Films uit de Golf: jonge cineast verovert de rode loper

Op het DIFF worden meerdere korte films vertoond. De naam Al-Kuwaiti deed een belletje bij mij rinkelen: Ahmed al-Kuwaiti was de schuilnaam van Ibrahim Saeed Ahmed, koerier en vertrouweling van Osama bin Laden. Hij kwam met Bin Laden in mei 2011 om het leven bij de inval op de compound in Abbottabad waar ze zich schuilhielden. De Bahreinse filmmaker Ahmed al-Kuwaiti (1995) heeft gelukkig een compleet andere achtergrond.

‘Ik ben de jongste van vijf en mijn oudere broers en zus studeerden al toen ik jong was. Zij deden allemaal serieuze studies, zoals business en economie. Mijn vader is zakenman, net als andere mannelijke familieleden. Heel serieus allemaal. Maar ik speelde graag met computers en keek het liefst de hele dag films. Business interesseert me niet, maar verhalen wel.’

Als hij beseft dat hij met films ook verhalen kan vertellen, besluit hij dat hij zelf ook films wil gaan maken. En zo begint zijn leven als maker van korte films. Hij spendeert als nakomertje veel tijd met de vrouwen uit de familie. ‘Ik kom uit een hechte gemeenschap in Bahrein, waar iedereen alles van elkaar weet en waar alle nieuwtjes, problemen en roddels grif gedeeld worden. Ik was vaak alleen met mijn moeder en tantes. Door hun gesprekken kwam ik ook op het idee van het filmscript. Mijn moeder werkte, toen ze jong was, in een fabriek en vertelde dat ze een keer na het werk op een hele warme dag met haar vriendin een duik in zee had genomen. Ze hadden het warm en waren dorstig, maar het was ramadan dus ze konden geen verfrissing nemen. Dus sprongen ze samen in zee.’ Eerst wilde Ahmed hier een film over maken, maar zijn moeder liet hem beloven dat niet te doen. Dus verzon Ahmed een verhaal over twee vriendinnen die zich op een andere manier niet aan de sociale regels houden.

De film die hij heeft gemaakt gaat over twee jonge vrouwen, een Emirati en een Egyptische. De Emiratische is gesluierd en traditioneler, de Egyptische is hoogzwanger en draagt geen hoofdbedekking. Hun auto komt zonder benzine te staan en de mobiel die ze mee hebben, blijkt leeg. Het enige gebouw in de buurt is een verlaten moskee. Daar gaan ze heen, want de hoogzwangere vriendin moet nodig plassen.

De dames stoppen de telefoon met oplader in een stopcontact, trekken hun schoenen uit en gaan naar de wasruimte waar het toilet is. Eenmaal op het toilet, blijkt de moskee toch niet zo verlaten als ze dachten.

De film duurt elf minuten en is erg spannend.  Ahmed lacht: ‘Ik wilde een film maken die zo spannend is dat je de volle elf minuten je adem inhoudt en op het puntje van je stoel zit.’ En het is zo spannend omdat er allerlei sociale taboes in beeld komen en de twee jonge vrouwen allerlei dingen doen die in de Golfregio niet van vrouwen geaccepteerd worden.

‘Ik wilde een film maken die zo spannend is dat je de volle elf minuten je adem inhoudt’

Het filmen zelf was al even spannend. Ahmed vertelt dat hij de ene na de andere afwijzing te verduren kreeg: niemand wilde met hem de film maken, juist vanwege al die sociale taboes. Een geldschieter trok zich terug, een filmster durfde niet in een moskee op te nemen, het ministerie waar hij de vergunningen moest vragen, nam de telefoon niet op en in de moskee mochten geen vrouwen acteren. Het was zo moeilijk om de juiste vergunningen te krijgen, dat hij uiteindelijk zelf een vergunning in elkaar heeft geflanst. ‘Ik wilde per se een echte film maken, met een boodschap en een verhaal. Niet zomaar een afstudeerprojectje maar een film die op het DIFF vertoond kon worden. Dus er stond voor mij veel op het spel. Ik moest en zou het idee uit mijn hoofd op het witte doek krijgen! Maar het waren wel de zwaarste maanden van mijn leven. De crew, die voor meer dan de helft uit vrouwen bestond, was geweldig. Ze waren net zo fanatiek als ik en we konden goed samenwerken’.

