In Syrië kun je niet rouwen om wat er is gebeurd: gesprek met activiste Marcell Shehwaro
Marcell Shehwaro (30) uit Aleppo vertegenwoordigt een deel van de Syrische bevolking dat wonderlijk vaak over het hoofd wordt gezien: burgers die tegen de stroom in, maar dikwijls met verbazingwekkende vastberadenheid en succes, een samenleving overeind proberen te houden. En ook niet de moed verliezen als ze door schrijnende persoonlijke tegenspoed worden getroffen. Een interview.
De eerste vraag aan de burger-activiste uit de geteisterde tweede stad van Syrië is hoe het gaat met mede-activiste en plaatsgenote Maha Hrer (27), die eerder in Nederland was en toen ook door het Grote Midden Oosten Platform werd geïnterviewd.
‘Het gaat niet zo goed met haar,’ luidt het onverbloemde antwoord. ‘Maar wat wil je? Ze mag dan net als ik al een tijd veilig in Gaziantep in Turkije zitten en een betrekkelijk normaal leven leiden, maar dan speelt juist op wat je allemaal hebt meegemaakt. In Syrië kun je niet rouwen om wat er is gebeurd. Dat doe je pas als je onder die stolp van gevaar en geweld uit bent gekomen. Ik heb slachtingen gezien, met eigen ogen. Nu ik een paar maanden in Gaziantep zit, dringt dat pas helemaal tot me door. Het is heel moeilijk om nog een normale emotionele huishouding te hebben in een oorlogssituatie. Je raakt in een toestand van bewustzijnsvernauwing die je nodig hebt om door te gaan met je leven, maar die ook gevaarlijk is, omdat je letterlijk een doodsverachting ontwikkelt. In mijn laatste jaar in Aleppo was mijn vermogen risico’s goed te beoordelen niet meer wat het had moeten zijn.’
Maha Hrer en Marcell Shewaro zijn op het oog erg verschillend. De een frêle en ingetogen, de ander volslank en extravert. De een moslim, de ander christen. Maar in tal van opzichten zijn het lotgenotes, zusters in de strijd ook, zij het geen gewapende strijd. Beiden zijn lid van Kesh Malek (‘Schaakmat’), een mede door Marcell opgerichte – en door de Nederlandse vredesorganisatie PAX ondersteunde – vrijwilligersgroep van onverschrokken jonge inwoners van Aleppo die de bevolking perspectief proberen te bieden. Kesh Malek beheert een aantal basisscholen en bibliotheken in een ‘bevrijd’ deel van Aleppo en verleent kinderen psychologische hulp. De organisatie vertegenwoordigt een deel van de Syrische bevolking dat wonderlijk vaak over het hoofd wordt gezien: burgers die tegen de stroom in, maar dikwijls met verbazingwekkende vastberadenheid en succes, een samenleving overeind proberen te houden. En ook niet de moed verliezen als ze door schrijnende persoonlijke tegenspoed worden getroffen.
Maha Hrer verloor haar echtgenoot Mustafa door een bomaanslag tijdens een demonstratie die ook haarzelf heel makkelijk het leven had kunnen kosten. Ze waren nog maar drie weken getrouwd. Marcells moeder werd ‘per ongeluk’ doodgeschoten bij een checkpoint door een militair van het regime, die het niet eens nodig vond zich te verontschuldigen.
‘Ik had daarna best een wapen willen dragen,’ zegt de dochter nu. ‘En het ook willen gebruiken. Maar vervolgens realiseerde ik me hoe absurd en zelfs verschrikkelijk dat was. Want was ik niet een burger-activiste? Was de essentie van het soort verzet waarvoor ik me sterk heb gemaakt niet dat het ongewapend zou zijn? Kwamen we niet in opstand tegen dit regime omdat het zo gewelddadig en gewetenloos is?’
