In de krochten van Cairo: drie inspirerende portretten

‘Ik was een toeristengids en verdiende tot zeshonderd euro in het hoogseizoen. Ik was in perfecte harmonie met mijn job en het leven. De schoonheid van mijn land aan de wereld tonen, dat is een passie. Twee jaar geleden keek de wereld naar Tahrir. Iedereen zag dat niet enkel Egypte maar ook de Egyptenaren mooi zijn. Wij, de Egyptenaren, waren niet langer onzichtbaar. De wereld was trots op ons. Camera’s waren op ons gericht. Een ongelooflijke promotie voor Egypte, dacht ik. Op Tahrir zag ik me in gedachten echt rijk worden, een huis bouwen, trouwen. Het geluk was tastbaar.’

‘Toen politici met de verkiezingen de verschillen begonnen te benadrukken in plaats van wat ons bindt, begreep ik dat het een droom was geweest. Iedereen werd weer moslimbroeder, liberaal, socialist, in plaats van Egyptenaar. De eenheid van Tahrir waar niemand je aansprak op je identiteit leek een verre herinnering. En toen begonnen de stakingen en het geweld. Dezelfde reporters die onze schoonheid aan de wereld toonden, toonden nu onze lelijkheid. Met elke geweldsgolf werden toeristische reserveringen afgezegd, als afbrokkelende stenen van het trotse huis van mijn toekomstdroom.’

Sinds de revolutie ging Dahy nog één keer terug naar de luchthaven waar hij toeristen ontving. Het voelde alsof hij geamputeerd was, een hardloper zonder benen, een pianist die zijn hand had verloren. ‘Toen ik daar stond, voelde ik voor het eerst spijt van wat we in gang hadden gezet, spijt van onze revolutie. Van geluk naar spijt – ik begon te wenen. Vandaag verkoop ik pennen aan schoolkinderen aan de schoolpoort. Ik verdien amper iets. Het geld dat ik de afgelopen jaren heb gespaard om te kunnen trouwen gebruik ik nu om eten te kopen. Mijn toekomst smelt weg, met mijn spaargeld, als sneeuw voor de zon.’

“Dahy, wanneer ga je trouwen?” vragen mijn familie en vrienden de hele tijd. Ze plagen me, maar eigenlijk menen ze het. Dat knaagt aan me.’

De sterke man die straalde van zelfvertrouwen is nu een brok onzekerheid. Soms drijft de oude Dahy boven, met zijn brede lach. Hij verloor zijn passie en werk, maar aan zijn waardigheid klampt hij zich krampachtig vast.

Dahy staat erop ons te laten zien hoe de mensen hier leven. Caïro’s grootste sloppenwijk Manshiyat Nasr breidt zich uit in alle mogelijke richtingen. Waar mensen bij gebrek aan beter wankele bergtoppen volbouwen, risico lopen op instorting. Waar bergflanken veranderen in afvalbergen.

‘Met elke geweldsgolf werden toeristische reserveringen afgezegd, als afbrokkelende stenen van het trotse huis van mijn toekomstdroom.’

Dahy’s vader was een van de eerste inwoners van Manshiyat Nasr. ‘Vijtig jaar geleden kwam ik van het platteland en bouwde ik een huisje op leeg land bij Caïro. Iedereen kwam en bouwde gewoon, zonder plan van de overheid. Ondertussen woon ik tussen vier miljoen mensen, op dezelfde plaats, maar op de vijfde verdieping. Ik begon op het land en eindigde in de lucht’.

Zijn droom? ‘Een beter leven voor de volgende generatie. Voor mijn kinderen. En dat Dahy mag trouwen.’ Dat raakt bij Dahy een gevoelige snaar. ‘Ik zie alleen maar verandering in de verkeerde richting. Toch zou ik hier nooit weggaan. Ik hoor hier thuis. Mijn vader bouwde deze wijk mee op,’ zegt hij.

Zijn oproep aan Nederlandse en Belgische toeristen: ‘Ik hoop jullie in Egypte terug te zien. Ik zal jullie met open armen ontvangen. Ik sta te popelen.’ Dahy vraagt ons of het beter wordt. Als we zeggen dat we het niet weten, zegt hij: ‘Zeg inshallah. Laat de hoop leven.’

ONGELUKKIG ÉN GELUKKIG IN DE SLOPPEN

Amal Saleh uit Manshiyat Nasr organiseert praatgroepen over seksueel geweld: ‘Na de revolutie werd dit een groot probleem omdat politie uit de wijk verdween. Ik sta meisjes bij die zijn verkracht. Bijvoorbeeld op 5 december, toen ieders aandacht op onlusten elders was gericht, drongen vier mannen een meisje van zeventien in een steeg en verkrachtten ze haar. Een grote schande voor haar familie. Ze zal misschien niet kunnen trouwen.’

In Amal’s vijf groepen zitten elk veertig mensen, mannen én vrouwen. ‘Ook moslimbroeders, en zij staan nooit open voor een andere visie! Ik wil vrouwen sterker maken – bewustmaken. Zelf studeerde ik rechten. Het is mijn plicht met mijn kennis iets te doen voor mijn wijk. Mijn gedrevenheid dank ik aan mijn vader.’

Gedreven is Amal, en sterk. Haar naam betekent ‘hoop’.

