Het Midden-Oosten door de ogen van IDFA
Het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) is wat mij betreft een van de jaarlijkse culturele hoogtepunten in Amsterdam. Het festival blijft ook groeien: de afgelopen editie (15-26 november) was de grootste ooit, met nóg meer bezoekers. De hele stad ademde IDFA, je kon er bijna niet omheen.
Steeds komen er makers van over de hele wereld hun films onder de aandacht brengen, ideeën uitwisselen of sponsoren zoeken. Amsterdammers maken graag tijd vrij om één of een paar films te bezoeken. De diverse filmmarathons – selecties van de beste films van IDFA – waren ook afgelopen jaar wederom snel uitverkocht.
Deze keer had IDFA een speciaal programma voor films uit de Arabische wereld: ‘Shifting Perspectives: The Arab World’. Het programma was erop gericht om “(…) een tegenwicht te bieden aan westerse stereotypen die de complexiteit van de Arabisch sprekende wereld negeren en ‘de Arabier’ op afstand houden als ‘de ander’
Voor wie het programma heeft gemist, geen nood: de films zijn terug te zien op de IDFA-website (soms tegen een kleine vergoeding), en een aantal via Netflix of in de bioscoop.
Ook de openingsfilm van het hele festival was afkomstig uit het Midden-Oosten, uit Egypte om precies te zijn. ‘Amal’, gaat over een meisje dat Amal heet, wat in het Arabisch ‘hoop’ betekent. Ze groeit op en wordt volwassen tijdens de Egyptische revolutie, of eigenlijk de opstand tegen president Moebarak. Ze gaat op het Tahrirplein demonstreren, ze is dan 13 jaar, een energiek en opstandig meisje. Later demonstreert ze weer, deze keer tegen president Morsi, de kandidaat van de Moslimbroeders, die na de val van Moebarak door verkiezingen aan de macht komt. De regisseur volgt haar, ze wordt bekend als de politie haar aan haar lange zwarte haar van de straat sleept.
De regisseur geeft in grote lijnen een indruk van de veranderingen in haar leven, en daarmee ook van haar land. Als kijker mis ik echter veel details die eigenlijk bij een documentaire horen, om een beter beeld te krijgen van de realiteit van de situatie en de diepere achtergrond van de beslissingen die het hoofdpersonage neemt. We zien op het einde dat ze zwanger is en een hoofddoek draagt. Wat er in de tussentijd is gebeurd, hoe ze tot haar keuzes is gekomen, is niet duidelijk. Wel was het mooi de beelden te zien die haar vader – die destijds nog leefde – van haar heeft gemaakt toen ze klein was. Gelukkige momenten, die de regisseur gebruikt om een beeld te geven van haar karakter. Dat ontbreekt in het latere deel van haar leven.
Ook de discussies tussen Amal en haar moeder zijn interessant. De laatste verlangt terug naar de tijd van Moebarak en dat maakt Amal boos. Ze roept tegen haar moeder dat ze een aanhanger is van een corrupt systeem. Moeder reageert mild en lacht. Hoewel het zeker een eer was voor de Arabische filmkunst in het algemeen om met deze documentaire IDFA te openen, vind ik dat er betere films uit het programma waren voor dit doel. De film is trouwens nog in het filmtheater zien in het kader van The Best of IDFA On Tour, een programma van vier films die op het IDFA van 2017 te zien waren, en die de komende maanden in een groot aantal theaters achter elkaar worden vertoond (klik hier voor het programma).
De keuze voor Amal als openingsfilm was niet mijn enige bezwaar. Het programma ‘Shifting Perspectives: The Arab World’ was niet erg representatief voor de Arabische wereld. Er waren veel films over de oorlog in Syrië, het land waar erg veel aandacht voor is in Europa – ten koste van andere landen als Jemen of Libië. Sommige waren goed, maar andere vond ik van onvoldoende kwaliteit voor het IDFA. Er zat een Iraakse film van meer dan tien jaar geleden tussen, terwijl er veel nieuwe goede Iraakse documentaires bestaan. Er waren ook twee Libanese films van een paar jaar oud over de burgeroorlog in de jaren ‘70. Een oude documentaire over de koloniale tijd en de Algerijnse revolutie tegen de Fransen. Geen films uit de Golf, Jemen of een van de andere 22 Arabische landen.