Zijn familie heeft de film inmiddels gezien en er stond een lovende recensie in de krant waar zijn moeder heel gelukkig van werd. ‘De vertoning van mijn film op het DIFF is een droom die uitkomt. Elke keer als het DIFF er was, dan droomde ik dat ik over die rode loper liep. Ik zou hierna ook graag de film in Bahrein willen vertonen.’ En uiteindelijk gaat hij, uiteraard, voor een Oscar.

Kijk hier voor de trailer van ‘A Time To Pray’:

Postscriptum: tijdens het schrijven van dit artikel is de moeder van Ahmed overleden. De première is nu voor hem nog bijzonderder. Want hij weet zeker dat zijn moeder bij hem zal zijn bij de eerste vertoning van zijn film.

Nobelprijswinnaar Pamuk over het verdriet van Turkije: ‘Al het seculiere wordt vernietigd’

Piepend komt het paardenkoetsje tot stilstand bij het adres dat Pamuk stuurde. Op het afgesproken tijdstip gaat het roestige hek van de verwaarloosde tuin open. Verontschuldigend zegt de schrijver: ‘Dit is niet mijn huis hoor, ik huur het in de zomer.’ De trappen af, het huis door, naar een ruim terras dat uitkijkt op Sedef, een van de kleinere Prinseneilanden. ‘Daar woont mijn dochter Rüya (26),’ wijst hij.

Voor het raam van de slaapkamer (bed vol boeken) staat een tafel met een groen kleed. Dit is zijn werkplek, zeven dagen per week. Zijn schrijftafel ligt vol pennen, potloden, een rood notitieboekje, een schaar, een leeslamp, zijn horloge, en een schrijfblok A-4 formaat met wit ruitjespapier waarop hij met vulpen en zwarte inkt werkt aan alweer een nieuwe roman.

‘Waarom? Ik hou van de geur van inkt en papier. Verder schreven Jean-Paul Sartre en Thomas Mann, twee van mijn favoriete auteurs, ook op ruitjespapier.’ Hij onthult nog een ander gebruik dat hij overnam van Mann. ‘Die zei dat hij zijn roman Buddenbrooks had geschreven met een groen tafelkleed onder zijn notitieblok. Ik wilde ook romancier worden en nadat ik dat gelezen had begon ik een groen tafelkleed te gebruiken bij het schrijven’.

Pamuk publiceerde 17 boeken, tien daarvan romans. In 63 talen worden ze gelezen en zeker 14 miljoen lezers kochten een of meerdere exemplaren.

Is het proces van schrijven nog altijd hetzelfde?

‘Ik schrijf nu 41 jaar. Nog steeds is elke zin een krachttoer, met dezelfde intensiteit, zoals een nieuwe stap in het leven. Soms schrijf ik drie zinnen achter elkaar. Dan moet ik weer 40 minuten nadenken over de volgende. Ik verscheur waar ik niet tevreden over ben. Per jaar schrijf ik zo’n 180 bladzijden. Ik ben een trage schrijver. Maar ik klaag niet. Ik ben gelukkig wanneer ik schrijf.’

Is de drang om romans te schrijven in de loop der jaren toegenomen?

‘Bij mijn eerste boeken was het een bewuste beslissing. Later werd het een drang. Wanneer ik hier alleen rond vier uur ’s nachts met een beetje whisky op dit balkon zit dan denk ik even na over de zin van het leven, maar al snel borrelen ideeën op over een nieuw boek. Ik maak aantekeningen in dit notitieblokje. Voor de roman die ik nu schrijf, Nights of Play, begon ik in 2013 materiaal te verzamelen in een schrift. Ik heb nu tien projecten in voorraad.’