Het verkrachte meisje zal volgens Amal niet naar de politie stappen. Ze geeft daar verschillende redenen voor: de politie ziet niet naar deze mensen om; de familie heeft misschien schrik voor wraakacties; de familie wil dit misschien stil houden omwille van de eer. Amal zal nog met de familie gaan praten om te bekijken wat er kan worden gedaan. Amal vecht voor vrijheid en geluk, tegen diepgewortelde sociale gebruiken. Dat is allerminst evident in deze sloppenwijk, waar de overheid afwezig is en er eigen sociale regels gelden.

Het is normaal dat zich in sloppenwijken, waar de overheid geen ordediensten organiseert en misdaden onbestraft laat, eigen regels ontwikkelen. Conservatieve familiemoraal en interne sociale codes krijgen dan een veel grotere invloed. Grootste schuldige is nochtans niet de familie van het meisje. De schuldigen, dat zijn de verkrachters en de overheid die nooit naar deze mensen omziet. De familie en het meisje blijven alleen achter met het verdriet en het trauma. De straffeloosheid maakt het nog erger.

Amal vecht voor vrijheid en geluk, tegen diepgewortelde sociale gebruiken. Dat is allerminst evident in deze sloppenwijk, waar de overheid afwezig is en er eigen sociale regels gelden.

Dat er ondanks dit alles tóch mensen zijn zoals Amal, die in deze verwaarloosde wijken opstaan om verandering te brengen (zowel in de conservatieve moraal als in de misdadige afwezigheid van de staat) is een teken van moed en beschaving.

We mogen even binnenkijken in één van de praatgroepen. Het moet een enorme uitdaging zijn om deze luidruchtige vrouwen gedisciplineerd aan het woord te laten over hoe zij de seksuele intimidatie in hun wijk ervaren. De kinderen van deelnemende ouders zijn er ook.

Amal Salah en haar vriendin nemen ons mee naar Islamitisch Caïro, de eeuwenoude stad van de ‘duizend minaretten’, mooi onderhouden voor toeristen. Het contrast met het wanordelijke, ongezonde, vuile Manshiyet Nasr is groot. We begrijpen plots waar haar veranderingswens en gedrevenheid vandaan komen. Ze voelt zich ongelukkig omdat haar kinderen in een ongezonde omgeving opgroeien. Én ze put geluk uit de strijd voor een beter Manshiyet Nasr.

Amal Salah vatte het plan op om met haar jongerenorganisatie Spirit of Youth aan bewustmaking te doen rond het afvalprobleem in de wijk. Het Italiaanse bedrijf dat in opdracht van de stad het afval moet ophalen, laat de sloppenwijken links liggen en de overheid wil niks aan deze corruptie doen. Er gaat geen torenhoog maatschappelijk probleem voorbij of Amal organiseert iets om aan oplossingen te werken. En het afvalprobleem is torenhoog. Een collega van Amal wil niet buiten de overheid om afval gaan ophalen, want daar hebben ze geen juridisch erkende structuur voor. Amal zelf ziet geen andere oplossing, want de overheid laat hen in het vuil leven, hun kinderen ziek worden van de giftige dampen uit het afval.

KLEIN GELUK IN DIEPE ARMOEDE

Mustafa Tamam van de sociale dienst Zawatna in Manshiyet Nasr nodigt ons uit aanwezig te zijn bij een dekenuitdeling. Het klinkt als een hele belevenis, en dat is het ook. ‘Je zal zien hoe de vrouwen in een gelukkige lach uitbarsten zodra ze dat deken in handen krijgen. Het is zoiets kleins, maar het betekent zoveel voor ze. Stel je voor dat je onbeschermd in de winterkou moet slapen.’

Mustafa print de lijst van namen van mensen die geregistreerd staan in de databank. Hij bereidt zich voor op de storm. Zodra de vrouwen beginnen toe te stromen in het kleine wachtkamertje aan zijn bureau, breekt de chaos uit. Mustafa moet alle identiteitskaarten verzamelen en controleren of hun namen op de lijst staat. Maar dan valt de elektriciteit uit. Na bijna een uur zoeken naar een oplossing komt het licht terug, net op het moment dat Mustafa de lamp aansteekt met een elektriciteitsdraad die hij van buiten naar binnen had geleid. Gejuich alom.

Als ook nog eens zijn computer het begeeft, wordt het geroep en getier van de vrouwen Mustafa teveel. Hij verliest even zijn zelfbeheersing. ‘Stuur ze weg! Ik moet hier in rust kunnen werken! Ga in de wachtkamer!’ Ze mogen een voor een binnenkomen, om de ontvangstbon te tekenen, na vertoon van de identiteitskaart.

Mustafa verdrinkt in de papieren en de stress, maar voor de vrouwen is hij een held. ‘Mr. Mustafa’ noemen ze hem allemaal. Het lawaai waait zijn kantoor binnen, telkens als hij de deur opendoet om de volgende binnen te roepen. Selma! Suheir! Azza! Sultana! Marwa! Sabreen! Nadia! Amal!

En dan, inderdaad, de uitbundige lach op de gezichten van de vrouwen als ze na uren wachten eindelijk het deken in handen krijgen. Een lach die contrasteert met hun verhalen. ‘Vlees, aardappelen, geld voor ziekenhuiskosten: dat zijn de dingen die ik hier kom halen,’ zegt één van de vrouwen. ‘Ik heb leverproblemen. Mijn man is taxichauffeur. Ons hele inkomen gaat op aan de huishuur, honderd euro per maand. We hebben niet genoeg geld voor eten én gezondheidszorg én huisvesting. Zonder hulp zouden we niet overleven.’

