Foto: Omid Armin via Unsplash

Iran onder de sjah: meer dan kleurrijke minirokken

Oude foto's van flanerende Iraanse vrouwen over brede boulevards geven de indruk van een modern Iran waarin de vrouw meer vrijheden had dan nu. Maar de werkelijkheid is genuanceerder.

Als je googelt op ‘Iran in de jaren 60 en 70’, komen er websites tevoorschijn die met verschillende foto’s een modern Iran laten zien, zoals hier bij GeenStijl. We zien ontsluierde vrouwen in westerse mode lachend op een grasveld, nieuwe auto’s rijdend op brede avenues en grote reclameposters in Teheran.

In de artikelen bij de foto’s staat vaak dat sjah Mohammed Pahlavi Iran wilde moderniseren in navolging van het Westen. Dit betekende onder andere nieuwe vrijheden voor vrouwen. De sjah nam nieuwe (familie)wetten aan, waarmee vrouwen meer rechten kregen binnen het gezin, en hij verleende stemrecht aan vrouwen.

Negatieve stereotypen

Bij de foto’s op de website van GeenStijl wordt gesteld dat vrouwen vóór de Islamitische Revolutie van 1979 konden dragen wat ze wilden. Dit in tegenstelling tot de periode na 1979, waarin vrouwen zich verplicht moesten bedekken. De komst van de islam zou het einde hebben betekend van Iran als een modern land, en zou ervoor hebben gezorgd dat vrouwen hun (nieuwe) vrijheden moesten afstaan.

Deze argumenten worden ook in het publieke en politieke debat gebruikt, om negatieve stereotypen over het Midden-Oosten te bekrachtigen: de islam en de hoofddoek onderdrukken vrouwen. Deze redenatie is echter zeer problematisch, en deze blik op de geschiedenis van Iran is veel te eenzijdig.

Het afbeelden van Iran vóór 1979 als een modern land tegenover Iran ná 1979 als een achterhaald land biedt weinig inzichten in de daadwerkelijke politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de periode onder sjah Mohammed Pahlavi. Ik wil dit beeld van Iran nuanceren. Kunnen we wel spreken van een modern land onder de sjah? Kan het dragen van westerse mode ons überhaupt iets vertellen over de daadwerkelijke vrijheden van vrouwen? En wat was de rol van vrouwen binnen dit moderniseringsproject?

Echtgenote en moeder

Iran in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is meer dan een periode waarin vrouwen kleurrijke minirokken droegen en waarin nieuwe rechten voor vrouwen top-down werden toegekend. De emancipatie van vrouwen, die door de sjah werd nagestreefd, was verbonden met een duidelijke rol voor haar als echtgenote en als moeder. Het is een periode waarin het emanciperen van vrouwen hand in hand ging met het onderdrukken van de bewegingsvrijheid van de vrouwenbeweging. Maar ook een periode waarin vrouwen ook zelf invloed hadden op het creëren van hun eigen realiteit binnen dit moderniseringsproject.

Foto: Behzad Ghaffarian via Unsplash

Voortbouwend op de politiek van zijn vader, sjah Reza Pahlavi, voerde Mohammed Pahlavi beleid in dat de positie van de vrouw verbeterde en dat de modernisering van Iran zou ondersteunen. Als echtgenote en moeder moest de Iraanse vrouw mogelijkheden krijgen om zich te ontplooien. Maar zij moest haar rol binnen de familie niet vergeten. Zij moest zorgen voor haar man en zij moest haar kinderen opvoeden. Man en vrouw waren gelijk aan elkaar, maar niet identiek. Zij moesten gelijke mogelijkheden krijgen, maar zij hadden niet dezelfde verantwoordelijkheden. De nieuwe moderne en progressieve vrouw zou de modernisering ten goede komen, maar gelijkheid tussen man en vrouw was niet noodzakelijk voor het stichten van een modern Iran.

De modernisering onder Mohammed Pahlavi werd bereikt door middel van controlerende maatregelen waarin democratisering niet het doel was, maar juist het versterken van zijn positie als heerser van Iran. Deze vergrote invloed binnen de samenleving en politiek zorgde voor afbraak van veel onafhankelijke vrouwenorganisaties, maar leidde niet tot complete verdwijning van de vrouwenbeweging en vrouwenactivisme.