‘Nog steeds is elke zin een krachttoer, met dezelfde intensiteit, zoals een nieuwe stap in het leven’

Wat is uw werkritme?

‘Vroeger, voor de komst van mijn dochter Rüya, werkte ik tot vier uur ’s nachts terwijl ik rookte en koffie en thee dronk. Ik sliep tot het middaguur. Net als Dostojevski. Toen mijn dochter er was begon ik vroeg op te staan, rond half zes, werkte wat, maakte ontbijt voor haar en mijn ex-vrouw, en bracht Rüya naar school. Wanneer ik net wakker ben is mijn geest het helderst. Ik check niet eerst mijn e-mail. Vermijd de kranten op dat tijdstip, want ik wil mijn hoofd niet vervuilen met het altijd weer droevige, slechte en demoraliserende nieuws over Turkije.

Rond half negen gaat Asli, mijn vriendin, met de veerboot naar haar werk. Voor ze vertrekt tekent ze een roze hartje in de kantlijn van mijn schrift waar ik op dat moment ben met schrijven. Kijk maar, hier’, zegt hij terwijl hij door zijn schrift bladert. ‘Bij thuiskomst doet ze dat weer om te checken hoeveel ik die dag heb geschreven. Zo stimuleert ze mijn discipline.’ Pamuk schatert het uit. En dan met nadruk. ‘Daar gaat het allemaal om, discipline. Schrijver zijn is het beheren van je geest. Het gaat niet alleen om het schrijven van de tekst maar om het managen van jezelf zodat je de tekst schrijft’.

In welk opzicht verschilt deze roman van de vorige?

‘Ik heb mezelf gedwongen om een korte roman te schrijven. Het ergert me soms dat ik die vorm moeilijk vind. Dat komt door mijn encyclopedische verbeeldingskracht. Zo’n 25 jaar geleden sprak een oudere dame mij aan en zei ‘’Ik ken u, ik hou van uw boeken en heb ze allemaal gelezen.’’ Als een kleine jongen zo blij was ik. ‘’Schrijf weer een lange roman,’’ zei ze toen ze afscheid nam. Maar met deze roman heb ik me de zelfdiscipline opgelegd om het kort te houden’.

Cem, de hoofdfiguur, doet vakantiewerk bij een oude puttengraver. Later wordt hij projectontwikkelaar. Is zijn loopbaan een metafoor voor de ontwikkeling van Istanboel?

‘Het is geen metafoor, het is een realistische beschrijving van wat er in de stad gaande is. Als bouwondernemer kan hij alleen maar succesrijk zijn door te doen wat zijn concurrenten doen: smeergeld betalen of aandelen geven aan de autoriteiten. Daar voelt hij zich schuldig over, omdat zijn vader een linkse activist is en hij conservatieve islamisten op de wang zoent en de handen drukt om geld te verdienen. Het was goed om die richting in te gaan, omdat deze roman gaat over schuldgevoelens. Freudiaanse schuldgevoelens uit het oedipuscomplex over de zoon die de vader doodt, en tevens over een vader die zijn zoon doodt, zoals in het Perzische heldendicht Boek der Koningen van dichter Ferdowsi, waarin Rostam zijn zoon Sohrab om het leven brengt.’

De regering lijkt weinig respect te hebben voor gebouwen in Istanboel die niet uit de Ottomaanse tijd zijn. Stoort u dat?

‘De ironie is dat de partij van president Erdogan, die duidelijk conservatief is, onstuitbaar bezig is het oude Istanboel te moderniseren. In een aantal gevallen is dat onvermijdelijk in een snel groeiende metropool. Maar in mijn vorige roman Dat vreemde in mijn hoofd beweer ik dat onze identiteit niet alleen kan worden gebaseerd op onze godsdienst, maar ook op alles wat verband houdt met onze geschiedenis. De autoriteiten vernietigen echter alles wat te maken heeft met ons seculiere tijdperk als ze er geen geld uit kunnen slaan.’