De bureaucratische lijdensweg en bodemloze armoede vallen Mustafa bijzonder zwaar. Maar het kleine beetje geluk dat hij zijn mensen kan bieden, de lach en de schittering in hun ogen, compenseren alles.

‘Toen mijn zoon trouwde heeft de hele wijk gefeest.Volksmuziek, lichtjes, DJ’s, stoelen op straat, zoetigheden voor de gasten, zangers,… We wilden een uniek feest,’ zegt een andere vrouw. Mensen moesten geld inzamelen voor een podium en een zanger. Voor dit soort geluk willen ze het weinige dat ze hebben afgeven. ‘Ik heb problemen aan mijn been. Ik ben teleurgesteld in het leven omdat mijn been niet meer wil en ik geen geld heb voor gezondheidszorg.’

Sobhi (60) is schoenpoetser op straat. ‘Soms heb ik geen inkomen. Als ik na twee uur nog altijd geen klant hebt, geef ik het op. Gisteren verdiende ik op een hele dag één euro. De huur voor mijn appartement is zestig euro per maand. Er is geen elektriciteit of stromend water. Ik heb al veel moeten verhuizen omdat de eigenaars de huurprijs verhoogden en ik niet meer kon betalen. Dan zetten ze me gewoon op straat. Ik heb geen geld om vlees te kopen, dus eet ik elke dag koshari (een mengsel van rijst, macaroni en linzen). Als ik ziek ben, heb ik helemaal geen inkomen. Ik ben het beu hier. Hoe kan ik hier nog leven?’

En toch tovert een deken een lach op zijn gezicht.

Bekijk hier de bijhorende fotoreportage. (klik op de foto’s voor uitleg)

Vanaf deze foto in dit facebook-album leer je meer over een volkswijk die zichzelf bottom-up organiseert.

Liefdeszaken in het Midden-Oosten: de feiten graag!

De website “Love Matters” (ElHobb thaqafa) biedt voorlichting over alle mogelijke zaken die te maken hebben met seksualiteit. Van een uitgebreide vocabulaire tot informatie rond het lichaam, gezondheid en ziektes. “Eerlijk en zonder gène”, en alles in het Arabisch.

In de meeste Arabische landen wordt op school en binnen het gezin vrijwel geen aandacht besteed aan seksuele voorlichting. Wat er op het internet aan informatie is te vinden, bevat vaak veel onzin of is gekleurd door woordkeuze en invalshoek. Tijdens voorbereidend onderzoek door Love Matters in Egypte werd duidelijk dat jongeren op zoek zijn naar wetenschappelijke informatie. Hun verzoek aan de makers van Love Matters was dan ook: ‘’geen cultureel of religieus perspectief, gewoon de feiten graag.”

Love Matters is de eerste Arabische website die in beschaafde termen tegemoet komt aan de grote behoefte aan informatie. De taal is gericht op mannen én vrouwen, en gepersonaliseerd door te spreken van ‘’wij’’: ‘’wij hebben behoeftes’’, ‘‘wij hebben ervaringen’’. Deze benadering blijkt heel welkom.

Love Matters maakt deel uit van een programma van Radio Nederland Wereldomroep (RNW). RNW heeft als doel om de vrijheid van meningsuiting te bevorderen, onder meer op het gebied van seksualiteit. De wereldomroep ontwikkelde al Love Matters websites in het Chinees, Spaans, Engels en Hindi, altijd aangepast aan de lokale context. De Arabische site is nu ruim twee maanden in de lucht. Tot nu toe waren er 50 000 unieke bezoekers per maand.

Vorige week werd de site formeel gelanceerd in Egypte. ‘Dat was een hele leuke ervaring,’ vertelt Abir Sarras, coördinator van de website. Ze noemt de ontvangst buitengewoon positief, zowel in lokale media als onder lokale experts. ‘De enige kritiek op de site was dat het nog wel wat dieper kon gaan. Daar kan ik inkomen, maar ik wil erop wijzen dat de website dagelijks wordt uitgebreid met artikelen. En er zullen nieuwe thema’s worden toegevoegd. We willen bijvoorbeeld aandacht schenken aan zaken als ‘’scheiden’’ en ‘’seksualiteit en handicaps’”.
De makers laten zich in de keuze van onderwerpen ook leiden door vragen van lezers. Op het moment zijn de best bezochte pagina’s de encyclopedische, bijvoorbeeld ‘anatomie van het lichaam’ en ‘intieme activiteiten’.

Is het zinnig dat Westerse organisaties zich bemoeien met het gebrek aan seksuele voorlichting in andere landen? Shereen El Feki, schrijfster van het boek Seks en de Citadel, denkt van wel: ‘Al is het alleen maar vanwege de financiële ondersteuning van lokale organisaties die zich inzetten voor seksuele vrijheden en reproductieve gezondheid. Er moet altijd worden uitgegaan van lokale behoeften. Love Matters is een voorbeeld van hoe het moet, een geweldig initiatief,’ aldus El Feki.