Georganiseerde vrouwenbeweging

De Iraanse vrouwenbeweging zou zich onder andere organiseren door de campagne voor vrouwenkiesrecht, het lobbyen voor onderwijs voor meisjes en het eisen van meer rechten voor de vrouw binnen de familie en op de arbeidsmarkt. Een belangrijke organisatie binnen de moderniseringskoers van de sjah was de Women’s Organization of Iran (1966-1978). Zij heeft gezorgd voor verschillende hervormingen die de positie van de vrouw binnen de samenleving en familie verbeterde. De georganiseerde vrouwenbeweging was meer aanwezig en invloedrijker binnen Iran in deze periode dan veel online artikelen doen voorkomen.

De Women’s Organization of Iran (WOI) bestond feitelijk uit verschillende vrouwengroepen die werden geleid door vrijwilligers. Takken van de WOI bevonden zich door heel Iran. Er werden lokale vertegenwoordigers gekozen die jaarlijks bijeenkwamen in een nationale algemene vergadering om het aankomende jaar te bespreken. Ashraf Pahlavi, de tweelingzus van Mohammed Pahlavi, stond aan het hoofd van de organisatie. Veel leden van de WOI hadden banden met het Iraanse hof of met Iraanse politieke partijen. Vaak werden (vrouwelijke) leden van het Iraanse parlement gevraagd om hun steun uit te spreken voor hervormingen die de WOI wilde doorvoeren.

In de beginperiode van de WOI werd de heersende opvatting over de vrouw binnen de familie benadrukt, om hervormingen of nieuwe programma’s door te laten voeren in het parlement. Zij beargumenteerde dat een verbeterde maatschappelijke positie of toegankelijker onderwijs zou zorgen voor een vrouw die haar taken binnen het gezin beter kon uitvoeren. De WOI nam in 1975 afstand van deze koers van emancipatie door de rol van de vrouw binnen het gezin te bekritiseren. Vrouwen en mannen moesten dezelfde verantwoordelijkheden dragen binnen het gezin en moesten gelijk zijn binnen de samenleving en wet.

Foto: Ashkan Forouzani via Unsplash

Dit resulteerde in het National Plan of Action dat in 1977 werd aangenomen door het parlement, nadat het inhoudelijk op veel punten en na uitvoerige onderhandelingen was aangepast. Het was minder radicaal dan de WOI gehoopt had, maar het was een concreet plan om gelijkheid tussen man en vrouw te verbeteren. Door het begin van de Iraanse Revolutie in 1978 kan er weinig gezegd worden over de uitvoering van het plan en de gevolgen voor Iraanse vrouwen.

Kritiek en tegenstand

Veel vrouwen die geen lid waren van de WOI waren tegen de modernisering van Iran en tegen de koers van de WOI. Het opleggen van het ontsluieren en de verwestering van de samenleving en economie door de staat, zonder inspraak van de bevolking, werd door deze vrouwen gezien als negatief. Daarentegen vonden anderen dat de hervormingen die de WOI had laten doorvoeren niet ver genoeg gingen. De positie van de vrouw binnen het gezin was nog steeds gebaseerd op een ondergeschikte positie aan de man. Deze onafhankelijke vrouwenactivisten ondernamen daarom ook actie buiten de staat.

De positie van Iraanse vrouwen in de jaren zestig en zeventig is dus genuanceerder dan vaak wordt gedacht. Foto’s van een flanerend Iraans publiek in een winkelstraat laten het moderniseringsproject van sjah Mohammed Pahlavi zien. Maar die foto’s tonen niet de andere kant. Hoewel de mogelijkheden voor vrouwen beperkt werden door heersende maatschappelijke opvattingen en controlerende maatregelen, waren zij wel degelijk ook actief in het bekritiseren en beïnvloeden van dit moderniseringsproject.

Marlies Schaft studeerde Midden-Oostenstudies aan de Universiteit van Amsterdam. In haar masterscriptie onderzocht ze de positie en rol van de georganiseerde vrouwenbeweging binnen het staatsfeministische moderniseringsproject onder sjah Mohammed Pahlavi in Iran (1960-1978).

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.