Zoals in het meeste van uw werk graaft u weer in de geschiedenis. Waarom?

‘Er is geen heden en geen identiteit zonder verleden. De geschiedenis geeft betekenis aan wat we nu doen. De Turkse verwestersing van de afgelopen tweehonderd jaar is helaas doordesemd van vergeten. We zijn afgesneden van onze klassieke teksten. In Iran is dat anders. Daar leeft de oude Perzische poëzie en citeren mensen uit alle sociale lagen nog uit de werken van hun nationale dichters. Eigenlijk zeg ik in al mijn boeken dat verwestersing zou moeten gaan om modernisering. Niet om vergeten maar om herinterpreteren en op een moderne manier herschrijven van de klassieke verhalen. Met trots zeg ik dat ik dat in deze roman ook doe. Romans zijn als musea: we willen daarin details van onze levens conserveren’.

Gülcihan, de vrouw met het rode haar, is een sterke, feministische vrouw. Bent u zelf feminist?

‘Hoe kan een Turkse man feminist zijn? Die twee zijn totaal in tegenspraak met elkaar. Ik doe mijn best, in ieder geval in mijn vorige roman Dat vreemde in mijn hoofd en in deze waarin ik laat zien hoe ongelijk vrouwen worden behandeld in de Turkse samenleving.’

Is deze roman ook een poging om de wortels van het autoritaire systeem in Turkije te begrijpen?

‘Dit boek is twee-in-een: een verhaal over ideeën én een verhaal dat de werkelijkheid weerspiegelt. Heel schematisch gezegd, een onderzoek naar de achtergronden van autoritair gedrag in Azië en individualisme in Europa via het verhaal van koning Oedipus van Sophocles uit Griekenland en het Boek der Koningen van Ferdowsi uit Iran.’

‘Hoe kan een Turkse man feminist zijn? Die twee zijn totaal in tegenspraak met elkaar. Ik doe mijn best’

Baart het u zorgen dat de vrijheid van meningsuiting  steeds meer aan banden wordt gelegd?

‘Ik ben niet bezorgd over mezelf. Maar er zijn zoveel journalisten achter tralies verdwenen. Sommigen zijn mijn vrienden. Dat is niet pijnloos. Zeker 130.000 mensen zijn ontslagen en kunnen nooit meer voor de overheid werken. Ongeveer 50.000 anderen zitten in de gevangenis. De regering bouwt nieuwe huizen van bewaring omdat er te weinig ruimte is in de huidige strafinrichtingen. Bovendien zitten er ongeveer 160 journalisten in de cel. Er is geen democratie zonder vrijheid van meningsuiting. Van de veertien nationale kranten worden er twaalf gecontroleerd door de regering. Van de overige twee zitten journalisten in de gevangenis en lopen processen. In de jaren 2009 en 2010 hadden we meer persvrijheid en vrijheid van meningsuiting dan ooit. Sindsdien holt het achteruit. Politici polariseren steeds meer, lokken conflicten uit met landen in Europa. De autoriteiten zeggen nu ‘’wij hebben geen Europese maar een Turkse democratie’’. Ik ben niet optimistisch over de kans van slagen van deze uitvinding. De enige reden dat de journalisten in de gevangenis zitten is hun journalistieke werk. Dat is onaanvaardbaar. Ik heb de verantwoordelijkheid om me daartegen uit te spreken en het geeft me veel schuldgevoel. Net zoals mijn roman vol schuldgevoel zit’.

Recensie

De vrouw met het rode haar (De Bezig Bij €23,-) is een mysterieus verhaal over haat-liefde relaties tussen vaders en zonen, passie en moord, en de vernietiging van een van Pamuks grote liefdes, het oude Istanboel.