Het is duidelijk dat Love Matters een leemte vult in de Arabische landen; kijk maar naar dit grappige filmpje:

https://www.youtube.com/watch?v=lb_KHj2cjBo

 

In Aleppo kwam geen bevrijdingsplein

De persoonlijke balans na drie jaar Syrische opstand voor Maha Ghrer (27): een half kapotgeschoten geboortestad, een leven als vluchtelinge in Turkije, en een dode echtgenoot. Moestafa Qarman kende ze al een paar jaar voordat hun liefde gelijktijdig met de Arabische lente ontlook. Hij vertelde haar dat hij drie wensen had, waarvan een al in vervulling was gegaan: haar leren kennen. De overige twee: het land veranderen en filmmaker worden.

In oktober 2012 trouwden ze. Drie weken later sloeg het noodlot onverbiddelijk toe. ‘Wil je het zien?’ zegt ze. Ze wacht het antwoord niet af. Plaats van handeling is het kantoor in Utrecht van de vredesorganisatie PAX, die haar heeft uitgenodigd naar Nederland te komen. Er komt een laptop op tafel, er wordt een You Tube-video getoond.

Een menigte in een grauwe straat: jong, oud, man, vrouw, volwassenen, kinderen, zo te zien allemaal ongewapend. Maha wijst naar een lachende, licht kalende maar nog jonge man in een grijs sweatshirt. ‘Dat is Moestafa’, zegt ze, en ze klinkt haast blij, alsof ze even is vergeten wat er staat te gebeuren. Vlaggen, spandoeken, plakkaten met teksten, leuzen, muziek, mannen die in een kring dansen. De stemming is haast feestelijk.

Dan verschijnt in close-up een knap meisje. Op haar linkerwang is de Syrische vlag geschilderd. ‘Ze heet Nasma,’ zegt Maha zacht. ‘Ze is tien jaar oud.’

Nasma zingt. Over ‘hoerriye’, vrijheid, en over mensen die zelfs in hun eigen huis niet veilig zijn. Haar uitdrukking verraadt een zekere trots, maar dan betrekt haar gezicht een beetje, alsof ze hem voelt aankomen. De klap. Een werveling van stof, puin en bloed, een glimp van roerloze lichamen, een huiveringwekkende zee van kreten die van overal en nergens lijkt te komen, het geluid van paniek en ontreddering.

Dan weer de stem van het meisje. Zij is ongedeerd. Hetzelfde geldt voor Maha, die vlakbij haar stond. Tot zover het goede nieuws. Moestafa sterft door de mortieraanval, al zal Maha dat pas uren later te weten komen: ‘Ik zag allemaal doden en gewonden, maar ik kon hem niet vinden.’

Maha zet de laptop uit en droogt haar tranen.

Moestafa overleed in dezelfde wijk als waar hij was geboren: Bustan al-Qasr . Hij woonde er overigens al lang niet meer. Sterker, het was helemaal niet gemakkelijk voor hem en Maha om er te komen. Bustan al-Qasr was ‘bevrijd’, zelf woonde het stel in een deel van Aleppo dat nog onder controle stond van het bewind. Wanneer ze naar de andere kant slopen, wat ze vaak deden, was het zaak checkpoints te omzeilen en straten met sluipschutters zo snel mogelijk over te steken.

Waarom ze hun levens steeds zo in de waagschaal legden? Omdat ze, zo klinkt het haast vanzelfsprekend, lid waren van Kesh Malek (‘schaakmat’), een organisatie van jonge burgeractivisten die de nood kwam lenigen in bevrijd gebied. Zo zetten ze in het zwaar gehavende Bustan al-Qasr een schoonmaakcampagne op om de verspreiding van ziekten tegen te gaan en openden ze een lagere school, voor jongens en meisjes door elkaar.

De strijders van ISIS (Islamitische Staat in Irak en Syrië) maakten vanzelfsprekend bezwaar tegen dit gemengde karakter, maar Maha en haar medestanders hielden hen aan het lijntje. Tot opluchting van bijna iedereen werden deze gemaskerde handlangers van de dood door andere rebellen verjaagd. Jabhat al-Nusra, een groep die in tegenstelling tot ISIS aan al-Qaida is gelieerd, toonde zich flexibeler, mede omdat de leden meer uit de lokale bevolking voortkomen en dus makkelijker onder druk zijn te zetten…

Waarop, in het PAX-kantoor, plotseling even ruimte is voor hilariteit. ‘Al-Qaida’ en ‘flexibel’: is dat niet zoiets als een gezonde sigaret?

De school, ter nagedachtenis van Maha’s echtgenoot inmiddels omgedoopt tot de Moestafa Qarman-school,heeft geen gebrek aan gemotiveerde leerlingen. Dat blijkt al uit de snelle groei van hun aantal: van 100 naar 250 in twee jaar tijd. ‘Ze komen graag, omdat de school in een souterrain is ondergebracht en daardoor een van de weinige plekken is waar ze veilig zijn,’ zegt Maha. ‘Daarnaast is onderwijs een ideaal middel om een ellendige situatie te trotseren.’ Waarop ze enthousiast begint te vertellen over een gevangenis van het Assad-regime waar goed opgeleide gedetineerden een clandestien onderwijssysteem hebben opgezet – het schrijfmateriaal is vervaardigd uit kippenbotjes.