Er is een sterke focus op Syrië, in het bijzonder op de strijd tegen ISIS. Het Europees perspectief – de zorg om veiligheid – lijkt daarmee voorop te staan. Op zich is dat helemaal niet erg, maar als het gaat om ‘tegenwicht bieden aan westerse stereotypen die de complexiteit van de Arabisch sprekende wereld negeren’, is dit geen goede keuze. Dan hadden meer menselijke verhalen – het is niet overal oorlog in het Midden-Oosten – uit een variëteit aan landen beter aan het doel beantwoord. Dus ondanks de mooie intentie van dit programma, vind ik dat het tekort schoot.
Buiten het programma van ‘Shifting Perspectives’ waren er echter nog documentaires die interessant waren in het kader van het grotere Midden-Oosten. Ze zijn ofwel door Europeanen gemaakt, of gaan over niet-Arabische landen in het Midden-Oosten. De beste was in mijn optiek ‘Stronger than a Bullet’, een Iraanse documentaire over een fotograaf, Saeid Sadeghi, die foto’s maakte van soldaten tijdens de oorlog tussen Iran en Irak in de jaren ’80. Zijn werk werd gebruikt als propaganda voor het regime, om meer mensen en vooral kinderen naar het front te lokken – bij gebrek aan voldoende soldaten.
De fotograaf beweert dat miljoenen mannen zich hebben aangemeld om als martelaars aan het front te sterven aan de hand van zijn foto’s. Hij zelf wilde in die tijd ook als held aan het front sterven. Maar hij heeft de oorlog overleefd, sterker nog: hij heeft spijt van zijn bijdrage toentertijd. Hij realiseert zich dat hij met zijn foto’s als instrument van de oorlog is gebruikt.
In de documentaire gaat hij op zoek naar de soldaten die hij heeft gefotografeerd en die als helden werden gepresenteerd, en de kijker ziet hoe het hen vergaan is. Ze vertellen over hoe het voor hen was om oorlog te voeren. Je ziet duidelijk hoe de propaganda de jonge mensen, kinderen soms nog, manipuleerden. Als Irakees heb ook ik deze oorlog beleefd. Voor mij was het treffend dat de propaganda aan de andere kant – in Irak, waar ik toen opgroeide – op precies dezelfde schaamteloze manier werkte, en niets anders dan dood en pijn veroorzaakte. Eén van de ergste foto’s was voor mij die waarop te zien is dat het Iraanse leger een dijk maakt van zand en lijken. De lijken waren van Iraakse maar ook van hun eigen soldaten. Filmmaakster Maryam Ebrahimi heeft het verhaal mooi neergezet. En ze heeft gelijk: propaganda mààkt een oorlog. Mensen zijn slechts middelen – en slachtoffers.
Nog twee aanraders van documentaires uit het Midden-Oosten zijn:
- The Deminer van Hogir Hirori en Shinwar Kamal (Zweden). Een portret van kolonel Fakhir, die met zijn kniptang en heldenmoed duizenden bermbommen en landmijnen ontmantelde in Irak. Goed verhaal en prachtig karakter. Won de IDFA Special Jury Award for Feature-Length Documentary.
- Muhi – Generally Temporary door Rina Castelnuovo-Hollander, Israël en Tamir Elterman, Duitsland. Vertelt het verhaal van het Palestijnse jongetje Muhi, die zonder armen en benen opgroeit in een Israëlisch ziekenhuis, ver van zijn familie in Gaza, maar met zijn opa, die als enige toestemming krijgt bij hem te blijven in het ziekenhuis. Hartverscheurend en persoonlijk portret, tegen de achtergrond van het Palestijns-Israëlisch conflict.
Deel dit bericht via
Recente reacties