In dit boek vervolgt Pamuk de weg die hij insloeg met zijn vorige roman Dat vreemde in mijn hoofd. Welgestelde burgers staan niet langer centraal. Puttengraver Mahmut is een van de conservatief religieuze migranten van het arme platteland, die de afgelopen decennia met miljoenen in Istanbul zijn neergestreken.

Commentaar op de politieke ontwikkelingen in Turkije zit fraai verweven in deze spannende psychologische parabel.

****

De scherpe blik en mateloze eerlijkheid van Mohammed Choukri

Zelf kende ik ook alleen die ene prachtige roman van Mohammad Choukri, waarin hij in een rauwe taal schrijft over zijn moeilijke jeugd in Tanger. Daarom was ik erg enthousiast toen ik “Gezichten” in handen kreeg. Het  is het derde deel van zijn autobiografie. “Hongerjaren” het eerste. Helaas ken ik het tweede deel nog niet, maar dat hinderde me niet tijdens het lezen. “Gezichten” kan heel goed los van de eerste twee delen worden gelezen.

Als slotstuk van de autobiografie gaat “Gezichten” over de late jaren van Choukri. Choukri en de verteller vallen samen. In dit deel van de autobiografie vertelt hij niet zoveel over zichzelf, maar vooral over een paar opvallende mensen in zijn leven: bijvoorbeeld over Fati, de hoer die vriendschap met hem sloot en daarom niet met hem naar bed wilde. Zij stuurde hem in haar plaats een collega-hoer die zij met liefde had uitgekozen. Later gaat Fati trouwen en neemt afstand van iedereen die ze vroeger kende. Na het overlijden van haar man, keert ze terug naar Marokko en ontmoet ze Choukri. En dan mag hij wel bij haar in bed, maar ze blijft niet lang bij hem. Ze moet Marokko weer verlaten uit angst voor de wrede erfgenamen van haar overleden man.

Ik ben onder de indruk van de koesterende manier waarop Choukri zijn personages benadert. Hij schrijft met respect over hoeren, gokverslaafden, oorlogsslachtoffers  en andere mensen aan de onderkant van de maatschappij. Hij geeft hen een gezicht dat zij verdienen.

Choukri leidde blijkbaar een zeer ongewoon leven en was bijvoorbeeld een  hoerenloper. Maar dat deert hem niet en hij vertelt het in zijn autobiografie alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Hij staat bekend om zijn provocerende onderwerpen en de manier waarop hij altijd met succes de grenzen zoekt. De grenzen van de taal, maar ook de grenzen van het verbodene. Niet voor niets was het eerste deel van de autobiografie jarenlang verboden in Marokko.

`Gezichten`is fragmentarisch geschreven. Het vormt geen geheel met een duidelijke plot. Dit kan ik de schrijver vergeven, gezien het autobiografisch karakter van zijn project. Het echte leven is ook maar een aaneenschakeling van gebeurtenissen en ontmoetingen die heel vaak doelloos zijn en zonder plot.  De roman is een verzameling van mijmeringen over mensen die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben en hoogstwaarschijnlijk elkaar niet eens kenden. “Gezichten” bestaat over het algemeen uit hoofdstukjes die qua onderwerp totaal los van elkaar staan. De bindende factor is  de verteller (Choukri zelf), zijn stijl , scherpe blik en mateloze eerlijkheid.

Choukri is tot zijn twintigste analfabeet gebleven. Daarom voelt de duidelijke volwassenentaal van Gezichten als een wonder. Toch kan ik niet zeggen dat het als een trein leest. Met weinig woorden probeert Choukri veel betekenis te creëren, de essentie van het gevoel en de gedachten te raken. Hij kan als geen ander de bodem van het leven en de pijn blootleggen.  Choukri is bij vertaalster Djuke Poppinga in goede handen.