Het zijn dit soort verhalen, over de moed en weerbaarheid van gewone burgers, die de sleutel bieden tot een antwoord op de vraag wat de buitenwereld voor Syrië kan doen. In militaire steun voor good guys – gesteld dat duidelijk is wie dat zijn – ziet Maha niets, want dat zal er alleen toe leiden dat de bad guys ook weer meer steun krijgen. ‘Aan het begin van de revolutie hadden we drie “nee’s”,’ zegt ze. ‘Nee tegen geweld, nee tegen sektarisme, en nee tegen buitenlandse inmenging. Helaas zijn al die nee’s “ja’s” geworden.’

Wat dan wel zin heeft? Gewoon, morele, materiële en logistieke bijstand verlenen aan een wonderlijk vaak vergeten groep in Syrië: de burgers, die niet enkel slachtoffer zijn, die niet alleen weten te overleven maar er zelfs in slagen te leven, zoals blijkt uit initiatieven als Kesh Malek. Erop wijzen dat in Syrië, ondanks alles, nog sprake is van een burgermaatschappij. Door duidelijk te maken dat er nog volop geweldloze, niet weg te cijferen krachten actief zijn, zullen strijdende partijen wellicht makkelijker tot een politieke in plaats van een militaire oplossing te motiveren zijn. Aan Syriërs in het buitenland de taak om, meer dan nu het geval is, als verbindende schakel op te treden.

Dat geldt ook voor Maha, Toen haar gezicht erg vaak op de televisie van de oppositie begon te verschijnen, voelde ze zich onveiliger dan ooit en vluchtte ze naar Turkije. Ze woont nu in Gaziantep, net als Aleppo een grote stad, waar ze zich niet thuis voelt. Ze heeft er een baantje waarover ze weinig kwijt wil. Haar hele familie is mee gevlucht, behalve haar broer Hussein, die al jaren gevangen zit. Het gaat hem redelijk: omdat hij een bekende blogger is springt het bewind wat voorzichtiger met hem om dan het met de meeste gevangenen pleegt te doen.

Maha heeft niet alleen haar familie om aan te denken. Ze zit aan haar laptop gekluisterd om op de hoogte te blijven van het wedervaren van haar vrienden. Om hopelijk goed, maar desnoods ook slecht nieuws van hen te ontvangen. En om te weten hoe het met de school gaat, natuurlijk. De totale onzekerheid van haar toekomst valt haar zwaar.

Een politieke oplossing, dus. Is die denkbaar met Assad? ‘Nee,’ zegt ze. ‘Het leed dat onder zijn verantwoordelijkheid is aangericht, kan hem niet worden vergeven. Maar daar gaat het niet eens om. Stel dat er met hem wordt onderhandeld, en dat de uitkomst van die onderhandelingen is dat hij aanblijft. Waarvoor hebben we dan al die jaren gestreden? Waarvoor zijn dan alle offers gebracht?’

Die redenering is goed te volgen. En trouwens: is een Moestafa Qarman-school onder Bashar al-Assad wel denkbaar?
Zou een vrijhaven van medemenselijkheid als de Moestafa Qarman-school onder Bashar al-Assad niet zoiets zijn als: ‘flexibele al-Qaida’? Of :een ‘gezonde sigaret’?

Rechten en vrijheden in de Tunesische grondwet: maken salafisten zich op voor de volgende veldslag?

De euforie doet zelfs denken aan de taferelen waarvan ikzelf getuige was bij de allereerste democratische verkiezingen in het land, in oktober 2011. Toen al was de polarisatie tussen islamisten en seculieren voelbaar, maar gelukkig bleven beiden betrokken in het politieke proces.

Er is één partij die iedereen vergeet en die niet in het proces werd betrokken, en dat ook helemaal niet wilde: Ansar Sharia, de salafistische beweging. Zij verliest een veldslag, maar niet de oorlog.

Rechten en vrijheden

De euforie over de Tunesische grondwet is terecht. De tekst kan gerust naast de Belgische Grondwet liggen en schept een kader dat van Tunesië een democratischer land kan maken dan vele Westerse landen. Maar alleen als het echte werk nu begint: de grondwettelijk gegarandeerde vrijheden effectief realiseren. In deze kritische analyse van Amnesty International wordt dit perfect geïllustreerd. Het recht op vrije meningsuiting, vrijheid van godsdienst, recht op een eerlijk proces, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, vrijheid van vereniging, gelijkheid man-vrouw, sociale en economische rechten: al deze rechten worden gewaarborgd in de Grondwet, maar werden de afgelopen jaren duchtig geschonden in Tunesië.
•Veiligheidsdiensten en disproportioneel geweld
•Geen rekenschap voor schendingen
•Vrijheid van meningsuiting in de verdrukking door conservatieve moraal
•Minder rechten voor vrouwen en homo’s door bepaalde opvattingen over seksuele identiteit
•Trage economische heropleving, onderdrukking van sociaal protest
•Problemen met extreme islamisten

Hieronder een inspirerende praatcirkel met Tunesische meisjes over de basisrechten die twee jaar na dit gesprek in hun Grondwet zijn opgenomen

https://www.youtube.com/watch?v=0JIppMRC7Uk&feature=youtu.be

Economische wanhoop

De nieuwe Tunesische Grondwet garandeert sociale en economische rechten, maar er moet nog veel gebeuren om het vertrouwen van de burgers terug te winnen. We trokken naar Tadhamon, één van de meest verwaarloosde wijken van de hoofdstad Tunis. Armoede is er overal aanwezig, de staat afwezig.