Ze erkent dat veel Syriërs niet zo’n scherpe grens trekken tussen toelaatbaar en ontoelaatbaar verzet, en dat dus ook het onderscheid tussen slachtoffers en daders niet altijd duidelijk is. ‘Ik begrijp best waarom sommige mensen zich bij ISIS hebben aangesloten. ISIS heeft veel te bieden: macht, geld, veiligheid. En wat denk je dat het met je doet wanneer je zeven familieleden hebt verloren? Een hele generatie dreigt weg te zinken in apathie, drugsgebruik, en extremisme. Mensen als ik? Mensen als ik hebben dit allemaal veroorzaakt, denk ik wel eens. In Gaziantep heb je ook genoeg tijd voor je schuldgevoelens. Wij, kinderen van de middenklasse, zijn als eersten de straat opgegaan om te protesteren tegen het regime. Hadden we niet beter moeten weten? We wisten hoe het bewind van Bashar zou reageren. Dat het demonstranten vanuit helikopters met machinegeweren zou bestoken – nee, dat heeft ons niet verbaasd. Maar waarop we niet hadden gerekend, was dat de buitenwereld ons niet te hulp zou schieten. Waren we daar niet te gemakkelijk vanuit gegaan?’
Nu die buitenlandse bemoeienis er uiteindelijk is gekomen in de vorm van Amerikaanse bombardementen op ISIS, is Marcell Shehwaro daar niet onverdeeld blij mee. ‘Die bombardementen zijn tot nu toe zo weinig effectief dat ISIS er sterker door lijkt te zijn dan het is. Vergeet niet dat ISIS ooit voet aan de grond had in Aleppo, maar zonder al te veel moeite door het Vrije Syrische Leger werd verjaagd. En wat zien we nu? Dat lokale strijders en de VS niet eens een Koerdisch stadje kunnen beschermen. ISIS weerstaat Amerika, dat is wat de Syriërs nu constateren, het aanzien van de beweging neemt toe en dat is jammer, want miljoenen Syriërs, soennieten inbegrepen, hebben eigenlijk een hekel ISIS. Ze begrijpen dat deze groepering hun op de lange termijn niets te bieden heeft. Nog afgezien van de wreedheden, die ook tegen soennieten zijn begaan.’
‘Dat het bewind demonstranten vanuit helikopters met machinegeweren zou bestoken – nee, dat heeft ons niet verbaasd. Maar waarop we niet hadden gerekend, was dat de buitenwereld ons niet te hulp zou schieten. Waren we daar te gemakkelijk vanuit gegaan?’
Aan de andere kant is de activiste blij met het internationale optreden tegen de extremisten. ‘De bombardementen dringen een keuze op:voor of tegen ISIS. Dat is gunstig, die duidelijkheid. Het indammen van de financiële steun aan de beweging is ook een goede zaak, want degenen die er puur bij zaten vanwege het geld dat ze van de sjeiks in Qatar in Saoedi-Arabië kregen, lopen nu misschien weg. En dan nog iets: de aantrekkingskracht van ISIS schuilt ook in de veiligheid die het biedt. De gebieden die het onder controle heeft worden door Bashar ongemoeid gelaten. Dus wie de islamitische voorschriften voor lief neemt en niet tot een foute sekte behoort, blijft geweld goeddeels bespaard. Bombardementen kunnen een einde maken aan deze veiligheidstroef.’
Uiteindelijk zal het volgens haar toch allemaal geen zoden aan de dijk zetten, zolang Bashar niet gelijktijdig wordt aangepakt. ‘ISIS bombarderen? Prima. Maar vergeet de aanstichter van al het kwaad niet. Het punt is: bombardeer je ISIS, maar laat je Bashar met rust, dan krijg je vroeg of laat een nieuwe ISIS. Bombardeer je Assad, dan ondermijn je het bestaansrecht van ISIS: twee vliegen in één klap. Het is een beweging die moet vechten, die frontlijnen nodig heeft. Waar is het kwaad dat ze doet nog goed voor als het geen tegenwicht meer vindt in een ander kwaad?’
Vraag is of er nog veel tussen die twee kwaden zit, of de beroemde en veelgezochte ‘gematigde politieke elementen’ er nog zijn in Syrië. ‘Natuurlijk zijn die er,’ zegt Shehwaro, ‘maar het hangt er wel vanaf wat je onder gematigd verstaat. Het is niet zo dat je in Syrië struikelt over de westers georiënteerde seculiere democraten. Secularisme in dit land is toekomstmuziek, iets voor volgende generaties. Een gematigd islamisme als in Turkije is wat de meeste mensen aantrekt. Erdogan is een man tegen wie wordt opgekeken. Is dat zo erg? Is dat onacceptabel? Is Erdogan niet beter dan Bashar al-Assad of ISIS?