Ik begrijp dat Choukri zijn eerste roman moeilijk kan overtreffen. Maar ik begrijp ook zijn frustratie dat zijn ander werk altijd  in de schaduw van die ene roman is blijven bestaan. “Gezichten” verdient een mooie plek.

Boek: Gezichten
Auteur: Mohammed Choukri
Genre: autobiografie
Uitgeverij: Jurgen Maas (2015)
ISBN: 9789491921155
NUR 302

 

Machiavelli in Riyadh: de onstuitbare Saudische kroonprins Muhammad Bin Salman

De zuivering en detentie van tientallen prinsen en zakenlieden (op sommigen zijn beide omschrijvingen van toepassing), als ook (ex-)ministers en andere belangrijke regeringsfunctionarissen maakt twee dingen duidelijk. Allereerst laat MBS zien dat hij voeling  heeft met wat er leeft onder de, merendeels erg jonge, bevolking van Saudi-Arabië ten aanzien van de wijdverbreide corruptie ondere ’s lands elite. Hiermee kan hij bijna niet fout gaan: de gemiddelde Saudi weet heel goed hoe de prinsen en hun entourages aan hun rijkdom komen.

Riskanter is het breken van een oud taboe: publiekelijk de vuile was van de koninklijke familie buiten hangen. De laatste keer dat dit zo openlijk gebeurde was in 1962. Toen stuurde de toenmalige kroonprins en latere koning Feisal een aantal onbesuisde jonge prinsen in ballingschap. Geïnspireerd door Nasser en bekend geworden als de ‘Vrije Prinsen’, hadden die het bestaan om vergaande hervormingen te eisen, hervormingen die te bedreigend werden geacht voor de positie van de regerende dynastie. Het ironische toeval wil dat de leider van die opstandige prinsen de vader is van het meest prominente slachtoffer van deze Saudische bijltjesdag: de miljardair Al-Waleed bin Talal. Het verschil met toen is echter dat de radicale hervormer van nu zelf de de facto heerser van Saudi-Arabië is.

Er is de laatste tijd veel aandacht geschonken aan een reeks van veranderingen en initiatieven die de ondernemende kroonprins heeft aangekondigd als onderdeel van zijn Visie2030 voor een toekomstig Saoedi-Arabië dat het zonder olieinkomsten moet stellen. Niet alleen mogen vrouwen straks auto rijden, de Raadgevende Vergadering heeft ook een voorstel goedgekeurd waarin vrouwen het recht krijgen fatwas (religieus-juridische opinies) uit te vaardigen. En dan is er het ambitieuze plan om een high-tech megastad uit te grond te stampen in het noordwesten van  het land; een strategische locatie aan de Rode Zee, waar Afrika, het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied samenkomen.

Nu heeft MBS dus ook nog eens persoonlijk de leiding genomen van een anti-corruptie apparaat dat onmiddellijk een aantal opzienbarende zaken kant-en-klaar heeft liggen voor vervolging.  En toch blijft dat alles een beetje schone schijn. Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor de aankondiging om geleidelijk een gematigder religieuze toon aan te slaan, een stap die een paar weken geleden werd voorbereid met de arrestatie van een aantal islamitische activisten en predikers, die vooral via de sociale media, in het bijzonder Twitter, van zich deden horen.

Veel belangrijker is de levensechte Saoedische versie van Game of Thrones, die nu tot een ontknoping lijkt te komen na een reeks van koninklijke ‘stoelendansen’ die teruggaat tot 2012; drie jaar voordat de vader van de kroonprins, Koning Salman, de troon besteeg. De laatste akte daarvan speelde zich minder dan een half jaar geleden af. In wat niets minder was dan een paleisrevolutie wist MBS zijn oudere neef, Muhammad bin Nayef, af te zetten als kroonprins en minister van binnenlandse zaken. Het zegt veel over de politieke vaardigheden van MBS dat hij zo’n ervaren vos, die niet alleen de beschikking had over een machtig inlichtingen- en veiligheidsapparaat, maar ook een favoriet was van Washington, zo heeft kunnen overrompelen.

