Het Grote Midden-Oosten in de verkiezingsprogramma’s
Het grote Midden-Oosten bestaat uit 22 landen, met 400 miljoen inwoners, van wie de helft jonger is dan 25 jaar. Een belangrijke regio als het gaat om handel, kunst en cultuur, olie en zonne-energie, veiligheid en geopolitiek. Die ook nog eens aan Europa grenst. Hoe kijken Nederlandse politieke partijen daarnaar? En door welke bril? Het Grote Midden Oosten Platform zocht het uit en las de verkiezingsprogramma’s van 15 Nederlandse partijen die meedoen aan de verkiezingen van 17 maart 2021. Conclusie: er is nog steeds weinig oog voor de diversiteit van de regio of de specifieke context van de verschillende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
De MENA-regio in de verkiezingsprogramma’s
In de paragrafen over het buitenland, leer je een partij goed kennen. Want hoe de partij praat over ‘de ander’, zegt meer over de partij dan over het buitenland en alles over haar wereldbeeld. Hoewel het grote Midden-Oosten grenst aan de Europese Unie (en indirect dus ook aan Nederland), zijn er maar weinig partijen die er zo naar kijken. Alleen de PvdA stelt dat ‘samenwerking met de landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika belangrijk blijft vanwege nabijheid en belangrijke culturele banden’.[1]
Partijen als de SGP, PVV en Forum voor Democratie die het buitenland zoveel mogelijk buitensluiten, kiezen voor nationaal beleid ten aanzien van de problemen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Terwijl partijen als CDA, GroenLinks, PvdA en Christen Unie juist stellen dat de complexe problemen rondom Europa alleen binnen internationale verbanden als de NAVO, VN en EU kunnen worden opgelost.
Er zijn maar zeven van de vijftien onderzochte partijen die het Midden-Oosten als geheel noemen in hun verkiezingsprogramma’s. En de blik op de regio is overwegend negatief. Oorlog, vervolging, conflicten, migratie en veiligheid (voor Nederland) vormen veelal de context waarin de regio genoemd wordt in de verkiezingsprogramma’s.
De SGP vermeldt het Midden-Oosten als regio zeven keer: het meest van alle onderzochte partijen. De Staatkundig Gereformeerden noemen het Midden-Oosten steeds in één adem met de Balkan en Afrika en gebruiken daarbij woorden als onrust, haat, instabiliteit, conflicten. Het Midden-Oosten wordt vanuit een op Nederland gericht veiligheidsperspectief benaderd. Naast het blok Balkan, Afrika en het Midden-Oosten, noemt de SGP ook nog Iran, Irak, Syrië, Libië en de Palestijnen, allemaal in een negatieve context. Israël daarentegen, dat in dezelfde regio ligt, wordt beschreven als baken van vrijheid en democratie waar de banden flink mee moeten worden aangehaald.
Het verkiezingsprogramma van de VVD bevat drie keer de term Midden-Oosten. Ook bij deze partij is de toon bezorgd en negatief en de partij wil zich vooral richten op bestrijding van van migratie, op veiligheid (voor Nederland) en opvang in de regio.
Een realistisch buitenlandbeleid waarin onze belangen, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, migratie en handel, de relaties met andere landen bepalen. Daarom werken we samen met ongemakkelijke partners in het Midden-Oosten en Noord-Afrika bij de bestrijding van terrorisme of lokale opvang van vluchtelingen. Als een land onze belangen schaadt, bijvoorbeeld door het financieren van extremistische religieuze instellingen in Nederland of door illegaal in Nederland verblijvende onderdanen niet terug te nemen, volgen er maatregelen.[2]
De Partij van de Arbeid, die de regio één keer noemt, maakt zich ook zorgen over de mensenrechten. Net als de andere partijen bezigt de PvdA een overwegend negatieve toon als het om het Midden-Oosten gaat. De partij maakt zich zorgen over de terugval op democratisch gebied en het respect voor mensenrechten.
DENK heeft een paragraaf over het Midden-Oosten en noemt als een van de weinigen ook de mensen, de inwoners van de regio. Die regio is de afgelopen decennia door een aantal grootmachten misbruikt voor eigen gewin en Nederland moet nu eigenstandig beleid voeren waarin vrede en stabiliteit voor de bewoners van de regio wordt gewaarborgd.