Souad Ayari was één van de moedigste vrouwen die we ooit ontmoetten. ‘Nu komen ze met mooie beloften, maar zodra ze de macht grijpen hoor je niets meer van hen’, zei ze toen over de verkiezingen. Zal de Grondwet voor haar ook niet meer worden dan een mooie belofte?

Zouden de Tunesische jongeren uit deze fotoreportage ook euforisch zijn over de nieuwe Grondwet? Honderdduizenden jongeren uit verwaarloosde regio’s willen nu een beter leven en niet morgen. Zij groeien op in uitzichtloosheid en liggen niet wakker van een Grondwet.

Toch schept de Grondwet een kader dat op termijn beterschap kan brengen, bijvoorbeeld via het recht van werknemers om op te komen voor hun belangen, zonder vrees voor onderdrukking. De laatste jaren beantwoordde de Tunesische politie vakbondsprotesten met buitensporig geweld. Militanten werden ervan beschuldigd ‘mensen op te ruien om deel te nemen aan stakingen’.

In een revolutionaire overgangsperiode zijn stakingen soms funest voor economische stabiliteit, maar dan moet de overheid wél voorrang geven aan de ontwikkeling van de verwaarloosde regio’s, waar de jeugdwerkloosheid soms oploopt tot 40%.

Inclusief proces

Het belang van deze Grondwet kan niet worden onderschat. Het was ook in Tunesië een lang en moeizaam proces, maar geen van de grote krachten in het land is erin geslaagd om heel het proces en de inhoud ervan te kapen.

Een heel verschil met Egypte, waar het tergende grondwetgevende proces twee keer werd overgedaan: één keer door de Moslimbroeders, één keer door de militaire machthebbers; en in beide gevallen probeerden deze grote krachten de grondwet en dus het land naar hun hand te zetten.

De Tunesische verzoening bewijst dat veel Egyptenaren het bij het verkeerde eind hebben als ze beweren dat ‘hun’ generaal Sisi, die de Moslimbroeders marginaliseert en vervolgt, aan het hoofd staat van het revolutionaire proces.

In Tunesië gebeurt de transitie mét de islamisten, en niet door de islamisten te vervolgen en demoniseren. Daardoor zal Tunesië eerder stabiliteit bereiken dan Egypte, want een grote politieke kracht als de islamisten kun je maar beter binnen en niet buiten het politieke proces houden. Bewijs: de jihadisten worden in Egypte sterker en zijn er dus meer terroristische aanslagen; in Tunesië hebben zij minder invloed.

Maar dat wil niet zeggen dat ze in Tunesië niet bestaan. Integendeel.

Salafisten staan klaar

Een veelzeggende reactie van een salafist op de facebook-pagina Tussen Vrijheid en Geluk:

‘Het probleem is dat Ennahda heeft afgedaan bij de bevolking en dat het Salafisme hun leden heeft overgenomen. Jongeren hebben hun vertrouwen in die partij verloren. Het is geen islamitische partij. Het spel moet nog beginnen. Zodra Ennahda en de salafisten hun handen ineenslaan tegen de extreme secularisten en het parlement overnemen na de volgende verkiezingen, komt er weer een staatsgreep.’

‘Het salafistische Ansar Sharia begon net na het verdrijven van Ben Ali deze jongeren in de maatschappij te integreren. Een ongekend islamitisch sociaal weefsel werd opgericht en wierp zijn vruchten onmiddellijk af. Maar de organisatie werd als een terreurbeweging bestempeld en haar activiteiten werden verboden.’

Ik was in 2011, 2012 en 2013 diverse keren in Sidi Bouzid, Gafsa, Zarzis, Kasserine, Jebeniana, Sfax,… en sprak daar met vele jongeren, maar ik heb niets gehoord van Ansar Sharia en hun sociaal netwerk. Als ik zou teruggaan, op welke plaatsen zou ik dat islamitisch sociaal weefsel vinden? En wat doen ze concreet?

Hulpgoederen zijn inderdaad belangrijk om de eerste noden te lenigen. Kan ik ergens lezen wat de voorstellen van Ansar Sharia zijn om voor werkgelegenheid te zorgen, zodat mensen geen hulp meer nodig hebben, maar zichzelf kunnen bedruipen? Die jongens en families van in de fotoreportage hebben nu werk nodig. Toen ik bij ze zat, zagen ze hun situatie als verstikkend. De jongens droomden er allemaal van om naar Europa te gaan “omdat daar werk is”. Ze konden niet wachten op de revolutie tegen het Westerse kolonialisme. Ansar Sharia moet toch voorstellen hebben om voor hen werkgelegenheid te genereren? Welke oplossingen stellen zij voor?