Ook nu lijkt MSB de zaken weer goed te hebben voorbereid. Een paar dozijn prinsen en andere hoogwaardigheidsbekleders ontslaan en laten oppakken vergt een behoedzame voorbereiding, waarbij een groot aantal mensen betrokken is. Hoe houd je dat geheim? Waarom boden de lijfwachten van een prins-miljardair zoals Al-Waleed geen weerstand? Om nog maar te zwijgen over de Nationale Garde die tot nu toe onder bevel stond van Prins Miteb, de zoon van de vorige koning Abdullah.  Ooit zelf een kandidaat voor het koningschap, wist Miteb, ook nadat hij daarvoor aan de kant geschoven was, toch vast te houden aan de machtsbasis die door zijn vader in de jaren zestig was gecreëerd. Abdullah ontwikkelde de Nationale Garde  tot een ‘schaduwleger’, gerekruteerd uit loyale Bedoeïenenstammen, bedoeld als tegenwicht tegen de reguliere strijdkrachten en de veiligheidstroepen van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Op deze wijze werd de balans tussen verschillende takken van de koninklijke familie in stand gehouden.

Het lijkt erop dat MSB van zins is een einde te maken aan dit machtsevenwicht en op weg is om de absolute macht te grijpen. De arrestatiegolf van zaterdag wordt gepresenteerd als onderdeel van een breder onderzoek naar falend overheidshandelen tijdens de overstromingen in Jeddah in 2009, waarbij meer dan honderd doden vielen. Maar intussen maakt MBS invloedrijke figuren uit verschillende sectoren van overheid en samenleving politiek onschadelijk. Zowel prinsen, huidige en voormalige kabinetsleden en andere vooraanstaande overheidsdienaren als zakenlui en geldschieters zijn nu slachtoffer geworden van MBS’s opruimactie. Dat betekent dus dat  de kroonprins de steun en het vertrouwen geniet van voldoende aantallen mensen in leidinggevende en uitvoerende posities binnen de bureaucratie, politie en strijdkrachten om dit soort operaties voor te bereiden zonder dat deze andere, minstens zo machtige, figuren daar erg in hadden.

Maar terwijl MBS dus duidelijk in staat is om zijn binnenlandse machtsbasis te versterken, zijn er ook andere ontwikkelingen gaande die een stok in de spaken van zijn politieke machine kunnen steken. Ook op zaterdag kondigde de Libanese Premier Saad Hariri, terwijl hij zich in Saoedi Arabië bevond, volkomen onverwacht zijn aftreden aan. Het ligt voor de hand dat ook dit gebeurde op aandringen van MBS, maar dan als onderdeel van zijn rivaliteit met Iran over invloed en macht in het Midden-Oosten. En het is ook geen toeval dat nog diezelfde avond door Jemenitische Houthis een raketaanval werd gelanceerd op het vliegveld van Riyadh. Hoewel zij tot een andere Sji’itische tak behoren dan de Iraniërs, worden de Houthis toch door Teheran gesteund in de bloedige burgeroorlog in Jemen, waarin ook Saoedi-Arabië actief verwikkeld is geraakt nadat MBS zijn vader opvolgde als minister van Defensie. De ruzie met Qatar over de vriendschappelijke relaties van het sjeikdom met Iran, die de eenheid binnen de Gulf Cooperation Council (GCC) ernstig heeft ondermijnd, past eveneens in dat plaatje.

Tot nu toe heeft MBS vriend en vijand verrast met zijn vermogen om tegenstanders buitenspel te zetten en ruimte te maken voor telkens nieuwe initiatieven. Maar hoe lang kan hij doorgaan zijn aandacht over zoveel verschillende zaken te verdelen en tegelijkertijd alert te blijven op mogelijke tegenaanvallen door een groeiend groep machtige maar ook zeer verontruste Saoedis of door buitenlandse tegenstanders?

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.