D66, van oudsher een partij die weet waar het Midden-Oosten en Noord-Afrika liggen en met een redelijk genuanceerde blik op deze gebieden, gebruikt deze verkiezingen een negatiever frame dan vier jaar geleden. De regio als geheel wordt niet genoemd. Alleen een aantal losse landen (Irak, Syrië, Israël/Palestijnen en Turkije). D66 wil vooral in multilaterale samenwerking werken aan vrede, democratie, de rechtsstaat en de bescherming van mensenrechten. Wat dat precies voor de regio inhoudt, wordt uit het lijvige verkiezingsprogramma niet duidelijk.
Opvallend is ook dat een aantal partijen het gebied helemaal niet noemt: de CDA heeft het wel over de regio Afrika en grootmachten als China en de VS, maar noch de MENA als regio, noch “losse” landen als Jordanië, Israël/Palestina of Marokko komen in het verkiezingsprogramma voor. Turkije wordt wel genoemd. 50Plus vermeldt geen enkel ander land in de wereld .
Landen onder de loep
Er zijn een paar landen die veelvuldig terugkomen, en waarvoor in meer detail beleidskeuzes worden voorgesteld. Met stip op één is het, net als bij de vorige verkiezingen, Israël dat in de meeste verkiezingsprogramma’s wordt genoemd. Het blijft opmerkelijk dat vrijwel alle Nederlandse partijen zoveel ruimte geven aan dit land, meestal in de context van het Israëlisch-Palestijns conflict, maar in een aantal gevallen – PVV, VVD, JA21, SGP en CU – vanuit een sterk gevoel van verbondenheid en bondgenootschap.
De PVV is een grote vriend van de enige echte democratie in het Midden-Oosten, Israël. Ook cultureel is Nederland zeer verbonden aan Israël. De banden met Israël zullen onder meer worden versterkt door onze ambassade te verhuizen naar Jerusalem. De Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah bij de corrupte Palestijnse Autoriteit wordt onmiddellijk gesloten. Nederland heeft immers al een ambassade in Amman, de hoofdstad van de enige echte Palestijnse staat: Jordanië. [3]
FvD, PVV, JA21 en SGP hebben bovendien beleidsvoorstellen die eerder aansluiten op Israëlische belangen dan op Nederlandse agenda’s of op toepassing van het internationaal recht. Deze partijen propageren bijvoorbeeld expliciet in hun programma’s de verhuizing van de Nederlandse ambassade naar Jeruzalem, en spreken zich uit tegen een verbod op producten uit de nederzettingen (die volgens internationaal recht illegaal zijn).
FvD neemt herhaaldelijk Israël als voorbeeld voor eigen ambities (IVF-beleid naar Israëlisch model, een sonde naar de maan zoals Israël deed, koppeling van defensie-industrie met innovatieve start-ups ‘zoals Israël dat doet’, en right of return naar Israëlisch model voor iedereen met Nederlandse voorouders, in het bijzonder ook Zuid Afrikaanse boeren).
Andere partijprogramma’s gaan vooral in op de noodzaak om het Israëlisch-Palestijns conflict te beëindigen. BIJ1 en DENK zijn de enigen die expliciet stellen dat er een einde moet komen aan de bezetting en kolonisatie van Palestijnse grond en het Palestijnse volk. In de meeste andere programma’s wordt de disbalans in macht tussen Israël en Palestijnen genegeerd, en wordt vooral gesproken over de noodzaak om tot een rechtvaardige (tweestaten) oplossing te komen.
D66 lijkt zorgvuldig een balans in de kritiek op beide partijen te hebben aangebracht. GroenLinks is ook voor een tweestatenoplossing maar heeft daarentegen wel oog voor ‘het disproportionele geweld en de intimidatie door Israël, de annexatie van Palestijns grondgebied door de bouw van nederzettingen en de economische belemmeringen, die de Palestijnen hard raken en duurzame vrede in de weg staan. Nederland erkent Palestina als staat, zoals inmiddels 138 andere landen’ [4]. BIJ1 wil het associatieverdrag en handel met Israël stopzetten zolang de bezetting voortduurt. De PvdA is voor sancties tegen Israël wanneer nederzettingen worden uitgebreid.