Wat met geweld werd afgenomen, zal met geweld worden hersteld. Ansar Sharia is bezig het volk te militariseren. Weldra barst de bom en is het definitief gedaan met overzeese ideologieën. Vergeet niet dat islam gedurende 1400 jaar heeft geregeerd en dat secularisme een buitenlands systeem is dat ons door de westerse kolonisatie is opgelegd. Secularisme is al honderd jaar aan de macht in de Arabische wereld, maar het heeft niks verwezenlijkt voor de bevolking, behalve dan ondergrondse gevangenissen en martelkamers.’

https://www.youtube.com/watch?v=_DU8Q-SE4HI&feature=youtu.be

De jongen links in beeld is inderdaad gemilitariseerd, maar niet bij Ansar Sharia, wel bij de Tunesische grenspolitie. De jongen rechts, Ayman, was zo wanhopig dat hij misschien wel bij Ansar Sharia zou gaan om ergens bij te horen. Maar toen ik een jaar geleden bij hem was in zijn wijk in Kasserine, was hij tegen de salafisten. Hij wilde niet dat ik naar zijn verwaarloosde wijk ging omdat er gewapende salafisten waren en hij wilde me beschermen. Ik zei: ik wil toch gaan, dus heeft hij me bij zijn gezin thuis uitgenodigd. Toen zag ik dat ze in een sloppenwijk leefden, in armoede. Zijn ouders waren heel bezorgd over hem en voelden dat hij op elk moment ‘iets gek en wanhopig’ zou kunnen doen. Het leek wel of die jongen op zoek was naar ‘een’ paradijs, en dat kon Europa/Lambadusa zijn (maar dat mislukte) of het paradijs van de jihad bij de salafi’s. Maar hij was dus tegen die laatsten.

‘Niet iedereen hoeft het eens te zijn met de salafisten, net zoals niet iedereen het eens is met de seculieren. Maar steeds meer mensen zien in de salafisten de oplossing voor hun leed. Zeker na de staatsgreep in Egypte. Democratie heeft afgedaan. Salafisme kent in de Arabische wereld en daarbuiten een ongekende opmars nadat Morsi in Egypte werd afgezet. Op een dag zal de bom barsten en dan zal de revolutie niet meer kunnen worden gekaapt door de seculiere slaven van het Westen.’

‘De seculieren zeggen wel dat het secularisme gelijkheid biedt voor iedereen, maar in het westen hebben ze kunnen ervaren dat secularisme en democratie vooral de rijken dienen. Het secularisme wordt de Arabische bevolking opgedrongen door een verwesterde minderheid en zal jongeren nooit kansen kunnen bieden. Je kunt de seculiere grondwet niet aanduiden als de leidraad voor verbetering, want in de Arabische wereld zien we islam als leidraad en niet een geïmporteerde ideologie die de wereld niets dan leed en terreur heeft gebracht. In Tunesië is het een kwestie van tijd eer er een werkelijk rechtvaardige Islamitische staat wordt opgericht.’

Islam

Toch beslecht de Tunesische Grondwet voorlopig het debat over de rol van de islam in de samenleving. En de tekst respecteert de diversiteit aan opinies die wij in Tunesië vonden, zoals beschreven in dit artikel.
•Een islamistische politicus: “Of wij de sharia willen invoeren? Ik ben filosoof, onze religie nodigt ons uit de rede te gebruiken. Voor elk standpunt willen wij redelijke argumenten aandragen. Wij zijn een politieke partij die religieuze waarden verdedigt op een democratische manier. Maar ik houd niet van intellectuelen die alles haten wat neigt naar religie.”
•Een salafist: “Het bestuur en de wetten in Tunesië moeten voortvloeien uit de Koran en de sharia. Zij kunnen niet worden aangepast aan de samenleving van vandaag, want het woord van God ligt vast.”
•Gelovige jongeren die de islamistische partij steunen: “Geluk is jezelf kunnen zijn en dat voelt als een bevrijding. We herontdekken onszelf als moslims. Wij hadden tot nu toe nooit de kans om ons te verdiepen in de islam door de seculiere dictatuur van Ben Ali.”
•Een gelovig, maar seculier meisje: “Ik bid 5 keer per dag, maar voor mij is geloof een persoonlijke kwestie. Ik hoop dat de islamisten de ruimte van anderen zullen respecteren en geloof respecteren als een persoonlijke band tussen mij en God.”

 

Over seks in het Midden-Oosten: een avond met schrijfser Shereen El-Feki

Het deprimerende beeld dat Shereen El-Feki, schrijfster van ‘Seks en de Citadel‘, schetst van seks in het Midden-Oosten zal aanvankelijk niet zo veel verbazing hebben gewekt in het fraaie Amsterdamse debatcentrum De Nieuwe Liefde, waar zij maandagavond werd geïnterviewd door Hassnae Bouazza. Logisch dat het niet erg botert in de gemiddelde Arabische slaapkamer, gezien de overbekende scheve verhoudingen tussen man en vrouw in dit deel van de wereld.

Maar dan komt El-Feki met een onthulling: het is niet altijd zo beroerd geweest. De islamitische beschaving was ooit zelfs veel vrijmoediger en zinnelijker dan de Europese. Dat begon al met de profeet Mohammed, van wie bekend is dat hij uitgebreid voorspel propageerde. En het zette zich voort in een rijke traditie van erotische literatuur waaraan de christelijke beschaving niet kon tippen. Zijn naam valt niet, maar je kunt denken aan de Perzische dichter Omar Khayyam (1048-1123) wiens in prachtige kwatrijnen (rubayat) vervatte liefdes- en wijnpoëzie de eeuwen heeft getrotseerd.

Opmerkelijk is ook het grote ontzag dat in het Midden-Oosten heerste voor de kracht van de vrouwelijke seksualiteit, waar in het Westen nog niet eens zo lang geleden amper werd onderkend dat er zoiets bestond als vrouwelijke seksualiteit.