Bombardeer je Assad, dan ondermijn je meteen het bestaansrecht van ISIS: twee vliegen in één klap. Het is een beweging die moet vechten, die frontlijnen nodig heeft. Waar is het kwaad dat ze doet nog goed voor, als dat geen tegenwicht meer vindt in een ander kwaad?‘
Tot het kamp van de min of meer gematigden rekent ze zelfs Jeish al-Mujahedeen (‘leger van de religieuze strijders’), de groep islamisten die haar in maart arresteerde – wat de aanleiding vormde tot haar vertrek naar Turkije. ‘Eerlijk is eerlijk, ik heb die arrestatie zelf een beetje uitgelokt, en ik wist dat het goed zou aflopen. Ik wilde met het incident een statement afleggen. Wat er precies is gebeurd? Tijdens een manifestatie ter herdenking van omgekomen burgers gebood een aantal jongens van het Jeish-al-Mujahedeen me een sluier te dragen. Maakte niet uit dat ik christen ben. Ik weigerde en zei: arresteer me maar. Dat wilden ze niet, ze bleven maar aandringen op die sluier. Ik hield m’n poot stijf. Toen werd ik ingerekend en moest ik even brommen in de gevangenis van de zogeheten Sharia-autoriteit. Maar een vriendin had ik nog mijn facebook-wachtwoord weten te geven, en zo kwamen een heleboel mensen in korte tijd te weten wat er was gebeurd en waren de protesten niet van de lucht. Waarop het Jeish-al-Mujahedeen mij vrijliet en zich in een communiqué uitgebreid verontschuldigde. Die gasten willen geen mot met de bevolking, ze zijn van hier. Ze horen bij ons.’
Wat haar dreef? ‘Twee dingen: ik wilde duidelijk maken dat strijdgroepen zich niet horen te bemoeien met de publieke ruimte: burgers bepalen wat daarin gebeurt. En dat vrouwen onder alle omstandigheden, en tot welke geloofsgroep ze ook behoren, zelf beslissen of ze de hijab dragen.’
Uiteindelijk werd de grond haar toch te heet onder de voeten. ‘De jongen die mij had gearresteerd voelde zich lelijk te kijk gezet. Ik kreeg signalen dat mij iets zou kunnen overkomen, dus ben ik vertrokken. Eerlijk gezegd was ik toe aan rust, al zal dat voor heel veel Syriërs gelden.’
Behalve dat het fysiek veilig is en op een pijnlijke manier therapeutisch, heeft het verblijf in Gaziantep nog een ander effect op de inmiddels drie medewerkers van Kesh Malek die er nu voor onbepaalde tijd verblijven. Het verschaft de broodnodige bezinning: ‘Wil onze organisatie overleven, dan zal ze met één been in de oorlog en met één been daarbuiten moeten staan. In Aleppo denk je alleen aan de dag van morgen. Niets is vanzelfsprekend, elke onbenulligheid is van levensbelang. Bovendien wordt onverschrokkenheid een doel op zich. Je wil je niet laten kennen, alles en iedereen trotseren. Ik heb vier keer een probleempje gehad met ISIS, vier keer liep het goed af, maar ik heb wel in vijf maanden tijd op zestien adressen gewoond om uit hun klauwen te blijven. Ik voelde me stoer, maar wat bereikte ik in die tijd? Niets. Hier in Gaziantep kunnen we aan lange termijnplanning doen, beleid ontwikkelen, contacten met de buitenwereld onderhouden. Aan de andere kant moeten we ook weer geen luchtkastelen bouwen, vandaar dat we het niets ontziende pragmatisme dat het leven in Aleppo tekent nog steeds nodig hebben. We hebben nu de volgende structuur: drie mensen in Gaziantep, drie mensen in Aleppo, drie mensen die heen en weer reizen. Of dat laatste niet gevaarlijk is? Tuurlijk. Maar niet gevaarlijker dan wonen in Aleppo.’
Ze lacht: ‘Toen we Kesh Malek opzetten, dachten we nog dat de oorlog misschien snel voorbij zou zijn, Of anders waren we in twee jaar dood. Maar het lijkt erop dat onze organisatie nog een tijdje zal blijven bestaan. En wijzelf misschien ook.’
Deel dit bericht via
Recente reacties