Een ander land dat in veel van de programma’s aan de orde komt is Turkije, en over het algemeen in negatieve zin. Veel van de partijen (PvdA, Christen Unie, GroenLinks, D66, CDA, PVV, JA21) willen een einde aan onderhandelingen over toetreding tot de EU. De PVV is uitgesproken vijandig en heeft het over het land van de tiran Erdogan. VVD spreekt van Turkije als opkomende grootmacht, de PvdA en FvD noemen Turkije in een rijtje met Rusland en China.
Uitbreiding van de Europese Unie is voor ons alleen aan de orde als een kandidaat-lidstaat aan alle voorwaarden voldoet. Wij willen dat toetredingsonderhandelingen worden stopgezet als een kandidaat-lidstaat zich te ver verwijdert van de Europese waarden en afspraken. Dat geldt zeker voor de koers die Turkije is ingeslagen; Turkije dient de status van kandidaat-lidstaat te verliezen en met de EU te zoeken naar een alternatieve vorm van samenwerking. [5]
De voortdurende burgeroorlog in Syrië komt niet meer aan de orde in de programma’s. Voor de politieke toekomst en stabilisering van de (post-)conflictlanden aan de grenzen van Europa vertrouwen partijen vooral op internationale verbanden als de VN, NAVO en EU. Er is nog wel veel aandacht voor de vluchtelingen in de buurlanden van Syrië. Meest populaire oplossing daarvoor is nog steeds de zogenoemde opvang in de regio. Nederland moet er van sommige partijen (Christen Unie, D66, PvdA, VVD, PvdD) nadrukkelijk aan bijdragen om die opvang humaan te houden of humaner te maken. Volgens BIJ1 is Europa medeverantwoordelijk voor de humanitaire crisis waarin de vluchtelingen verkeren.
Conclusies en observaties
De toon en blik op het Midden-Oosten in de verkiezingsprogramma’s van 2021 zijn nog steeds overwegend negatief. Bij de vorige verkiezingen werden de landen in de regio vooral genoemd in relatie tot de oorlog in Syrië, de vluchtelingencrisis en de verwerpelijke praktijken van IS. Bij deze verkiezingen draait het vooral om migratie en opvang in de regio, ‘grootmachten’ als Iran en vooral Turkije, milieu (uitfaseren van fossiele brandstof) en hulp en handel. In de verkiezingsprogramma’s is nog steeds weinig oog voor de diversiteit van de regio of de specifieke context van de verschillende landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Kortom, de landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika komen vaker voor in de verkiezingsprogramma’s dan vier jaar geleden, maar steeds vanuit een negatieve benadering. Daarbij valt op dat vooral de standaardthema’s de revue passeren terwijl die in de huidige situatie misschien niet het meest relevant zijn — Turks lidmaatschap van de EU is bijvoorbeeld verder weg dan ooit, dus waarom daar de aandacht op richten? En juist over ontwikkelingen die nu wel spelen, lezen we weinig terug — denk aan de oorlog in Jemen, de heroplevende protesten tegen falende regimes en voor werk en waardigheid, en grote uitdagingen als de effecten van klimaatverandering en de energietransitie.
Er is vrijwel geen oog voor positieve ontwikkelingen, of überhaupt voor ontwikkelingen van de laatste jaren, alsof de tijd in de regio stil is blijven staan. We zien geen aandacht voor wederopbouw in post-conflictlanden, ook geen aandacht voor democratiseringsprocessen, of voor het tegenovergestelde daarvan (zoals momenteel in Israël). De Nederlandse betrokkenheid bij de grote Midden-Oosten regio is heel voorzichtig, zelfs bij de welwillende partijen. En bij de meeste partijen staat Nederland altijd helemaal centraal in het wereldbeeld.
Eenzijdig, weinig concreet en weinig diepgang, enigszins achterhaald: dat moet de conclusie zijn. Het traditionele beeld van het Midden-Oosten, een Midden-Oosten van vroeger, blijft de norm.
De Libanese satiricus Karl Sharro laat in zijn tweets en blog zien dat er vele manier zijn om naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika te kijken. Hij houdt zijn publiek graag een spiegel voor.
We kijken uit naar een diversere kijk op de regio in de volgende verkiezingen.
[1] Verkiezingsprogramma PvdA, pagina 95. [2] Verkiezingsprogramma VVD, pagina 48. [3] Verkiezingsprogramma PVV, pagina 48. [4] Verkiezingsprogramma GroenLinks, pagina 82. [5] Verkiezingsprogramma CDA, pagina 79.Deel dit bericht via
Recente reacties