Gedragsregels in Damascus, en hoe je die aan je laars lapt
Damascus, maart 2011. We hebben een tijd in de bijzondere ijssalon Bakdash gezeten, en gaan daar veel later weg dan gepland. Tja, het fameuze, elastische ijs met pistaches was lekker en we waren in geanimeerd gesprek geraakt met een paar Syriërs. Dan vergeet je de tijd.
We vervolgen onze wandeling door de soek Al-Hamidiyah. Aan het einde van de lange sfeervolle passage van deze bazar wacht een bezoek aan de beroemde Omajjaden–moskee. Tussen de soek en de westelijke ingang van het gebedshuis staan nog enkele overblijfselen uit antieke, pre-islamitische tijden, zoals een triomfboog en enkele zuilen van de Tempel van Jupiter Damascenus uit 3e eeuw. En hier, in dit historische deel van de oeroude stad, begint het moderne spel van De Gedragsregels. Of beter gezegd: met de Gedragsregels.
‘Personen kunt u pas fotograferen nadat u hun toestemming heeft gekregen.’
Dat is wat de autoriteiten ons hebben ingeprent.
En dat is nog niet alles:
‘Daarbij dienen mannen geen vrouwen aan te spreken maar de mannelijke begeleiders van deze vrouwen.’
Omdat ik zelf druk in de weer ben met het maken van foto’s van de tempel van Jupiter, attendeert Marianne mij erop dat wij van diverse kanten worden gefotografeerd door Syriërs met mobieltjes. Dit heeft, zo vertelt men ons even later, alles te maken met onze kennelijk uitzonderlijk witte haren. Sommige dames moeten zelfs ter overtuiging even aan het haar van Marianne voelen – ja, om te weten of het wel echt is.
Op de drempel van de toegang tot de binnenhof van het moskeecomplex, waar de schoenen uit moeten, worden we vol ‘onder vuur’ genomen door een jonge knul met een videocamera. Er ontspint zich een vertoning waarin iedereen wel lol schijnt te hebben: hij ons filmen, ik hem fotograferen. Hoezo spelregels?
Eenmaal binnen, op de prachtige, met marmer beklede binnenhof, heeft een moslima slechts oog voor Marianne, en dat klaarblijkelijk vooral vanwege nog één zichtbare witte haarlok. De vrouw laat haar kleine kind los om zonder schroom foto’s te nemen van deze bijzondere vreemdelinge. Ook ik lap de regels aan mijn laars en leg het tafereel eenzijdig vast. Een bescheiden maar vriendelijke wederzijdse knik doet de van bovenaf opgelegde gedragscode even teniet. Gelukkig maar. Onschuld aan de vooravond van een burgeroorlog.
Deel dit bericht via
Recente reacties