerst die bril af. Bagdad is niet alleen een stad met een eeuwenoude beschaving, maar ook een ontzettend hippe plek. Gevraagd naar haar favoriete plek in de hoofdstad vertelt VN-gezant voor Irak Jeanine Hennis-Plasschaert over de oudste koffietent in Bagdad: ‘Jong en oud is hier druk bezig met hun shisha, en dat mengt zich allemaal. Het is net alsof je een andere eeuw binnenkomt.’ De Nederlandse ambassadeur Michel Rentenaar voegt daaraan toe: ‘Google maar eens gewoon op Baghdad haircut, en je zult versteld staan.’ Iets vergelijkbaars geldt voor Mosul: ‘Journalisten maken altijd maar foto’s van de puinhopen in West-Mosul. Maar kijk ook eens naar Oost-Mosul, dat is booming op dit moment. Daar gebeurt van alles, jongeren zijn volop bezig. We hebben die brug naar de hoop nodig.’
Typerend voor de kracht én de frustratie onder jongeren is de opmerking die een 16-jarig meisje, druk bezig met de planning voor een meisjesboksschool, maakte in een Yezidi-vluchtelingenkamp toen ze sprak met ambassadeur Michel Rentenaar: ‘I don’t know when you grown-ups are going to sort out this return issue to Sinjar, but my future starts right now!’
Wat maakt die nieuwe generatie dan zo bijzonder? Allereerst durven Iraakse jongeren kritische vragen te stellen: wat doet die elite eigenlijk voor ons? Ze willen een eind maken aan het sektarisch bestel en zijn klaar met de buitenlandse inmenging. In plaats daarvan verlangen jongeren naar een civiele staat (madaniyya), en dát is de kern van de leuze nurid watan. Gebruik van geweld zweren de jongeren, zelfs als de ordetroepen dit wel doen, expliciet af. In een land met een recente geschiedenis als Irak getuigt dat van een moed die ons haast verplicht hen te steunen.
Volgens de half-Iraakse arabiste en juriste Laila al-Zwaini draait een civiele staat om de “vier B’s”: Bescherming van Belangen en Behoeften van Burgers. ‘We moeten echt anders gaan denken over wat veiligheid en geopolitiek is, en wat de platforms zijn. Jongeren zíjn politieke actoren en de straat ís een platform.’ Madaniyya kan een belangrijke rol spelen als verbindende factor, en daarin is ook een rol weggelegd voor de islam. ‘Wij hoeven niet altijd onze termen te exporteren. Waarden als vrijheid en gelijkheid zitten al in de cultuur.’
Steun uitspreken, en meer
Hoe kunnen wij die hoopvolle boodschap vanuit hier kracht bijzetten? Het begint, zoals vaker, met goed luisteren. Al-Zwaini: ‘Kijk naar de kunst, poëzie, muurschilderingen, alles wat de jongeren laten zien. Dat ziet er misschien niet meteen uit als politieke taal, maar dat is het wel degelijk. Via de kunst worden een heleboel taboes doorbroken.’ Daarnaast is het uitspreken van steun, niet alleen op het niveau van humanitaire hulp en maatschappelijk middenveld maar juíst op het politieke niveau belangrijk. Al-Zwaini schreef in september 2020 al een vurig pleidooi om de eisen van de Iraakse jongeren vol overtuiging te omarmen.
Het steunen van de nieuwe generatie kan langs verschillende niveaus. Het is niet voor niets dat naast de inhoudelijke expertise van Van Veen en Al-Zwaini ook ambassadeur Michel Rentenaar, VN-gezant Jeanine Hennis Plasschaert, Tweede Kamerlid (VVD) Ruben Brekelmans en Europees Parlementariër (PvdA) Thijs Reuten bijdragen leverden tijdens de bijeenkomst. Nederland en Europa kunnen – daar zijn Rentenaar, Brekelmans en Reuten het over eens – een belangrijke rol spelen in de verbetering van de economische situatie. ‘We moeten kijken waar sterke punten liggen in Irak, en kijken waar samenwerking mogelijk is. Oók om banen te creëren, want zonder perspectief werkt het niet’, aldus Reuten. ‘Europa is daarnaast in de unieke positie dat het een tegenwicht kan bieden aan zowel de Amerikaanse als de Iraanse invloed, en daarbij nadrukkelijk de kant van de bevolking kan kiezen.’
Grofweg vinden de verschillende sprekers elkaar op een driesporenbeleid dat loopt via verschillende tijdslijnen en beleidsterreinen. Op de korte termijn wegen politieke en economische belangen het zwaarst. Rentenaar: ‘Het land heeft 26 miljoen potentiële stemmers, maar de laatste keer gingen er maar 10 miljoen daadwerkelijk naar de stembus.’ Doel op de korte termijn moet volgens Erwin van Veen daarom zijn om – samen met de VN-missie en de religieuze autoriteiten in Irak – te zorgen voor een zo hoog mogelijke opkomst én het helpen van jongeren die politiek actief zijn. De signalen wat dat betreft zijn gematigd positief. Een ander korte/middellangetermijndoel moet een verbetering van de economische situatie zijn. Nederland kan daar als wereldspeler op het gebied van landbouw een voortrekkersrol nemen. Op de wat langere termijn en op geopolitiek niveau, ligt het voor de hand dat Europa probeert de nucleaire deal met Iran nieuw leven in te blazen. Van Veen: ‘Zonder nucleaire deal is er weinig mogelijk. Irak dient nu als een soort “uitlaatklep” voor Iran, die druk moet eraf.’
Op de lange termijn is fundamentele verandering van het politieke systeem een must om tot een civiele staat te komen. Bevordering van de dialoog tussen verschillende groepen én tussen burgers en de overheid is essentieel. Volgens Hennis-Plasschaert zit Irak nu in een soort catch-22: ‘om het vertrouwen te herstellen is politieke verandering nodig, maar door gebrek aan vertrouwen als gevolg van de bestaande obstakels, daalt het vertrouwen juist en verdwijnt echte verandering daarmee uit zicht.’ En toch, de nieuwe generatie is wars van het sektarische discours en dáár ligt de sleutel tot verandering. Zowel het NIMD als GMOP hecht buitengewoon veel belang aan het op de agenda houden van Irak en aan ondersteuning van de jonge generatie en de opbouwende krachten in het land. We kunnen hen helpen hun boodschap te versterken en bestendigen, bijvoorbeeld door die nú al uit te dragen op het politieke toneel. Dat vereist natuurlijk moed en volharding. Maar dat is een schijntje vergeleken met de moed die Iraakse jongeren dagelijks opbrengen om de straat op te gaan en hun burgerrechten op te eisen.
Je kunt de bijeenkomst via onderstaande link volledig terugkijken:
Deel dit bericht via
Recente reacties