Hoe kon het zo omslaan? Tja. Omar Khayyam was niet alleen een literator en sensualist, maar verdiepte zich ook in wiskunde en astronomie. Laat de islamitische wereld nu ook in deze disciplines al tijden hoegenaamd niets presteren. De teloorgang van de seksuele vrijheid is dus het symptoom van een algemeen verval. Het ligt daarom voor de hand te veronderstellen dat werkelijke vooruitgang pas mogelijk is wanneer ook het intieme leven in het Midden-Oosten verbetert.

‘Tot in de negentiende eeuw was er nog sprake van een vrije moraal,’ zegt El-Feki, die half Egyptisch is en in Canada opgroeide. ‘Het is veelzeggend dat daar een einde aan kwam toen het Europese kolonialisme zijn intrede deed. Of ik hiermee bedoel dat moslims Victoriaanse normen werden opgedrongen? Het is subtieler. Omdat de islamitische wereld bij de Europeanen als zedeloos te boek stond en zij zonder meer een grote voorsprong op die islamitische wereld hadden opgebouwd, gingen veel moslims zelf denken dat die zedeloosheid de reden was voor hun achterstand. Het proces van verpreutsing kwam de afgelopen veertig jaar in een stroomversnelling na de teloorgang van seculier-nationalistische regimes als van Gamal Abdel Nasser, en de opmars van een radicale, puriteinse islam.’

De teloorgang van de seksuele vrijheid is dus het symptoom van een algemeen verval

De vraag is nu of de Arabische revolutie ook een omwenteling teweeg zal brengen in de slaapkamer. ‘Ik denk dat het op zijn minst even moeilijk zal zijn om vrijheid in het gezinsleven te bewerkstelligen als politieke vrijheid. Hoe dan ook geloof ik niet dat revoluties werkelijke verandering teweeg zullen brengen. Ik zie meer in de weg van geleidelijkheid en in onderhandelen.’

Hassnae Bouazza lijkt het hiermee niet eens en breekt een lans voor Aliaa El-Mahdy, de jonge Egyptische activiste die opzien baarde door naaktfoto’s van zichzelf te publiceren en ook bloot te demonstreren voor de Egyptische ambassade in Zweden, een land waar ze asiel heeft gekregen. El-Feki ziet geen meerwaarde zo’n confronterend optreden. ‘Werkelijk iedereen viel over haar heen. Niet alleen de conservatieve moslims, ook de jongerenbeweging van 6 april. Die heeft zich zeer nadrukkelijk van haar gedistantieerd. Wat zij deed had dus weinig zin.’

Wanneer vanuit de zaal wordt geopperd dat het probleem vooral te wijten is aan de haat van mannen tegen vrouwen in de islamitische wereld, aan de ‘oorlog’ die tegen vrouwen is verklaard, reageert El-Feki andermaal zuinig. ‘Het is eerder angst dan haat. Mannen in het Midden-Oosten zijn op allerlei manieren bang voor vrouwen. Ze vrezen hun moeders en grootmoeders. Die vrouwenvrees kan helaas ook hele destructieve vormen aannemen.’

Komen de vele aanrandingen en verkrachtingen op het Tahrir-plein dan ook voort uit ‘angst’? Of is het simpelweg seksuele frustratie? ‘Dat laatste denk ik niet. Seksueel geweld heeft bijna altijd meer met macht te maken dan met seks. Maar eigenlijk zou er meer onderzoek moeten komen naar wat er in mannen omgaat. Feitelijk zijn zij de groep waarvan we het minste weten in het Midden-Oosten. Hoe dan ook lijkt het me niet juist om mannen verantwoordelijk te stellen voor alles wat mis is en vrouwen enkel als slachtoffers af te schilderen. Enerzijds is dat een onderschatting van hun weerbaarheid, en aan de andere kant zien we dan over het hoofd dat zij het patriarchaat soms zelf steunen. Ik zie de discriminatie van vrouwen liever in een breder kader van onderdrukking, armoede en onwetendheid.’

“Mannen in het Midden-Oosten zijn op allerlei manieren bang voor vrouwen. Ze vrezen hun moeders en grootmoeders.”

De hamvraag ten slotte: is seksuele vrijheid wel mogelijk in een islamitische maatschappij? Shereen El-Feki denkt van wel. ‘Er is nog een zeer lange weg te gaan, maar de wens om je intieme leven te leiden zonder dwang, geweld en onderdrukking, is volgens mij universeel.’ Is die wens in de ene cultuur dan niet makkelijker te verwezenlijken dan in de andere? Volgens El-Feki wordt seksuele vrijheid niet in elke cultuur op precies dezelfde manier gedefinieerd: ‘Ik sprak een Arabische vrouw die mij bezwoer dat seksuele vrijheid voor haar helemaal niet inhoudt dat ze voor zo veel mogelijk mannen aantrekkelijk is. Ze zei: ik wil vrij zijn in mijn huwelijk. Seksuele vrijheid is voor mij dat mijn echtgenoot mij als gelijkwaardig beschouwt.’

Recente berichten

Recente reacties

    Archieven

    Categorieën

    Meta

    Deze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren. Door op de 'accepteer' knop of andere links in de site te klikken, geeft u aan hiermee akkoord te gaan.